Door Mitchell Karman
Stelt u zich eens voor: het is zaterdagochtend, u bent vrij en geniet van de Caribische zon met een kop vers gezette koffie. Al wandelend in uw badjas loopt u naar de brievenbus, terwijl u nog een slokje neemt van het zwarte goud. Onder in de stapel post vindt u een ongebruikelijke envelop, afzender: Ministerie van Financiën Landsontvanger. Enigszins vertwijfeld maakt u de envelop ter plekke open, waarna de koffie op cartoonistische wijze uw mond verlaat. ‘AANMANING/DEMAND-NOTE’, staat er bovenaan de brief. Volgens de administratie van de Ontvanger heeft u nog een belastingschuld van enkele duizenden guldens. Als u niet binnen veertien dagen betaalt, worden juridische stappen ondernomen en de bijkomende kosten komen dan geheel voor uw rekening.
Een bron van frustratie
Voor veel inwoners van Curaçao is dit scenario aan de orde van de dag, zo blijkt ook uit recente uitspraken van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De openstaande aanslagen - niet sporadisch met boete - zijn nooit bij de belastingbetaler aangekomen, waardoor hij pas op de hoogte komt van de aanslagen op het moment dat de Ontvanger een aanmaning verstuurt, of er een deurwaarder op de stoep staat. Onder tijdsdruk (de rechter geeft twee weken) moet er nu bezwaar worden aangetekend. Vaak kan het bezwaarschrift ook niet goed worden gemotiveerd, omdat de motivering van de aanslag door de belastingdienst op dat moment bij de belastingplichtige onbekend is. Daarna is het koffiedik kijken omdat de belastingplichtige geen idee heeft wanneer zijn bezwaarschrift in behandeling zal worden genomen.
Om te voorkomen dat er beslag op uw bezittingen wordt gelegd moet u ook nog uitstel van betaling aanvragen bij de Ontvanger. Alhoewel deze in beginsel altijd dit uitstel verleent, is het nog maar de vraag of dit ook juist in de administratie wordt verwerkt en daarmee de invorderingsmaatregelen ook echt worden opgeschort. Daarnaast wordt het uitstel vaak slechts voor een paar maanden verleend, terwijl een bezwaar- en/of beroepsprocedure doorgaans veel langer in beslag neemt.
Leuker: creëer een gelijk speelveld
Momenteel bestaat er een praktijk waarin de Inspectie en masse ambtshalve (lees: geschatte) belastingaanslagen oplegt. Hierdoor wordt de belastingplichtige op kosten gejaagd. Naast dat er kosten worden gemaakt voor de bezwaarprocedure, komt het ook regelmatig voor dat de Inspectie niet reageert op het ingediende bezwaar. Hierdoor moet vervolgens een beroepsprocedure worden gestart, hetgeen eveneens de nodige tijd, energie en geld kost. In een situatie zoals wij die op ons eiland kennen - waarbij de Inspectie structureel niet de capaciteit heeft om de belastingplichtige te woord te staan - is het wenselijk dat de belastingplichtige in bescherming wordt genomen.
In het huidige systeem heeft de Inspecteur negen maanden de tijd om uitspraak op bezwaar te doen. De wetgever acht die negen maanden een redelijke termijn om een bezwaarschrift te behandelen. Doet de Inspecteur niet binnen de gestelde termijn uitspraak, dan wordt dat gezien als een ‘fictieve weigering’ waartegen beroep kan worden ingesteld. De belastingplichtige heeft dan twaalf maanden de tijd om in beroep te gaan tegen het niet tijdig doen van uitspraak. Daarmee kan de Inspecteur ertoe worden bewogen om een beslissing te nemen, of de rechter kan zelf een beslissing nemen over het onderliggende geschil. Indien deze twaalf maanden zijn verstreken, ontstaat er een patstelling met de belastingplichtige als latente verliezer. Immers, bij het gerecht is de belastingplichtige niet meer ontvankelijk en de Inspecteur geeft geen gehoor. In een dergelijk geval moet de belastingplichtige wachten totdat de Inspecteur eindelijk uitspraak doet om weer toegang tot de rechter te krijgen. In de tussenliggende periode blijft de aanslag gewoon bestaan en is het aan de Ontvanger of deze al dan niet uitstel van betaling verleent.
