Opinie: Nieuwe tarieven consultants
Door Michiel van der Veur
‘Mes in tarief consultants’, kopt het Antilliaans Dagblad op 6 augustus 2020. De gehele omslag circuleert al een paar dagen op internet en het artikel citeert eruit. Vooropgesteld, we verkeren in bijzondere tijden en het is niet meer dan logisch dat vanuit het oogpunt van solidariteit van iedereen offers worden gevraagd. Er zit een ongekend aantal mensen werkloos thuis en er moeten maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat mensen geen honger hoeven lijden. Toch is er op dit advies, net als andere recente adviezen over salariskortingen, wel het een en ander aan te merken. Dit had voorkomen kunnen worden als er was afgestemd over de kengetallen. In het advies gaat men uit van een genormeerd jaarsalaris voor de minister-president van 335.577 gulden (inclusief 30 procent opslag, de vakantietoelage, een vergoeding voor auto, representatie en telefoon en de werkgeverslasten voor sociale premies en pensioen). Om tot het dagtarief te komen, is het jaarsalaris gedeeld door 264 dagen. Om tot het uurtarief te komen, zijn de 264 dagen vermenigvuldigd met acht, wat uitkomt op 2.112 uur per jaar, waarna het jaarsalaris is gedeeld door 2.112, wat resulteert in een uurtarief van 158,89 gulden.
Helaas sluiten de getallen niet aan bij de internationaal gangbare standaarden en wordt geen rekening gehouden met vakantiedagen en verplichte vrije dagen. Volgens de internationale standaard heeft een jaar 52 weken en heeft elke week vijf werkdagen. Dit betekent dat er 260 werkdagen (en 104 weekenddagen) in een jaar zitten. Uitgaande van een werkdag van acht uur, komt de internationale standaard uit op maximaal 2.080 uur per jaar om te werken. Hier gaan dan nog vakantiedagen (op Curaçao gemiddeld 20) en verplichte vrije dagen (op Curaçao 12 volgens de Arbeidsregeling) vanaf. Conform de internationale standaard, wordt de minister-president zo geacht 228 dagen per jaar voor zijn salaris te werken, wat neerkomt op 1.824 uur. Waarom het advies hier afwijkt van de internationale standaard, is onduidelijk, want deze aantallen komen in de buurt van het gemiddelde in 2019 voor Nederland (1.836 uur), Australië (1.712 uur) en de VS (1.779 uur). De realiteit voor een consultant is verder dat hij nooit al deze uren declarabel is omdat niet alle werkzaamheden - zoals het plegen van acquisitie voor nieuwe opdrachten, schrijven van offertes, voeren van de administratie, volgen van trainingen en wachten op werk (omdat er geen opdrachten zijn of omdat de klant nog geen feedback heeft gegeven) - door te belasten zijn aan een klant. Het is daarom dat veel consultancybureaus uitgaan van gemiddeld 1.300 declarabele uren per jaar (meestal wat hoger voor junior-consultants en lager voor de managers en partners).
De onberedeneerde afwijkingen van internationale standaarden, hebben grote effecten. Als internationale standaarden waren aangehouden, en het jaarsalaris was gedeeld door 2.080 uur (het maximumaantal werkbare uren), was het uurtarief 161,34 gulden geweest. Wanneer het jaarsalaris was gedeeld door 1.824 uur (het aantal uur waarvoor de minister-president betaald wordt), was het uurtarief 183,98 gulden geweest. Wanneer het jaarsalaris was gedeeld door 1.300 (het gemiddeld aantal declarabele uren), was het uurtarief zelfs op 258,14 gulden uitgekomen. Toegegeven, dit zijn nog steeds hoge bedragen in vergelijking met iemand in vaste dienst en het laatste bedrag is onrealistisch in de huidige Covid-situatie. Toch voldoen ze allemaal aan de eis om in aanmerking te komen voor de tweede tranche begrotingssteun en zijn ze gebaseerd op internationale standaarden. Daarnaast is het goed om te realiseren dat het uurtarief van een consultant niet gelijk is aan het loon van die consultant. In tegenstelling tot de minister-president moet een consultancybureau kosten maken voor bijvoorbeeld het opstellen van de jaarrekening, het aanschaffen van kantoorinrichting (bureau, stoel, computer, printer) en kantoorbenodigdheden (huisvesting en elektra, papier, pennen, abonnementen), het volgen van opleiding en training en het betalen van het loon. Deze kosten worden allemaal betaald uit het uurtarief, wat waarschijnlijk de reden is om het tarief te maximaliseren op 130 procent van het jaarsalaris van de minister-president en niet op 100 procent.
