Door Armand Hessels
De Landsbegroting van Aruba is een schatting van de toekomstige inkomsten en uitgaven. De realisatie wordt na afloop van het jaar vastgelegd in de jaarrekening. Daartoe worden gedurende het jaar alle inkomsten en uitgaven in principe bijgehouden aan de hand van facturen en andere documentatie door de ‘interne controle’ van de departementen, gevolgd door de Centrale Accountantsdienst (CAD). Het eindverslag in de vorm van de jaarrekening wordt opgemaakt door Directie Financiën en gecontroleerd door de Algemene Rekenkamer. Als het goed is, komen de cijfers van de begroting en de jaarrekening zoveel mogelijk met elkaar overeen. De vergelijking tussen deze twee door het parlement maakt duidelijk of de begroting realistisch is opgesteld.
De praktijk
Dat was de theorie. De praktijk is heel anders: reeds in een vroege fase van de status aparte werd de interne controle in allerlei departementen opgeheven. Dat betekende meer werk voor de CAD, maar terwijl daar aan het begin van de status aparte ruim 30 financiële medewerkers (onder wie verschillende accountants) werkzaam waren, zijn dat er momenteel nog amper vijf! Terwijl de werkzaamheden veel omvangrijker en complexer zijn geworden. Daardoor kunnen slechts steekproefsgewijs controles worden uitgevoerd, waarbij het opvalt dat er bij praktisch elk onderzoek malversaties aan het licht komen. Het is onder deze omstandigheden vrijwel onmogelijk een jaarrekening samen te stellen die kan rekenen op de vereiste goedkeuring van een externe accountant. Dat is dan ook nóóit gebeurd in de Arubaanse geschiedenis! De noodzakelijke vergelijking tussen begroting en jaarrekening door het parlement heeft hierdoor eveneens nog nooit plaatsgevonden.
De noodzaak van jaarrekeningen
Als het goed is, geeft de jaarrekening een duidelijk overzicht van de financiële gang van zaken. Aan de hand van de jaarrekening van ondernemingen kan de Belastingdienst zien hoeveel winst er is gemaakt en wat er dus aan belasting moet worden betaald. De ondernemer zelf krijgt een beeld hoeveel winst of verlies er is gemaakt waardoor hij zijn beleid zo nodig kan aanpassen. Voor externe financiers als banken is de jaarrekening van bedrijven een belangrijke voorwaarde voor eventuele verdere leningen. De jaarrekening is ook een belangrijk instrument om mogelijke fraude vast te stellen. Betrouwbare informatie via de door de accountant goedgekeurde jaarrekening is dus heel belangrijk voor aandeel- en toezichthouders, financiers, investeerders, crediteuren en Belastingdienst. Die kunnen dan de juiste financiële beslissingen nemen over de onderneming. Het is dan ook volledig terecht dat de regering van elke instantie die hij subsidie verleent, een jaarrekening eist die inzicht verschaft of de verkregen subsidie naar behoren wordt gebruikt. En het is in dit licht dan ook volslagen onbegrijpelijk en onacceptabel dat de Arubaanse regering zélf NOG NOOIT (!!!) een door een accountant goedgekeurde begroting heeft ingediend. Daarmee zondigt hij niet alleen jaarlijks tegen de Staatsregeling en de Comptabiliteitsverordering, maar ook tegen principes van deugdelijk bestuur zoals transparantie en het afleggen van verantwoording. Hierdoor hebben Arubaanse burgers als aandeelhouders (belastingbetalers) geen betrouwbaar beeld in hoeverre hun geld op behoorlijke wijze is gebruikt.
Vragen en mogelijke antwoorden
Waarom is er sprake van een dergelijk structureel tekortschietende financiële controle en verantwoording? De afgelopen 30+ jaar hebben opeenvolgende regeringen onophoudelijk als smoes aangevoerd dat de commerciële sector beter betaalt en daarmee de meeste goede krachten weglokt van de overheid. Maar…als goed financieel beheer zo belangrijk is voor het Land en de regering werkelijk belang hecht aan een goede controle, dan had hij toch al lang geleden speciale beurzen beschikbaar gesteld voor studenten om zich op dit terrein te bekwamen? En waren er ook al lang aanpassingen gemaakt op de financiële vergoedingen van dit (en ander noodzakelijk) kaderpersoneel om die aan te trekken en voor langere tijd te behouden?
Het lijkt er daarom veeleer op dat opeenvolgende regeringen ongeacht hun politieke kleur er alle belang bij hadden dat de publieke financiën zo ondoorzichtig mogelijk waren en dat ook bleven. Zo konden zij daar min of meer vrijelijk over beschikken. Voor een voormalige AVP-premier betekende de chaos in het financieel beheer dat de rechter in de geruchtmakende zaak van Fondo Desaroyo Nobo San Nicolaas (2008) onvoldoende bewijs kon vinden om de premier te veroordelen: …’er is geen goedgekeurde jaarrekening waarop kan worden afgegaan’ waardoor ‘jaarrekeningen niet goed met elkaar kunnen worden vergeleken’. Volgens de rechter ‘is het niet aan het gerecht om zelf alles te gaan uitrekenen en te gaan vergelijken. Er moet afgegaan kunnen worden op de voorhanden bewijsstukken en die zijn onvoldoende inzichtelijk…’.
Wie verwachtte dat de (MEP-)opvolger van deze premier deze uitspraak als motief zou gebruiken om het financieel beheer aanzienlijk te verbeteren kwam bedrogen uit. Blijkbaar was/is financiële ondoorzichtigheid ‘politiek noodzakelijk’. Het is pas sinds de instelling van het College Aruba financieel toezicht (CAft) en de grote Nederlandse druk dat er werkelijk verbeteringen plaatsvinden. Daarbij wordt duidelijk hoe groot de administratieve chaos was: na ruim vijf jaar ‘intensieve begeleiding’ is het nog steeds niet mogelijk gebleken de eerste goedgekeurde jaarrekening op te leveren…
De auteur van deze opiniebijdrage, Armand Hessels, is verbonden aan de Stichting Deugdelijke Bestuur Aruba. Voor meer informatie zie ook de website www.deugdelijkbestuuraruba.org. Op 12 april 2021 verscheen in deze krant van zijn hand: ‘De (Arubaanse) begroting, een hoofdpijndossier’.