Door Frank Kunneman
Bent u arts, dominee, directeur, advocaat, rechter, pastoor, accountant, commissaris of bankier? Nog niet lang geleden wás u dan iemand. Onder de schijnbaar veilige stoel waarop u als notabele kon plaatsnemen, al dan niet in de Rotary of op de golfclub, zijn de poten inmiddels weggezaagd. Al deze functies en hoedanigheden hebben aan gewicht en maatschappelijke status ingeboet. Deels doordat voorbeelden van ernstige misstanden - kindermisbruik, falende integriteit, geldbelustheid - mede door de (sociale) media veel sneller openbaar worden. Pijlsnel en meedogenloos worden de heren (en sommige dames) in de publieke opinie berecht.
Maar ook is de rechtsstatelijke paraplu waaronder velen zich veilig waanden, de afgelopen jaren in een steeds sneller tempo aan flarden gerukt. Dat geldt voor de bolwerken van democratie, zoals de Verenigde Staten, en ook voor landen met een totalitaire traditie. Deze noemden zich na WO II korte tijd democratisch, maar hebben in snel tempo weer hun oorspronkelijke gedaante aangenomen. Instituties zoals de rechterlijke macht, de politie, de Algemene Rekenkamer en de Centrale Bank worden niet meer op hun woord en reputatie geloofd. Het lijkt of alles wat zij betekenen en doen in twijfel wordt getrokken.
En dan lijken ook nog wereldwijd de maatschappelijke burgerlijke elites, waartoe de notabele beroepsgroepen behoren, in omvang en invloed af te nemen. Je hebt in veel landen alleen nog arm en rijk. De Gini-coëfficiënt - een index die de mate van (on-)gelijkheid aangeeft voor inkomen en vermogen - neemt mondiaal gezien in snel tempo toe. Volgens Bernie Sanders (de Volkskrant, 14 oktober 2023) bezitten de drie rijkste miljardairs in de Verenigde Staten (Bezos, Musk en Buffet) samen méér geld dan de gehele onderste helft van de Amerikaanse samenleving (163 miljoen mensen). Terwijl de kloof tussen arm en rijk groter wordt, verdwijnt de middenmoot.
Tegenover deze afbraak nemen veel gezagsdragers een krampachtige en tegenstrijdige houding aan. Aan de ene kant eisen ze meer openheid en transparantie van burgers en organisaties, aan de andere kant laten ze een groot wantrouwen zien. Miljoenen camera’s kunnen ons overal volgen en bij het openen van een simpele bankrekening worden minutieuze compliance-eisen gesteld. Tegelijkertijd worden misstanden die zijn veroorzaakt door dezelfde gezagsdragers genegeerd of verhuld, vergoelijkt of publicitair weggepoetst. Al die camera’s en compliance-eisen roepen het uit: ik als overheid vertrouw jou niet, maar jij moet mij wel vertrouwen. Dit is het tegengestelde van de integere vertrouwensbasis waarop goede governance rust.
Heeft het in onze snel polariserende wereld dan nog wel enige zin om goede corporate governance in de praktijk proberen te brengen? De kernwaarden van goede governance zijn immers transparantie, verantwoording en integriteit. En juist die kernwaarden staan tegenwoordig mondiaal onder steeds grotere druk. Hebben ze misschien hun beste tijd gehad?
Ik denk dat de oplossingsrichting zit in het toepassen van goede governance in de eigen sociale omgeving. De kracht zit in de kwaliteit van het directe menselijke contact. Zoals je in de relatie met je partner van elkaar eerlijkheid en openheid verwacht, en vindt dat je elkaar zo nodig op verkeerd gedrag kunt aanspreken, zo geldt hetzelfde in de relaties op je werk en in de omgeving waarin je functioneert. Dat is de kern van goede corporate governance. Het goede nieuws is dat dit voor ieder van ons direct realiseerbaar is. Dat het mondiaal niet echt wil lukken, hoeft daaraan niet in de weg te staan. Notabele of niet.
Frank Kunneman (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) is advocaat op Curaçao en expert op het gebied van corporate governance.