Door prof. dr. F.B.M. Kunneman
Wat heeft de Nederlandse centrale bank te zeggen over Ennia? Waar bemoeien ze zich mee? Ennia is toch een Curaçaose naamloze vennootschap en geen Nederlandse? Gebrekkig intern en extern toezicht of niet. Daarover ging de discussie de afgelopen weken. De kranten stonden er hier en in Nederland vol van. Wat is dat eigenlijk, extern toezicht? Hoe ver reikt het Nederlandse financiële toezicht? Mag je wel toezicht uitoefenen in een ander land?
Extern toezicht zien we overal. Door de afstandelijkheid en objectiviteit waarborgt het onze (financiële) veiligheid en onze gezondheid. Het vlees in de supermarkt is gekeurd door een externe toezichthouder. Als het vlees bedorven is, komt het niet in de schappen. Onze lokale vliegtuigmaatschappij Insel Air wordt extern gecontroleerd door onder andere de Curaçaose Burgerluchtvaart Autoriteit (CBA) en door Amerikaanse instanties zoals de FAA. Waaraan ontleent zo’n buitenlandse instantie het recht om iets over de vliegtuigen van Insel Air te zeggen? Heel simpel: als die vliegtuigen en het Curaçaose toezicht daarop niet aan de Amerikaanse voorwaarden voldoen, mogen onze Insel Air-vliegtuigen van de Amerikanen wel vliegen, maar niet boven Amerikaans grondgebied, laat staan daar landen.
Zo werkt het ook in onze financiële sector. Nederland ligt nu naast de deur. Op de BES-eilanden is De Nederlandsche Bank (DNB) de externe toezichthouder op de financiële instellingen. Dat zijn onder andere banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Een aantal Curaçaose financiële instellingen heeft een kantoor op Bonaire. In sommige gevallen, zoals bij de bank MCB, is dat een zelfstandige vennootschap. Op die vennootschap oefent DNB toezicht uit. De toezichthouder heeft het recht om vragen te stellen aan de Bonairiaanse (= Nederlandse) vennootschap, óók vragen die betrekking hebben op de ‘moedermaatschappij’ op Curaçao. In het geval van Ennia is er geen sprake van een zelfstandige vennootschap op Bonaire, maar van een bijkantoor, een zogenaamde branche. Dat kantoor is geen zelfstandige financiële instelling, maar als het ware een ‘Ennia-loket’ op Bonaire. Wie oefent toezicht uit op dat loket?
Na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen in oktober 2010 bestond tussen Nederland en Curaçao de afspraak dat deze bijkantoren op de BES-eilanden niet onder extern toezicht van DNB zouden staan. In plaats daarvan zou de Centrale bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) ze blijven monitoren. DNB zou geen zelfstandig (zogenaamd prudentieel) toezicht op deze bijkantoren uitoefenen. Daarom werd daarvoor ook geen wettelijke grondslag gecreëerd. Onlangs is de wet op de BES-eilanden echter veranderd. DNB heeft nu wel het recht om vragen te stellen aan bijkantoren zoals dat van Ennia. Dat kunnen ook vragen over de bedrijfsvoering op Curaçao zijn. Die vragen behoeven door het bijkantoor (of het hoofdkantoor) niet te worden beantwoord. Echter, DNB heeft dan wel het recht om het bijkantoor te sluiten.
De conclusie: er is geen rechtstreeks extern toezicht van DNB op Ennia of op enige andere op Curaçao gevestigde financiële onderneming. Als zo’n onderneming echter een bijkantoor heeft of wil hebben op de BES-eilanden, dan heeft DNB sinds kort het wettelijk recht om vragen te stellen over het bijkantoor en de Curaçaose moederonderneming. Aan de aard van het antwoord, of het uitblijven daarvan, kunnen gevolgen worden verbonden (voor het bijkantoor). En zo is er via een omweg dus toch extern Nederlands financieel toezicht op Curaçaose financiële instellingen. Net zoals de Amerikaanse FAA indirect iets te zeggen heeft over (het toezicht op) Insel Air op Curaçao. Doe je het niet zoals wij het willen, dan mag je bij ons niet landen.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.