In Memoriam Boeli 2007-2017
‘Look up to the stars, never look down’
Door Ana van Leeuwen
DIT VERHAAL, en vele varianten daarvan, hielden mij al tijden bezig. In het hoofd, ÁLTIJD in het hoofd, het brein dat maar doordenkt en denkt en denkt: daarin wemelde het van de ideeën; niet op papier, op papier lijkt alles zo definitief; in het hoofd verandert er steeds van alles en dat mag en dat kan, dat HOORT zo: in MIJN hoofd althans: dat was mijn ambivalente houding met betrekking tot het schrijven van een In Memoriam voor mijn vader, Boeli van Leeuwen, naar aanleiding van zijn overlijden op 28 november 2007: 10 jaar geleden. Zo lang en toch zo kort. Het gemis aan hem en aan mijn moeder/zijn echtgenote Dorothy, die vijf jaar na hem overleed, is blijvend en is groot. Het gevoelsvacuüm, dat soms pijn en verdriet, maar soms ook mooie herinneringen oplevert, enorm. Ze waren 50 jaar getrouwd. De dood scheidde hen.
De kleuren zijn niet vervaagd, de kleuren, die als je als dochter niet makkelijk vergeet of wilt vergeten. Belangrijke kleuren, emoties, die hopelijk nooit zullen vervagen, voor mijn vader, die samen met mijn moeder, zonder meer een blijvende stempel op me hebben gedrukt: HÚN stempel van vader- en moederliefde, van geven en nemen, van niet over je heen laten lopen, van de rechte rug en het met verheven hoofd de wereld bejegenen, ‘Look up to the stars, never look down’ met verheven hoofd lopen, nooit het hoofd laten zakken, hoorde ik hem zo vaak zeggen. Een goed, mooi advies, maar een dochter die zeker niet altijd luisterde.
Hij lag in een donkere kamer, ‘de kamer des doods’ heette dat volgens mij, in de toenmalige Taams Kliniek. Het was ‘s avonds laat toen de naaste familie werd gebeld. Een aparte, grote kamer, met mooie, grote antieke stoelen en allerlei schilderijen. De mooiste kamer - de enige mooie kamer waarschijnlijk in dat het hele ziekenhuis - voor het naarste, het finale moment: het einde. Het kon niet vreemder, triester. Ik heb hem niet willen zien, levenloos. Ik wist dat dat de kleuren zou doen verbleken. Ik zag het silhouet van iemand in een donkere kamer met onechte bloemen. Ik wist het. De dood was gekomen. Ik wist genoeg.
De dood kwam voor hem - en voor ons - niet onverwacht of abrupt, of toch een beetje misschien; de dood hing al een tijd over hem, een paar dagen of wellicht toch weken: donker, zwart, genadeloos over deze man, die de dood zijn leven lang had verafschuwd. Hij haatte de dood en hield van het leven. Zoals dat, denk ik, hoort. Maar de angst, de achtervolging, het besef van de laatste dag lieten hem nooit echt los. Een achtervolging die alleen verliezers kent. Hij wist dat. Dat weten we allemaal.
Op jonge leeftijd al, heb ik me laten vertellen - en dat vertelde hij ook zelf aan de wereld in zijn boeken - werd hij achtervolgd door de angst, de angst voor de dood, het einde van dit leven. Geloofde hij in het Hiernamaals? Misschien wel, misschien ook niet. Hij was zeer spiritueel, gelovig en kende de Bijbelboeken: religie liep als een rode draad door zijn denken, schrijven en handelen. Het Onze Vader op late leeftijd reciterend, vaker op een dag. Stil, wat schuwer, dun en fragiel en het Onze Vader reciterend met de ogen gesloten in ZIJN stoel op ZIJN plek in ZIJN huis met de zachte, warme wind altijd waaiend en de vele grote, mooie mahoniebomen nooit ver. Op ZIJN Curaçao: het eiland waar hij een haat-liefdeverhouding mee had. Maar het was wel ZIJN Curaçao waar hij zou sterven, had hij zo vaak gezegd. Zo geschiedde ook.
Hij is 85 jaar geworden op 10 oktober 2007. Een groot feest met belangrijke mensen, prijzen, lezingen, de gouverneur. Hij wilde eigenlijk niet, maar MOEST wel een gedeelte van de speciaal voor hem georganiseerde festiviteiten meemaken. Zijn boezemvriend - nu wijlen - Nic Møller nooit ver - en zijn Anita - soms werd ik zo genoemd door hem - evenmin. Een mooi blauw overhemd had hij aan: mijn cadeau voor zijn 85ste verjaardag. Hij trilde een beetje, maar hield het hoofd omhoog, hield zelfs een korte speech bij de gouverneur en keek naar alle mensen, bekeek ze, deze gasten uit Curaçao, Nederland, belangrijke schrijvers en anderen die de oude man kwamen eren. Ze namen afscheid.
Wij namen als familie in heel kleine kring eind november 2007 afscheid. Op begraafplaats Bottelier was dat. Geen grote menigte, geen rituelen, sober, zoals hij zelf was geweest. Het feest hadden we trouwens al gehad, immers. Dit was het echte afscheid. Dit was echt alleen voor genodigden. Mijn moeder werd 5 jaar later bij hem in de kelder bijgezet. Nu voor altijd samen, nooit meer alleen.
Wij die achterbleven waren alleen, soms eenzaam. De kleuren, JOUW kleuren, vervagen niet, nooit papa, daar zorgt dit hart wel voor!
Ana van Leeuwen is de dochter van de bekende Curaçaose schrijver en dichter Boeli van Leeuwen. Hij maakte grote indruk met zijn boeken waaronder De Rots der Struikeling (1959), Een Vreemdeling op Aarde (1963), De Eerste Adam (1966), Een Vader een Zoon (1978), Schilden van Leem (1986), Geniale Anarchie (1990), Het Teken van Jona (1991), en De Taal van de Aarde (1997). Zijn dochter, Ana, is journaliste; ze heeft voor verschillende lokale dagbladen, radiozenders en de tv gewerkt en is nu bekend van haar wekelijkse radio-interviewprogramma ‘Analyse’ elke zondagochtend van 9.00 tot 11.00 uur bij Paradise FM.