'Onze millennials moeten de definitie van onze Arubaanse autonomie samen met Nederland (en een aantal zustereilanden?) een nieuwe inhoud geven’

Door Angel Bermudez

Het opinieartikel ‘Onverwacht bezoek van het coronavirus aan Aruba’ in het Antilliaans Dagblad van zaterdag van de hand van economisch adviseur Ben Marapin, waarin hij de oorsprong van de huidige dilemma’s beschrijft, is duidelijk en dit soort analyses met bijbehorende cijfers laat ik graag over aan economen en accountants. Toch wil ik graag een aantal nuances aanbrengen, zuiver ter verdere discussie.opinieabermudez

De toerisme-economie (de ‘witte olifant’) van Aruba ligt sinds medio maart 2020 al weken op zijn rug; landsgrenzen zijn dicht, idem dito hotels, restaurants enz. Evident is hierdoor het wegvallen van de inkomsten voor zowel de overheid en het bedrijfsleven als voor particulieren, alsook van de invoer van deviezen.

Vergelijking van deze crisis met die van 1985 gaat volgens mij overigens mank: de huidige crisis is mijns inziens ernstiger te kwalificeren dan die van 35 jaar geleden. Destijds hadden we perspectief aan beide continenten: de VS en Nederland. Bovendien hadden wij nog de charme van een jong land dat inhoud probeerde te geven aan zijn net verworven autonomie c.q. toekomst. Niemand was te beroerd om een handje te helpen. Beide factoren ontbreken nu; de VS en Nederland zijn ook keihard getroffen door de pandemie, met alle dramatische gevolgen van dien, terwijl Aruba in 35 jaar autonomie een verlies heeft geaccumuleerd van circa 4.500.000.000 florin. Geen omstandigheid dus om te reppen over statutaire solidariteit. Dit beginsel is trouwens wederkerig en is bijvoorbeeld niet opgebracht door het Caribisch deel van het Koninkrijk tijdens de bezuinigings- c.q. versoberingsjaren van de eerste kabinetten-Rutte.

Is het dan vreemd dat een hulpverzoek om overmaking van 1.300.000.000 florin enkel als respons oplevert: ‘Stel eerst orde op in eigen huis’!? Voornoemd geaccumuleerd verlies is enerzijds te wijten aan mediocre geïnstitutionaliseerd financieel beheer door de 35 jaren, maar is anderzijds ook een stellig bewijs dat onze economie nooit en te nimmer die autonomie kan dragen. Kennelijk is ook geen leergeld betaald met het Holloway-debacle, de globale bankencollaps, de sars-crisis enz.

Nationaal wordt het grootste gedeelte van alle inkomsten, en dus ook van de overheid, door de toeristensector gegenereerd. Deze witte olifant ligt dus op z’n rug en de overheid is gelijk platzak. Meeste bedrijven hebben hun omzet ‘overnight’ zien verdampen en zijn dus gedwongen tot massaontslagen.

Nu we dus langzaam maar zeker uit de narcose van Covid-19 ontwaken, is de vraag evident: hoe krijgen we die witte olifant weer op z’n poten? De overheid heeft nu sowieso enkele honderden miljoenen liquiditeit nodig voor het sociaal vangnet voor alle ingezetenen die hun arbeidsinkomsten zijn kwijtgeraakt. De loonsubsidie dient de tikkende sociaaleconomische tijdbom te ‘defusen’. Tienduizenden inwoners zonder inkomen om hun huur te betalen, boodschappen te kunnen doen en andere behoeften te dekken, is hiervoor een uitgelezen recept.

De verwachte behoefte aan liquide middelen is evenzo groot voor het bedrijfsleven, dat zijn doorlopende vaste kosten nauwelijks kan dragen. De private sector zal zeker in staat zijn om de noodzakelijke kostenminimalisatie tot stand te brengen. Zeker om de witte olifant weer op z’n poten te krijgen.

De overheid kan hierbij niet stilzwijgend toekijken! Wil zij dat Nederland zijn verantwoordelijkheid als ‘lender of last resort’ binnen het Koninkrijk neemt, dan moet ze daadkracht tonen. Inderdaad, de personeelskosten van het overheidsapparaat moeten fors verlaagd, evenals die van de staatsbedrijven. Transparantie is hierbij een must. Een andere must hierbij is: een breed draagvlak. Dus alle partijen en alle sectoren moeten hierbij serieus betrokken worden, zodat de legitimatie van de te brengen offers als rechtvaardig wordt ervaren door de gemeenschap.

