Door Koos Sneek (lid van de Democratische Partij)

Terwijl het nieuws wordt gedomineerd door de coronapandemie, is op 30 maart de wet tot verlenging van de interventie in Sint Eustatius (Statia), samen met het advies van de Raad van State, naar het parlement gestuurd.

Ons eiland zal volgens de plannen gedurende ten minste vier extra jaren onder het gezag van een regeringscommissaris gehouden moeten worden en ons wordt een democratisch bestuur onthouden. Dit is naar mijn mening niet nodig en ver weg van proportioneel.

In september vorig jaar presenteerde minister Raymond Knops tijdens een townhall meeting - toen nog staatssecretaris - zijn vierstappenplan voor Statia om terug te keren naar volledige lokale democratie, wat nu tot uiting komt in het wetsvoorstel. Wordt dit voorstel wet, dan is de eerste stap dat het voor ons volk mogelijk wordt om, waarschijnlijk in oktober, een Eilandsraad te kiezen. Deze Eilandsraad krijgt een zeer beperkte bevoegdheid. Het meeste gezag blijft bij de regeringscommissaris. Die mag zelfs besluiten nemen alsof hij de Eilandsraad is. @tekst:Niet één keer, maar twee keer vraagt de Raad van State zich af of er politieke partijen zijn die willen deelnemen aan deze verkiezingen. Een zorg die reëel is, maar die minister Knops niet eens overweegt. Ik zou willen weten of de wetgevers die worden gevraagd om deze wet voor Statia goed te keuren, bereid zouden zijn om zelf onder deze voorwaarden zich verkiesbaar te stellen.

De minister heeft de regeringscommissaris geraadpleegd, de inmiddels vertrokken Mike Franco. Hij raadpleegde de adviesraad. Deze obscure raad die nooit officieel is opgericht, nooit goed heeft gefunctioneerd, vergadert in het geheim en geen van zijn leden vertegenwoordigt een deel of sector van onze samenleving.statia

Als we de toelichting bij het wetsontwerp aandachtig lezen, kan worden geconcludeerd dat volgens Knops er geen politieke partijen meer bestaan op Statia. Hoewel naar mijn bescheiden mening die politieke partijen degenen zijn die hun kandidaten voor de komende verkiezingen postuleren, is geen van hen in de consultatie betrokken. Zij (eigenlijk slechts één partij) waren onderdeel van het probleem, maar worden niet gezien als onderdeel van de oplossing. Het lijkt te worden vergeten dat sommige van deze zelfde politieke partijen, vooral de Democratische Partij, vaak hebben gewaarschuwd voor de verslechterende situatie op Statia. Hun waarschuwingen werden in de wind geslagen. In de toelichting wordt alleen melding gemaakt van potentiële politici. Het negeren van het bestaan van politieke partijen beschouw ik als lid van de Democratische Partij als een vorm van minachting. Onze partij maakt sinds 1949 deel uit van het eilandbestuur. Hoe denkt de minister dat we na de verkiezingen onder deze voorwaarden een gezonde dialoog kunnen aangaan?

De beslissing voor dit wetsvoorstel is over onze hoofden genomen. Den Haag weet wat voor ons het beste is. Deze aanpak lijkt ook een poging om het politieke landschap op ons eiland te beïnvloeden. Dit kan ook worden geconcludeerd uit de herhaalde vermelding dat vermeden moet worden dat een situatie als voor de interventie zich opnieuw zal voordoen. Het feit dat, in strijd met de Kieswet, bestaande partijen met zetels in de laatste Eilandsraad zich moeten registreren alsof ze een nieuwe partij zijn voor deze komende verkiezingen, bewijst ook dit punt. De Democratische Partij nam deel aan de verkiezingen van het kiescollege in 2018 voor de Eerste Kamer en hoefde zich niet als nieuwe partij te registreren. Dus waarom wordt in dit geval afgeweken van de Kieswet?

Ik deel de mening van de minister dat de situatie van voor de ingreep niet wenselijk is. De verantwoordelijkheid om dit te voorkomen ligt echter bij de kiezers en niet bij de regering in Den Haag. Het beïnvloeden of ingrijpen van Den Haag in onze lokale politiek is een inbreuk op onze democratie en mag niet worden getolereerd.