Er wordt vaak negatief geschreven over consultants, zoals ook blijkt uit het advies aan de Raad van Ministers. Dit heeft een aantal redenen. Ten eerste is men onbekend met de aard van het werk: iemand in loondienst kan zich vaak niet voorstellen hoe het is om geen inkomenszekerheid te hebben. Ten tweede komt dit omdat de berekening achter de opbouw van de tarieven niet transparant is, waardoor vooral de hoogte van het tarief opvalt. Ten derde komt dit omdat het een publiek geheim is dat er consultants zijn met zeer lucratieve contracten zonder dat hiervoor de procedures zijn doorlopen. Deze contracten zijn toegekend ondanks dat Curaçao al sinds 1997 een consultancybeleid heeft waarin maximale tarieven en regels voor aanbesteding zijn opgenomen. Het probleem ligt hiermee, zoals zo vaak, niet in het ontbreken van regels en normen, maar in het gebrek aan naleving van bestaande regels.
Het huidige besluit verlaagt de tarieven van consultants met bijna 40 procent! Dit percentage steekt schril af tegen de kortingen op de salarissen van (semi-)ambtenaren (12,5%) en op de salarissen van politici en directeuren van overheidsbedrijven (25%). Met deze korting is niet alleen de tariefsaanpassing uit 2016 ongedaan gemaakt, maar is het tarief zelfs gezakt tot onder het tarief van 168,75 gulden wat in 1997 was vastgesteld bij de invoering van het consultancybeleid.
Helaas moet geconcludeerd worden dat door een onzorgvuldig en onvolledig advies de Raad van Ministers een verkeerd besluit heeft genomen dat grote gevolgen zal hebben voor zowel consultancybureaus als zelfstandige consultants. Het besluit was onzorgvuldig omdat het uitging van een onrealistisch aantal werkdagen en werkuren en niet heeft gekeken naar internationale standaarden en gebruikelijke vakantiedagen en verplichte vrije dagen. Het advies was onvolledig omdat het geen onderscheid heeft gemaakt tussen soorten opdrachten (een kortlopend project of een langlopende interim-opdracht) en geen eind heeft gemaakt aan de gebrekkige naleving van reeds bestaande regels en normen voor tarieven en aanbesteding.
Gezien de ruime ervaring die er inmiddels is met het nemen van herstelbesluiten, zou het de overheid sieren wanneer ook dit besluit herzien wordt en het nieuwe tarief gebaseerd wordt op 1.824 uur, het aantal uren waar ook de overheidssalarissen op gebaseerd zijn. En als er dan toch opnieuw gekeken wordt naar de tarieven, garandeer dan ook meteen een eerlijke naleving van de bestaande regels voor tarieven en aanbesteding. Wellicht wordt hiermee vooruitgelopen op de aanpassing van het consultancybeleid dat in 2016 was toegezegd, maar nog steeds niet is uitgevoerd. Het is dat het een conflict of interest oplevert, anders zou je bijna voorstellen om hier een consultant voor in te huren.
Michiel van der Veur draagt als zelfstandig organisatieadviseur bij aan de ontwikkeling van organisaties en de samenleving. Hij lost graag complexe (maatschappelijke) vraagstukken op door een gedegen analyse op basis van feiten. Voordat hij 13 jaar geleden begon als zelfstandig adviseur, heeft hij in Curaçao gewerkt voor de overheid, een groot adviesbureau en de interne auditor.