Het opzetten van een ‘coronacrisisfonds’ dat onder gunstige voorwaarden overbruggingsleningen kan verstrekken aan bedrijven, is een oplossing. Dit fonds dient gefund te worden door Nederland, Aruba en de lokale financiële instituten. Het beheer dient door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Centrale Bank van Aruba (CBA) verzorgd te worden, met de hulp van lokale deskundigen en instituten.

Opportuun wordt nu ook de vraag of je hierbij moet streven naar het ‘oude’ normaal, oftewel hoe groot moet de witte olifant straks weer zijn? Met de tomeloze uitbreiding van hotelkamers heeft Aruba gestaag een economie opgebouwd voor tweederangsburgers. Tienduizenden latino’s die in de lageloonsector zitten; nauwelijks een appartement kunnen betalen en dus vaak samenhokken. De meesten werkend om familie in het thuisland te kunnen onderhouden en zich soms een oude en goedkope rwd-auto veroorlovend.

Laat voortaan de grote werkgevers zelf eigenaar zijn van de legaliteit van hun buitenlandse werknemers. Bij verplichte repatriëring moeten deze werkgevers zelf de kosten dragen; zij selecteren zelf de goede krachten en de mediocre kunnen terug naar hun vaderland. Zij hebben professionele hr-afdelingen (human resources) en weten precies welke handjes ze nodig hebben om de witte olifant weer op z’n poten te krijgen en te houden. Daar kan een DAO (Directie Arbeid en Onderzoek) en DPL (Departamento Progreso Laboral) niet tegen op. Concentreer de handhaving op de kleine ondernemers die vaak zwart betalen en hun buitenlandse werknemers overlaten aan de illegaliteit. Wij, babyboomers, moeten nu plaats maken voor onze millennials die de toekomst hebben en dus ook samen met de eigenaars van de witte olifant moeten bepalen hoe hij zo lang mogelijk kan blijven leven! Er moet dus zeer snel een gemeenschappelijke visie komen voor hoe het ‘nieuwe’ normaal moet zijn.

Dit perspectief moet breed gedragen worden door alle partijen en sectoren, inclusief de FTA (Federacion di Trahadornan di Aruba) en overige vakbonden. De overheid moet hierbij slechts als facilitator optreden; zorgdragen voor innovatie van onze verouderde regelgeving, voor de infrastructuur en voor de logistiek inclusief digitalisering. Ondertussen onrendabele departementen die geen collectieve goederen produceren, afstotend naar de private sector. Laat financiële instellingen deze privatisering financieren; geld vloeit in de schatkist; payroll gaat omlaag; effectievere dienstverlening wordt voelbaar enz. Transparantie in alle overheidsbedrijven: jaarstukken gepubliceerd inclusief beloningsstructuur, jaarlijkse dividenduitkering enz.

Tot slot, met een geaccumuleerd verlies van ruim 4,5 miljard na 35 jaar, zal financiering van nieuwe verliezen voor Aruba schier onmogelijk zijn. Autonomie in deze vorm blijkt dus niet realistisch en evenmin betaalbaar. Onze kwetsbare economie kan het niet dragen, ondanks meer hotels en meer buitenlandse werknemers.

Onze millennials moeten de definitie van onze autonomie samen met Nederland (en een aantal zustereilanden?) een nieuwe inhoud geven. Kwaliteit van ons toerisme moet hierbij leidraad zijn en hopelijk dat zij het pad van ‘sustainability’ alsnog vinden. Zo niet, dan zal onder andere de kwaliteit van onderwijs, zorg, milieu en veiligheid niet door de ouder wordende witte olifant gegarandeerd kunnen worden en zullen alle offers en bijstand alleen leiden tot het blijven trekken aan een dood paard.

De auteur, Angel Bermudez, is voormalig minister van Financiën van Aruba (2014-2017) en ook oud-minister van Vervoer en Communicatie (1987-1989). Bij beide benoemingen gaf hij aan als partijloze vakminister aan te treden. Hij studeerde Civiel- en Bedrijfsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en behaalde zijn postdoctoraal Fiscaal Recht aan de Universiteit Leiden. Na zijn inspecteursopleiding keerde Bermudez terug naar Aruba, waar hij hoofd werd van de Inspectie der Belastingen. Hij was tussen 1989 en 2010 werkzaam als fiscalist in de privésector. Van 2011 tot 2014 was Bermudez directeur van de Belastingdienst van Caribisch Nederland op Bonaire. In 2017 werd hij hoofd Zorgverzekeringskantoor BES (ZVK).

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.