OpDezelfde instellingen, zoals het College financieel toezicht (Cft) en de Rijksvertegenwoordiger, die de minister in zijn vierstappenplan wil herintroduceren, hebben keer op keer gefaald. Ja, de vorige coalitieregering heeft er een potje van gemaakt, maar het door de wetten WolBES en FinBES ingebouwde toezicht is jammerlijk mislukt.

Deze instellingen zijn dan ook medeverantwoordelijk voor de situatie waarin we ons bevinden. Het feit dat de Rijksvertegenwoordiger het recht heeft, volgens het wetsvoorstel, om deel te nemen aan elke vergadering van de Eilandsraad en het Bestuurscollege, toont een hoog niveau van betutteling en wantrouwen jegens de politieke partijen van Statia en toekomstige gekozen lokale vertegenwoordigers. Deze bevoegdheid wordt aan de Rijksvertegenwoordiger gegeven terwijl er stappen worden ondernomen om deze functie af te bouwen en uiteindelijk af te schaffen.

Ook de voormalige minister van Koninkrijksrelaties, Ronald Plasterk, is schuldig. Alle signalen waren er, maar hij weigerde er iets mee te doen en liet het escaleren tot het zover was dat een interventie, zoals we die nu meemaken, onvermijdelijk was. Ik lees niets in de toelichting over de maatregelen die zullen worden genomen om te voorkomen dat deze fouten opnieuw optreden. Een punt dat ik overigens deel met de Raad van State. In hun rapport wees de commissie van wijzen er ook op dat niet alleen Statia schuldig was, toen de zaken escaleerden. Door de nationale overheid genomen besluiten en wetten hebben de armoede vergroot en een tweecijferige inflatie veroorzaakt. Het duurde tien jaar om te komen met een verre van perfect sociaal minimum. De eilandsbesturen moeten hun zaken regelen met een structureel tekort aan middelen.

Op het eiland is een spervuur van wetten uitgestrooid, terwijl terughoudendheid is beloofd. Voordat wetten zouden worden geïmplementeerd, moest er een dialoog plaatsvinden. De AOV-leeftijd is in recordtijd verhoogd van 60 naar 65 jaar zonder publieke dialoog (in tegenstelling tot het Europese deel van Nederland). De wetten voor abortus, euthanasie en homohuwelijk zijn direct aangenomen zonder enig openbaar debat (in tegenstelling tot het Europese deel van Nederland).

Eilandbewoners voelen zich behandeld als tweederangsburgers. Dit alles creëert een broedplaats voor onrust en ontevredenheid bij de bevolking en politieke partijen en politici die op de oproep reageren. Als Den Haag deze zaken serieuzer neemt, wordt de kans dat het weer mis gaat op Statia enorm verkleind. De gekozen Eilandsraad zal volgens de plannen zonder de steun van de griffie aan de slag gaan, waardoor ze vanaf het begin in een achterstandspositie komen. Een selectieprocedure voor een griffier zal hoogstwaarschijnlijk maanden in beslag nemen waardoor de raadsleden zonder de steun moeten werken waar ze recht op hebben.

Ik juich toe dat het ministerie faciliteiten biedt om de vaardigheden van gekozen functionarissen te verbeteren, maar dit kan nooit een vereiste zijn. De verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van toekomstige eilandsraads- en bestuursleden ligt bij de individuen zelf en hun politieke partijen. Een verantwoordelijkheid trouwens die de DP zeer serieus neemt.

