(1) Introductie
Een landsverordening die de concurrentie moet verbeteren
11 April 2017 kan de boeken in als een bijzondere dag. Niet alleen was het op die dag volle maan, ook tekende de gouverneur van Curaçao, mevrouw L.A. George-Wout, een bijzonder landsbesluit. Bijzonder, omdat daardoor de Landsverordening inzake concurrentie in werking zal treden, die - als het goed is - gaat leiden tot betere producten en diensten en lagere prijzen. De nieuwe wet geeft regels om de vrije mededinging tussen bedrijven op Curaçao te verbeteren. Met de landsverordening kan worden opgetreden tegen bedrijven die in het geheim afspraken met elkaar (blijven) maken, en die daardoor de vrije concurrentie belemmeren. Het wordt ook mogelijk om machtige bedrijven die misbruik maken van hun sterke positie in de markt aan te pakken. Beide zijn ongunstig voor zowel de consument als de economische groei. Zonder concurrentie blijven de prijzen van producten en diensten kunstmatig hoog, en bedrijven krijgen te weinig prikkels om te vernieuwen. Als de landsverordening per 1 september aanstaande in werking treedt zal een onafhankelijke mededingingsautoriteit (de al meermaals in deze krant besproken Fair Trade Authority Curaçao, FTAC) gaan controleren of bedrijven misbruik maken van hun marktmacht, en of er afspraken tussen bedrijven zijn gemaakt die de concurrentie verstoren. Daarmee treedt Curaçao in de voetsporen van meerdere andere kleine landen in de Caribische regio. Onder andere Barbados, Jamaica en de Bahama’s kennen al mededingingswetgeving en hebben een mededingingsautoriteit die controleert of de mededingingsregels worden nageleefd. Om de lezers van deze krant bekend te maken met het mededingingsrecht en het werk van de FTAC zal ik de komende weken in vier columns aandacht besteden aan de introductie van het mededingingsrecht op Curaçao, en de mogelijke gevolgen daarvan voor bedrijven en burgers. Daarbij zullen vragen aan bod komen als - Wat is de reden voor de invoering van de nieuwe mededingingsregels?- Wat is een kartel?- Wat is machtsmisbruik?- Wat is een concentratie en wanneer moet deze gemeld worden?- Welke onderzoeks- en sanctiemiddelen heeft de FTAC?- Wat zijn de ‘do’s & dont’s’ bij een eventuele inval (‘dawn raid’) van de FTAC?- Wat is de rol van de advocaat bij een onderzoek van de FTAC?- Hoe kunnen klachten worden ingediend bij de FTAC?- Hoe kunnen burgers bedrijven die de nieuwe regels overtreden, aansprakelijk stellen en hun geld terugkrijgen?
Vandaag zal ik aandacht besteden aan de achtergrond van de nieuwe wetgeving en zal ik ingaan op twee belangrijke begrippen in de landsverordening, ‘kartel’ en ‘machtsmisbruik’.
Achterliggende bedoeling
De achterliggende bedoeling van de landsverordening is om van Curaçao een aantrekkelijker land te maken om in te investeren en een aantrekkelijker land voor burgers om in te wonen. De gedachte is dat door het aanpakken van concurrentiebeperkende afspraken en machtsmisbruik, de concurrentie wordt aangewakkerd, waardoor de prijs van producten en diensten op Curaçao omlaag gaat, en de kwaliteit omhoog gaat. Over vijf jaar zal de nieuwe wet worden geëvalueerd, om te onderzoeken of die zijn doel heeft bereikt. De veronderstelling van de wetgever is dat op Curaçao de concurrentie nog niet optimaal verloopt en dat consumenten nu soms te veel voor een product of dienst betalen en daar te weinig voor terugkrijgen. Of dat echt zo is, kan de lezer wellicht zelf het best beoordelen. Internationale vakliteratuur geeft de Curaçaose wetgever in elk geval gelijk; daaruit blijkt dat juist in kleine economieën, zoals die in de Caribische regio veel voorkomen, het risico van ‘marktimperfecties’ reëel is; in zulke economieën blijkt vaker (dan in grotere economieën) sprake te zijn van kartels en van machtsmisbruik. Maar wat betekenen die begrippen eigenlijk?
Kartels
Een kartel (spreek uit: kartèl) is, (te) kort gezegd, een afspraak tussen twee of meer bedrijven die bedoeld is om de onderlinge concurrentie te verminderen. Kartels zijn er in verschillende soorten en maten. Zo bestaan er bijvoorbeeld calculatiekartels, waarbij bedrijven (in het geheim) afspraken maken over de kostprijs van een product of dienst. Een ander voorbeeld is een prijskartel - een kartel waarbij bedrijven afspreken producten niet beneden een bepaalde prijs te verkopen. Een bekend voorbeeld daarvan is Nederlandse bouwkartel dat onderling de prijzen voor een werk afsprak (welke kwestie bekend werd als de ‘bouwfraude’). Dat kartel werd in 2001 door klokkenluider Ad Bos aan het licht gebracht. En zo bestaan er meer kartels. Op Curaçao zal de FTAC alleen die kartels aanpakken, waarvan de deelnemende bedrijven samen goed zijn voor een marktaandeel van meer dan 30 procent. Blijven de deelnemende bedrijven onder deze zogeheten ‘bagatelgrens’, dan zal de FTAC ze dus met rust laten. Een voordeel hiervan is dat de FTAC zich de komende tijd kan gaan richten op de ‘echt zware gevallen’, en dus efficiënt met zijn tijd en menskracht om kan gaan. Over vijf jaar kan de wetgever besluiten om dit percentage aan te passen of de bagatelgrens op een andere wijze te bepalen.
Machtsmisbruik
Machtsmisbruik is een andere, veel gehoorde term in mededingingsland. Het komt erop neer dat sommige bedrijven zo groot en machtig zijn op een bepaalde markt dat ze in staat zijn de voorwaarden te dicteren waaronder anderen (burgers, bedrijven of zelfs de overheid) met deze bedrijven zakendoen. Soms zijn zulke bedrijven ‘netjes’ en misbruiken ze hun macht niet. Maar het komt nogal eens voor dat een bedrijf met een machtige positie daarvan wel misbruik maakt - bijvoorbeeld door onrealistische prijzen te vragen omdat zijn klanten toch nergens anders heen kunnen. De bedoeling is dat de FTAC dergelijke bedrijven gaat aanpakken. Om het de FTAC iets gemakkelijker te maken heeft de wetgever als regel gegeven dat een bedrijf met een marktaandeel boven de 60 procent altijd een ‘machtspositie’ heeft. Bedrijven met een kleiner marktaandeel kunnen ook een machtspositie hebben, maar dat moet dan wel worden aangetoond. Bedrijven die misbruik maken van hun machtspositie kunnen sancties van de FTAC verwachten, zoals boetes. Over de sanctiemiddelen van de FTAC zal ik in de column van volgende week nader komen te spreken.
P.S. (Sjoerd) Bakker is advocaat bij Spigt Dutch Caribbean en voormalig wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de University of Curaçao en verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam.