Zonnekoning
Door prof. dr. Frank Kunneman
Wat is er eigenlijk verkeerd aan zonnekoninggedrag? Dat is simpel. Het blokkeert een teamprestatie, want alles draait om de zonnekoning. Het blokkeert uitwisseling van ideeën en gedachten, want de enige relevante gedachten komen uit het brein van de zonnekoning. Het blokkeert feedback en kritiek op het gedrag van de zonnekoning. Immers, hij is volmaakt. Het creëert risico’s op fouten, want aan de zonnekoning ondergeschikten nemen niet meer zelf verantwoordelijkheid voor het welzijn van de organisatie. Stelselmatig blijkt dat zonnekoninggedrag leidt tot de neergang van de onderneming (en bij instellingen en landen: van de instelling en - uiteindelijk - het land). Het moet dus vermeden worden en zodra het wordt waargenomen, de kop ingedrukt.Hoe kan je bij politici, bestuurders en toezichthouders zonnekoninggedrag herkennen? Soms is dat makkelijk. In een eerdere column noemde ik een Maserati als dienstwagen van een voormalige directeur van een woningbouwvereniging. Daar rijdt de koning! Heel herkenbaar. Meestal is het lastiger om zonnekoninggedrag te herkennen. Dat komt omdat de tekenen dan subtieler zijn en dikwijls ook omdat we die tekenen zelf vaak niet willen of kunnen zien. Soms wordt het zonnekoninggedrag zelfs door de buitenwereld aangemoedigd, bijvoorbeeld wanneer een ceo een prijs krijgt als ‘Ondernemer van het Jaar’. Je moet van goeden huize komen om in zo’n geval niet ook zelf te gaan denken dat je geweldig bent. Sommige ceo’s belanden zelfs op de cover van een tijdschrift. Ook dat draagt bij aan je zogenaamde eeuwige roem en in elk geval aan je ijdelheid.Als je zonnekoninggedrag ziet, is het meestal al te laat. Voor een toezichthouder is het dus belangrijk om de vroege signalen te herkennen, zodat er nog kan worden ingegrepen. Maar waar let je dan op? In de literatuur worden onder meer de volgende signalen genoemd: extreme eisen van geheimhouding en loyaliteit; hoge salarissen, steeds hogere bonussen; het inhuren van een hofhouding van ‘eigen adviseurs’ en ‘eigen stafleden’ (ja-knikkers); hoog declaratiegedrag; niet serieus nemen van de Raad van Commissarissen/Raad van Toezicht (RvC/RvT); het creëren van privileges voor zichzelf en voor geselecteerde stafleden; het ontkennen van het bestaan van risico’s en daardoor het nemen van steeds meer risico’s; een gebrek aan zelfreflecterend vermogen; een kwalitatief zwakke staf; een zwakke controlefunctie.Als je deze signalen herkent, wat kan je er dan aan doen? Daar is veel onderzoek naar gedaan. Het versterken van de controlefunctie is het belangrijkst: de RvC/RvT moet zichtbaar zijn verantwoordelijkheid nemen en als toezichthouder functioneren. Dat is overigens iets heel anders dan het overnemen van de bestuursfunctie. Ook de kwaliteit van externe controlefuncties, zoals uitgeoefend door een accountant, kan een belangrijke positieve rol spelen. Het instellen van een ‘risk committee’, dat toezicht houdt op de totstandkoming van een systeem van risicobeheersing kan ook helpen. Vanzelfsprekend is de cultuur van de organisatie heel belangrijk: wordt het geven van feedback, zowel naar boven als naar beneden, bevorderd of juist vermeden? Een meerkoppig bestuur kan ook positief bijdragen. Joris Lammers pleit voor het aanstellen van een ‘hofnar’, die vooral als taak heeft om als het ware ‘out of the box’ het gedrag van de topbestuurders aan de kaak te stellen. Dat lijkt een beetje op het ook wel verdedigde aanstellen van een contraire commissaris. Dat is een commissaris die als taak krijgt om bij unanieme besluiten van de Raad alsnog tegengas te geven. Dat kan nuttig zijn om kokervisie en ‘groupthink’ binnen een RvC te voorkomen. De conclusie is: zonnekoninggedrag is het product van ons eigen gedrag. Net zoals obesitas, hart- en vaatziekten en longkanker. In veel gevallen kan je het voorkomen, maar dan moet je het wel willen zien.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoorleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.