Ik las ook dat de lokale democratie zo snel mogelijk moet worden hersteld. Een periode van zes jaar onder het gezag van een regeringscommissaris, komt niet in aanmerking voor de categorie ‘zo snel mogelijk’. In de toelichting valt te lezen dat pas na de interventie blijkt dat het voor het ministerie duidelijk is geworden dat het vaak erg moeilijk is om projecten uit te voeren vanwege de kleinschaligheid van het eiland en het gebrek aan kennis, personeel, materialen en middelen. De opeenvolgende besturen van Statia stonden decennialang voor dit dilemma en werden gedwongen door te vechten. Wanneer dit een grove taakverwaarlozing wordt genoemd, moet ook de nationale overheid haar verantwoordelijkheid nemen. De Democratische Partij zat een korte periode van anderhalf jaar in het Bestuurscollege in 2012-2013. We werden geconfronteerd met financiële chaos en voorafgaand financieel toezicht. Binnen minder dan tien maanden maakte ons bestuur drie jaarrekeningen af en waren we op weg naar een goedkeurende accountantsverklaring voor 2014. We hebben van een begrotingstekort een begrotingsoverschot gemaakt. We hebben een volledige reorganisatie van het ambtelijk apparaat uitgevoerd (welke als basis is gebruikt voor de recente reorganisatie) zonder enige steun van Den Haag. De daaropvolgende zes maanden hebben we drie wegen aangelegd.

Na twee jaar en de benoeming van een regeringscommissaris, een waarnemend regeringscommissaris, de ondersteuning van een batterij aan Nederlandse ambtenaren, dure consultants, Nederlandse bouwbedrijven en voldoende beschikbare middelen, waarvan onze lokale overheid alleen maar kon dromen, is het werk nog steeds niet af. Er moet nog veel gebeuren. Waar ging het mis? Het begon met de benoeming van een mislukte Nederlandse topambtenaar, die een trackrecord van mislukkingen in Nederland achterliet. Uiteraard creëerde ze ook in Statia chaos. Ik moet Franco de eer geven dat hij de dame uiteindelijk haar marsorders heeft gegeven. Verder stel ik vraagtekens bij het niveau van de ambtenaren die in Statia werden geparachuteerd.

Slechts twee voorbeelden. Na twee jaar de afdeling financiën te hebben ondersteund, is de financiële huishouding nog steeds niet op orde. Nog steeds zijn drie of vier jaarrekeningen niet afgerond. Het Nederlandse ondersteunend personeel is eenvoudigweg naar huis gestuurd en vervangen. De afgelopen twee jaar hadden we een ambtenaar van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) die toezicht hield op de infrastructurele projecten. Wat is er gebeurd met het autowrakkenproject? Sommige wrakken zijn van het eiland verscheept, hoewel niet duidelijk waar naartoe. De meeste liggen echter nog steeds verspreid over het hele eiland. Na twee jaar, zelfs met de hulp van een groot internationaal bedrijf als Haskoning, werd er geen enkele weg aangelegd. Deze ambtenaar verdween met stille trom. Eerder dit jaar werd zowel de regeringscommissaris als zijn rechterhand vervangen. De reden werd niet bekendgemaakt. Is het een goede zet om het management midden in zo’n belangrijk project te veranderen? Van Franco was algemeen bekend dat hij zich niet langer dan twee jaar wilde verbinden.

Maar wat is er met waarnemend regeringscommissaris Mervyn Stegers gebeurd? Hij wilde blijven. Hij streefde zelfs naar de nummer-één-positie. Waarom moest hij ook gaan? Ik denk dat het antwoord is dat de minister niet tevreden was met de voortgang. En als dat het geval is, dan heeft de noodzaak van nog eens vier jaar niets meer te maken met een grove verwaarlozing van taken in het verleden, maar is dit volledig te wijten aan het gebrekkige resultaat van de regeringscommissaris met al zijn steun uit Den Haag. Mijn conclusie is dat deze wet niet door het parlement mag worden aangenomen. Ik kan moeilijk geloven dat een parlementslid zich kandidaat zou willen stellen voor een verkiezing onder de voorwaarden van deze wet, waarin men niet het budgetrecht heeft en geen gedeputeerden kan benoemen om het verkiezingsprogramma van de partij uit te voeren. Ik ga akkoord met een overgangsperiode. Deze overgangsperiode zou moeten zijn met een volledig bevoegd gekozen Eilandsraad en Bestuurscollege, functionerend volgens de WolBES en de FinBES. Er kunnen voldoende garanties worden ingebouwd om de voortgang te waarborgen om de kans dat de situatie van voor 2018 zich zal herhalen zo veel mogelijk te beperken. Dit kan worden bereikt door de gezaghebber simpelweg speciale bevoegdheden te geven om in te grijpen wanneer dat nodig is en door voldoende technische ondersteuning te bieden.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.