Het is vreemd dat het instellen van beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar überhaupt is gebonden aan een termijn. U kunt dus te laat zijn met de Inspectie erop wijzen dat deze te laat is, met als gevolg dat de aanslag gewoon blijft staan. Om dergelijke ongewenste situaties te voorkomen, is het wenselijk een model over te nemen, waarbij een beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar niet aan termijnen is gebonden.
Wellicht rechtvaardigt het niet tijdig reageren door de Inspectie nog wel verdere bescherming van de belastingplichtige. Zoals boven geschetst, kent ons huidige systeem de leer van de ‘fictieve weigering’. Men zou ook kunnen overwegen om dit om te draaien in een leer van ‘fictieve toekenning’, hetgeen in zou houden dat indien de Inspecteur niet binnen negen maanden uitspraak doet op bezwaar, of ten minste het bezwaar in behandeling heeft genomen en met belastingplichtige daarover in overleg is, het bezwaar wordt geacht te zijn gehonoreerd.
Wellicht dat een dergelijk systeem er wel voor zal zorgen dat de Inspectie genoeg capaciteit krijgt om bezwaarschriften binnen de gestelde termijn te behandelen. Dit zou niet alleen de belastingplichtige veel stress en kosten besparen, maar zou ook ons gerechtelijk apparaat verlichten.
Makkelijker: gebruik het portaal
Sinds enkele jaren kunnen belastingplichtigen hun aangiften via het online portaal indienen. Het zou voor alle betrokkenen efficiënter zijn als zij ook hun aanslagen via datzelfde portaal kunnen ontvangen. Bij voorkeur nog met een (geautomatiseerd) mailtje naar het bekende emailadres erachteraan, met de melding dat er een aanslag is klaargezet in het portaal. Het resultaat: de belastingaanslagen raken niet meer verloren in de post en daarnaast ook nog een kostenbesparing.
Hieraan zou de mogelijkheid voor belastingplichtigen om ook via het portaal bezwaar aan te tekenen kunnen worden toegevoegd, waardoor de gehele procedure centraal in één systeem wordt beheerd. In het ideale geval heeft de Ontvanger ook toegang tot dit systeem, zodat automatisch uitstel van betaling kan worden verleend voor de duur van de procedure. Van de Inspecteur kan worden verwacht dat de aanslagen voldoende en duidelijk worden gemotiveerd en van de belastingplichtige kan dan als voorwaarde voor het verlenen van uitstel van betaling worden geëist dat het bezwaarschrift ook is gemotiveerd.
Tijd voor zuivere koffie
De kern van het probleem kan eigenlijk worden herleid tot twee punten: de opgelegde ambtshalve aanslagen die niet aankomen en een gebrek aan respons van de kant van de Inspectie. Ten aanzien van het eerste punt kan een aanzienlijke vooruitgang worden geboekt door aanslagen digitaal kenbaar te maken en ook bezwaren en uitstel van betaling (automatisch) te faciliteren. Met betrekking tot het tweede punt zou men kunnen betogen dat de belastingplichtige meer rechtsbescherming zou moeten worden geboden. Dit kan worden bereikt door de beroepstermijn tegen het niet doen van uitspraak af te schaffen, of - nog een schepje daarbovenop - alle bezwaren die na negen maanden nog niet in behandeling zijn genomen automatisch te honoreren. Mocht de wetgever nog vragen hebben hoe dit nader kan worden vormgegeven; ik kom dan graag langs voor een kop oploskoffie.
De auteur van deze bijdrage is Mitchell Karman, Manager Tax bij Ernst & Young Tax Advisors Dutch Caribbean op Curaçao. Zie ook: ey.com/en_cw