Door Frank Kunneman
,,Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen.” Dit gezegde herkennen alle ouders. Je baby van zes maanden krijgt hoge koorts (paniek!). Je zoon van acht wordt heel erg gepest op school (onverdragelijk). Je dochter van achttien krijgt een liefdesrelatie met een man van 45 (griezelig). Je zoon van 21 wil almaar niet studeren en heeft verkeerde vrienden (zeer zorgelijk). Is de zorg om hoge koorts minder groot dan de zorg voor een zoon die aan de drugs is? Ik denk het niet. In alle gevallen probeer je als ouders het beste voor je kinderen te bereiken. Je zoekt naar oplossingen voor elk vraagstuk dat zich voordoet. Op elke leeftijd, bij klein en groot.
De metafoor kan verrassend goed toegepast worden op de wereld van bedrijfsgovernance. Daar hebben kleine bedrijven en grote bedrijven elk hun eigen unieke uitdagingen en verantwoordelijkheden. Is governance voor kleine organisaties makkelijker dan voor grote? Nee dus. Kleine organisaties hebben het vanuit een governance-perspectief in sommige opzichten makkelijker dan grote, in andere niet. De lijnen zijn kort, de informatiestromen zijn helder, beslissen gaat snel, er is flexibiliteit. Niet lullen maar poetsen. Het is aan de andere kant veel lastiger voor kleine organisaties om een goede strategie uit te stippelen. Door de kleinschaligheid is het een uitdaging om over je eigen schaduw heen te kijken. Er zijn minder hulpmiddelen. Er is vaak minder geld, minder gevarieerde deskundigheid. Er is soms navelstaren. Als de eigenaar ook bestuurder is, ontstaan er conflicts of interest. Dat zijn voor kleine bedrijven vaak grote problemen. Niet voor niets gaan ze vaak failliet.
Grote bedrijven hebben die nadelen niet of veel minder. Zij kunnen makkelijker krediet krijgen, de goede mensen inhuren en hun bedrijfsprocessen optimaliseren. Ze hebben beter risicomanagement. Op hun beurt hebben zij, meer dan kleinere organisaties, te maken met een breed scala aan andere uitdagingen. Die variëren van complexe regelgeving en externe toezichthouders tot een diversiteit aan belanghebbenden en uitgebreide operationele processen. De meer formele bedrijfsstructuur staat soms in de weg van een effectieve aanpak van deze uitdagingen. Je kunt dus niet zeggen dat het leiden van een kleine organisatie makkelijker of moeilijker is dan het leiden van een grote organisatie.
Je moet als kleine organisatie beseffen dat je governance naarmate je groter wordt niet zozeer gecompliceerder maar vooral anders wordt. Dat is een proces. Daarbij moet je steeds de vinger aan de pols houden. Zo zal een organisatie op een gegeven moment over moeten stappen naar een vorm van intern toezicht zoals een adviesraad of raad van toezicht of een raad van commissarissen. Doe je dat niet (op tijd), dan kunnen de voordelen van de (ooit) kleine organisatie omslaan in het tegendeel. Niet lullen maar poetsen wordt dan blindheid en kokervisie. De vorm en complexiteit van de governance zijn dus een dynamisch groeiproces. Daarbij moet je steeds de juiste balans zoeken. Grotere bedrijven moeten zich blijven afvragen of hun structuren niet uit balans zijn geraakt. Hoe kunnen we met behoud van de noodzakelijke checks and balances onze beslissingsprocessen optimaliseren? Welke interne structuren, regels, documenten, processen kunnen simpeler? De uitdaging als je groter wordt is om telkens weer de voor de omvang van de organisatie precies noodzakelijke structuur en controle te vinden.
Kleine bedrijven moeten streven naar het implementeren van basis governance-structuren om hun groei te ondersteunen, grote bedrijven moeten zorgen voor continue aanpassing en verbetering van hun governance-praktijken om relevant en competitief te blijven.
Net zoals ouders moeten leren omgaan met de veranderende behoeften van hun kinderen, moeten bedrijven hun governance-strategieën aanpassen aan hun groei en evolutie. Door de juiste balans te vinden, kunnen bedrijven - groot en klein - succesvol navigeren door de uitdagingen van vandaag en morgen. Zonder zorgen.
Frank Kunneman (frank@ frank.kunneman.com) is advocaat op Curaçao en expert op het gebied van corporate governance.