Door Peter Kavelaars
Arbeid flexibiliseert al decennialang in toenemende mate. Die flexibilisering betreft allerlei aspecten waaronder de omvang van de aanstelling, de vorm van de werkzaamheden maar ook de locatie van de werkzaamheden. Wat betreft dat laatste gaat het om de toename van het thuiswerken dat vooral is veroorzaakt door de corona-epidemie en dat zich nadien heeft voortgezet zij het wel in veel beperktere mate. Strikt genomen zijn aan deze vormen van flexibilisering nauwelijks fiscale gevolgen verbonden. Maar dat kan anders liggen bij een geografische flexibilisering van de arbeid. Daarvan zijn diverse voorbeelden te geven. In de eerste plaats speelt het ten gevolge van het toegenomen thuiswerk bij mensen die in het ene land wonen en regelmatig of zelfs dagelijks in een ander land werken. We spreken dan doorgaans van grenswerkers bij buurlanden maar het kan zich ook voordoen tussen de Caribische eilanden. Voor veel werkzaamheden is het volstrekt niet meer relevant waar mensen hun werkzaamheden verrichten: hun werkzaamheden zijn geheel elektronisch vormgegeven. Zo liep ik afgelopen week via Linked-in toevallig tegen een oud collega uit Nederland aan die met haar zeilboot de wereld rondreist en twee dagen per week vanuit de zeilboot haar fiscale praktijk runde, toevallig op dat moment juist vanuit Bonaire en Curaçao.
Allemaal leuk en aardig, maar het levert fiscaal nog wel enige hoofdbrekens op hoe dat met de heffing over de inkomsten gaat. Het internationale fiscale systeem is hier nauwelijks op ingericht. Hetzelfde geldt voor de sociale verzekeringsplicht. Het is ook niet zo gemakkelijk om dat te regelen omdat het deels sterk afhankelijk is van de omstandigheden van het geval en deels ook van de regels in de wetgevingen van landen en belastingverdragen tussen landen. Neem het geval van de oud-collega. De eerste vraag is al waar zij inwoner is. Ze woont op haar boot en die bevindt zich op verschillende locaties. Er is dus in zo’n situatie veelal geen woonland dat kan heffen. Sommige landen hanteren wel de regel dat wanneer iemand minder dan een bepaalde periode - veelal een jaar - geen inwoner is en dan weer terugkeert en men gedurende de afwezigheid ook niet elders woonachtig was, men in de periode geacht wordt in het oorspronkelijke woonland te zijn blijven wonen. Dat is een verstandige regel. Maar als men langer dan de termijn weg blijft, werkt die dus niet meer. Het verdient daarom aanbeveling een niet te korte termijn te nemen. Voortbordurend op het voorbeeld van de oud-collega: stel dat ze op Bonaire en Curaçao vanuit haar boot belastingadvies uitbrengt, wordt er dan belasting geheven over de opbrengsten? En kan er bijvoorbeeld omzetbelasting worden geheven? Het antwoord zal doorgaans ontkennend zijn want de verblijfperiode is te kort en in feite is er ook geen vaste locatie waar de werkzaamheden worden verricht hetgeen normaliter wel noodzakelijk is. Maar als er al regels zijn die heffing formeel mogelijk maken, dan is het uiteraard nog maar zeer de vraag hoe dat uitgevoerd moet worden. De lokale belastingdienst zal met het verblijf en de gegenereerde inkomsten niet bekend zijn en de kans dat de werknomade zich spontaan bij de Belastingdienst meldt is stellig ook minimaal. Vandaar ook dat het van groot belang is dat landen die hiervoor vermelde woonfictie toepassen, omdat anders in dit soort gevallen de heffing over inkomsten gemakkelijk volledig tussen wal en schip valt. Dat kan en mag niet gebeuren. Overigens wordt er ook wel voor gepleit bij een wat langer verblijf van een werknomade een expliciete vrijstelling in de fiscale wetgeving op te nemen. De gedachte is dat dit werknomaden aantrekt die dan een positief effect op de economie hebben van het tijdelijke land van verblijf. Dat zal zeker het geval kunnen zijn, maar zoals gezegd dreigt het gevaar dat betrokkenen nergens belasting betalen. Dat kan wat mij betreft niet de bedoeling zijn.
De werknomaden vormen een redelijke kleine groep. Ik noemde hiervoor ook al andere gevallen zoals grenswerkers, maar ook is te denken aan gedetacheerde werknemers die veelal vaker thuiswerken. Wat betreft grenswerkers - degenen die in het ene land wonen en wekelijks een of meer dage in een ander land werken - kennen veel landen en belastingverdragen de regel dat deze personen alleen en volledig belastingplichtig en veelal ook sociaal verzekerd zijn in het woonland. Dat wijkt af van de gebruikelijke regel dat men voor de arbeidsinkomsten belastingplichtig is in de werkstaat. In dergelijke gevallen leidt toenemend thuiswerk niet tot een complicatie omdat de heffingsbevoegdheid toch al aan de woonstaat werd toegewezen. Wordt niet aan de voorwaarden voor een dergelijke regeling voldaan of kent het verdrag geen woonstaatregeling voor grenswerkers dan leidt meer thuiswerk tot verschuiving van de heffingsbevoegdheid naar de woonstaat die dan deels ook meer werkstaat wordt. Veelal is de arbeid sterk flexibel zodat dit per week weer kan verschillen. Kortom, er kunnen hele moeilijke variërende situaties ontstaan. Iets vergelijkbaars kan zich voordoen bij uitgezonden werknemers die toenemend thuiswerken. In dit soort gevallen zou eigenlijk moeten worden gewerkt met een soort marge. Men zou kunnen denken aan de regel dat als werkzaamheden in de woonstaat over een langere periode gemiddeld minder dan een bepaald aandeel van de totale werkzaamheden uitmaken, daarmee geen rekening wordt gehouden. In de Europese regels inzake sociale zekerheid kende men dergelijke regelingen al wel maar die zijn onlangs deels verder aangepast om aan de toenemende thuiswerksituaties tegemoet te komen. In belastingverdragen kennen we dergelijke regels (nog) niet maar Nederland is bijvoorbeeld een voorstander dergelijke regels ook daarin op te nemen, met name met de buurlanden België en Duitsland. Die landen vertonen op dit punt echter nog niet veel enthousiasme maar zoals gezegd is dit een zinvolle aanpak die in breder verband zou moeten worden toegapast. De Oeso zou hier een goede rol moeten vervullen.
Peter Kavelaars is hoogleraar Fiscale Economie aan de Erasmus Universiteit en of counsel bij Deloitte Dutch Caribbean.