Dit blijkt uit onderzoek over actie en herdenken slavernij
Door Cees Luckhardt
Een dag na de perspresentatie over het plan rond een nationaal Slavernijmuseum verscheen op 16 februari het ‘Dialoogprogramma slavernijverleden. Een onderzoek over actie en herdenken’. Een onderzoek dat plaatsvond in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). In tegenstelling tot het museumplan werden hier niet ruim vijfduizend mensen voor bevraagd, maar ‘slechts’ tweehonderdzeventig personen.
Wel was het volgens de opstellers zo dat iedereen die verbinding voelde met de thema’s in heel Nederland mee mocht komen praten over de vraag: ‘Hoe moet een herdenkingscomité eruitzien en hoe dient een regeling voor maatschappelijke initiatieven of acties worden ingericht?’
Hoewel opgemerkt is dat een klein deel van de dialogen online plaatsvond, is daarmee niet duidelijk of ook inwoners van de Nederlands-Caribische eilanden hebben deelgenomen. Het blijft hierdoor onduidelijk of en in welke mate deze bewoners het eindresultaat hebben kunnen beïnvloeden. Uit het bijgeleverde beeldmateriaal is wel terug te vinden dat vooral vrouwen uit de randstad in de leeftijdscategorie 41-60 jaar hebben deelgenomen.
Uit de gegevens van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat opgeroepen wordt tot een Nationale herdenking en meer onderwijs over het slavernijverleden, maar dan ook over haar erfenis in het nu. De onderzoekers van de organisatie True Talk hebben van de deelnemers meegekregen dat zonder bewustwording, geen herdenking mogelijk is. Slavernij herdenken is, zo is duidelijk gemaakt, niet alleen stilstaan bij het teruggeven van de vrijheid die eeuwenlang is afgenomen, maar ook stilstaan bij het feit dat met de afschaffing het denken dat bij de slavernij hoorde, niet werd afgeschaft. Het denken in ongelijkheid van toen, is een erfenis die tot in de samenleving van nu doorwerkt. Daar moet volgens de deelnemers logischerwijs bij stilgestaan worden, zoals men dat ook al jaarlijks doet bij andere herdenkingen. Een bekend voorbeeld is de jaarlijkse herdenking bij het Auschwitz-monument onder de titel: ‘Nooit Meer Auschwitz’ als een signaal tegen het opkomende antisemitisme.
De onderzoekers constateren zelf ‘dat het onderzoek over slavernij over het verleden gaat, maar dat mensen praten over ongelijkheid in het heden’. Nadat ze dit opmerken komen zij met de mededeling dat ongelijkheid ‘een diepliggend thema is dat persoonlijk raakt’. ,,Dit inzicht overstijgt beide onderzoeksvragen”, zo meent True Talk. Dat vind ik bijzonder, omdat beiden thema’s toch als uitgangspunt zouden moeten hebben de bewustwording en het gesprek aangaan over wat het verleden en wat de erfenis van slavernij is in de samenleving nu. De ongelijkheid kan duidelijk in beeld gebracht worden als we maar de slavernijgeschiedenis opnieuw contextualiseren.
De meerderheid van de deelnemers blijkt geen duidelijk beeld te hebben bij ondersteuning van maatschappelijke initiatieven of hoe het gezamenlijk herdenken eruit zou moeten zien. De respondenten vragen vooral aandacht voor het grotere probleem van structurele ongelijkheid. Erkenning en verbinding zijn daarbij de sleutelbegrippen. In de bewustwording krijgt dus vooral onderwijs een belangrijke rol van de deelnemers. In de top 10 van meest genoemde maatschappelijke initiatieven staat met, bijna twee keer zoveel stemmen als nummer 2, helemaal bovenaan: ‘Onderwijs, educatie en jeugd’. Op de tweede plek ‘bewustwording’ met op de derde plek ‘sociale ongelijkheid en racisme’. Het laagst scoort ‘diversiteit en inclusie’, op plek 10.
Bijzonder in de paragraaf over herdenken is de constatering ‘dat zonder bewustwording je niet kan herdenken’. De meeste deelnemers vinden dat iedereen zou moeten herdenken, waarna maar liefst 66 mogelijke herdenkingsvormen zijn voorgesteld. Met eveneens op één: ‘onderwijs, educatie & jeugd’. Opvallend is dat in de categorie herdenken ook over ander onderwerpen gesproken is. De deelnemers spreken hier ook over ‘een viering, aandacht voor voorouders, emotie en kennis van afkomst’.
Helaas is de vraag niet gesteld of bepaalde monumenten, straatnamen of standbeelden wel of niet aangewend zouden kunnen worden voor herdenken. Of dat dit juist ongepast is omdat dit te eenzijdig uitleg geeft over ‘onze helden’. Het onderzoeksbureau True Talk laat met de uitkomst van dit onderzoek zoveel onderwerpen onaangeroerd dat ze van de overheid (BZK) nog veel nieuwe onderzoeksopdrachten kan verwachten.
Zo is het doorgeven van herinneringen en de invloeden die deze in het heden hebben en de rol die herdenken hierin eventueel kan spelen afgeslagen met ‘die inzichten overstijgen de hoofdvraag, die gaat over slavernij in het verleden’.