Machtenscheiding
Door prof. dr. F.B.M. Kunneman
Machtenscheiding is al eeuwen de drievoudige steunpilaar van alle westerse democratieën. De uitvoerende macht, rechtsprekende macht en wetgevende macht hebben daarbij ieder unieke taken en verantwoordelijkheden. Deze kunnen zij elkaar niet ontnemen. Daardoor ontstaat een evenwicht. Dat evenwicht maakt een democratie sterk. Uiteindelijk is overigens de wetgevende macht de baas. Het volk kiest de wetgevende macht en dus in elke democratie, zoals het woord al zegt, de ultieme ‘baas’. Toch lijkt dat niet altijd goed te werken. Het volk heeft het niet altijd bij het rechte eind. Deze inherente zwakte kan alleen door scheiding van machten worden gecompenseerd. Zo kan te radicale wetgeving door de rechter in strijd worden bevonden met internationale mensenrechten. Willekeurig handelen door de overheid, waarbij het parlement niet ingrijpt, kan door de rechter als onrechtmatig worden afgestraft. De uitvoerende macht en de rechterlijke macht hebben niet meer bevoegdheden dan de wetgevende macht hun geeft. Dat werkt dus redelijk goed, die scheiding van machten.
In de governance van naamloze vennootschappen zie je een systeem dat hiermee enigszins vergelijkbaar is. Er zijn drie organen: het bestuur, de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders. Elk heeft zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. De governance in een bedrijf functioneert goed als die eigen taken en verantwoordelijkheden over en weer gerespecteerd worden. Dat geldt voor bedrijven net zo goed als voor landen.
De afgelopen tweehonderd jaar heeft dit systeem wereldwijd met het nodige vallen en opstaan redelijk gefunctioneerd. Een parlementaire democratie wordt nog steeds vrijwel overal beschouwd als de beste staatsvorm. Als je wat cynischer bent zeg je, net als Plato, de minst slechte staatsvorm.
Het is daarom zorgwekkend dat in de afgelopen paar jaar parlementaire democratieën met een aanvankelijk goed functionerende machtenscheiding in snel tempo afbrokkelen. Het is nog zorgwekkender dat juist de mensen die van een parlementaire democratie en scheiding van machten het meeste kunnen profiteren, het ‘volk’ dat toch de ‘baas’ is, dat gewoon lijken toe te laten, het zelfs helpen gebeuren.
We kennen inmiddels vele grote democratieën waarbij de leiders weliswaar democratisch zijn gekozen, maar waarbij de scheiding van machten geheel of bijna geheel is losgelaten. In die gevallen beheerst de gekozen president het parlement en de rechterlijke macht en, vanzelfsprekend, ook de uitvoerende macht. Dit proces heeft in een snel tempo geleid tot diverse democratisch gekozen dictators. We zien die in Rusland, China, Turkije, Iran, Zuid-Amerikaanse landen en jawel, ook aan de horizon in de Verenigde Staten. Het lijkt erop dat de aantrekkingskracht van sterke mannen zo groot is dat we die altijd weer ons vertrouwen geven, ook al gaan we nog dagelijks naar de graven van onze voorouders die onder het bewind van eerdere sterke mannen geleden hebben.
Het merkwaardige is dat die worsteling met onze democratische ethiek zich vooral op staatsniveau afspeelt en schijnbaar minder op bedrijfsniveau. Er zijn maar weinig grote bedrijven die met succes autocratisch geleid worden. Er zijn wel bedrijven waarbij de persoon aan de top een unieke, inspirerende en sturende betekenis heeft. Bekende voorbeelden zijn Steve Jobs en Bill Gates. Grote bedrijven zoals Apple en Google worden echter zeer nauw in de gaten gehouden door allerlei regulators, overheden en stakeholders. Het gevolg is dat hun ‘topmannen’ (helaas nog maar zelden ‘topvrouwen’) het zich niet kunnen permitteren om, in het kielzog van te veel hedendaagse staatshoofden, over te gaan tot machtsmisbruik, manipulatie, uitbuiting en zelfverrijking. Ze worden dan afgestraft. Een voorbeeld is de bijna 4,5 miljard euro boete die de Europese Commissie in juli van dit jaar heeft opgelegd aan Google wegens machtsmisbruik bij mobiele telefoons met Android. Op interstatelijk niveau worden weliswaar ook regelmatig sancties opgelegd en toegepast, maar dat mechanisme lijkt zelf weer aan politiek gemarchandeer ten onder te gaan. Wat leert ons dat over corporate governance? Dames en heren bestuurders en toezichthouders: respecteert elkaars verschillende taken, verantwoordelijkheden en rollen. Doet u dat niet, dan draagt u bij aan het einde van het bedrijf waarin u werkt.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.