De Funchi-revolutie
Om het toch wel beschamende wereldrecord van 247 dagen regeringloosheid te gedenken hebben de Belgen aan dit bestuurlijke drama de ludieke naam van ‘friet-revolutie’ toegekend. In ons geval zou ik aan de vanaf 10-10-10 ingetreden bestuurloze periode onder de regering Schotte de naam van ‘funchi-revolutie’ willen toekennen.
Ook wij lijden onder bestuurloosheid tenzij men natuurlijk het veranderen van namen van opleidingsinstituten, het houden van nepotistisch getinte zuiveringsacties in raden van commissarissen van nutsbedrijven en het schofferen van onze topambtenaren, als ‘besturen’ wil beschouwen. Het wordt er allemaal niet beter op. In een wereld waarin landen qua bestuurlijke omgangsvormen steeds meer op elkaar gelijkgestemd worden zien wij juist het tegenovergestelde gebeuren in het nieuwe land Curaçao alwaar in toenemende mate gezagsdragers en hun vazallen deviant gedrag vertonen in omgang met gezagdragende instituten, organen en personen die hun niet welgevallig zijn.
Aan premier Schotte worden allerlei PR-talenten toegedicht maar hij heeft duidelijk zijn partij- en coalitiegenoten en hun achterban niet in de hand waardoor hij extern een imago tracht uit te dragen dat in de verste verte niet overeenkomt met die van de interne bestuurlijke chaotische werkelijkheid. Na de schandalige stormtroep-achtige zuiveringsacties door het Amparo ‘hit-team’ (welke acties overigens nog steeds voortduren) hebben wij opnieuw te maken met volstrekt ongepaste uitspraken uit de mond van volksvertegenwoordiger Helmin Wiels die er niet voor schroomt om een van de meest prominente personen uit onze maatschappij, de heer Emsley Tromp directeur van de Centrale Bank, te betitelen als een duister en luguber persoon.
Vervolgens wordt, na eerst daarvoor uitgenodigd te zijn, deze directeur op denigrerende wijze geweigerd zijn standpunten over de dollarisatie in het parlement toe te lichten. Dit niet omdat het parlement, maar de heer Wiels persoonlijk het niet eens is met het standpunt van voormelde directeur over het onderhavige. Deze blijkbaar ‘lugubere’ monetaire topman moet dan alle gelegenheid worden ontnomen om ons volk te vergiftigen met zijn verderfelijke invloed, de heer Wiels heeft het op zich genomen om zijn volk manhaftig af te schermen van het dreigende gevaar van een mogelijke dollarisatie. Als in dat proces het nodig is om tegenstanders de mond te snoeren, hoe prominent, integer en professioneel die ook zijn, dan moet dat maar.
In mijn optiek is echter het enige echte lugubere de heerszucht van een voormalige onbeduidende street corner worker die door de politiek omhoog is komen te vallen en die thans, volledig machtsdronken, meent op de meest onoirbare wijze de vloer te kunnen aanvegen met iedereen die hem maar niet zint. Meneer Wiels moet goed beseffen dat aan de status van volksvertegenwoordiger beschaafd en waardig gedrag verbonden is en dat hij sterk afbreuk doet aan die status (en dus ook aan de waardigheid van het land) waarneer hij als een ongelikte beer prominente instituten en personen zonder de minste achting beschimpt en meent deze tegenstanders op eigenzinnige en tirannieke wijze het zwijgen op te kunnen leggen. Dat de PS-voorman niet veel op heeft met het democratisch principe weten wij inmiddels al, maar dit machtsvertoon is werkelijk te gek. Voor de heer Wiels is de wereld te klein wanneer hij zich op Schiphol onwaardig behandeld voelt maar zelf eigent hij zich wel het recht toe om topambtenaren te schofferen en nu zelfs ook de directeur van de Centrale bank te honen en hem laatdunkend, respectloos en geheel ongegrond te weigeren om op dit toch wel uiterst belangrijke beleidspunt onze volksvertegenwoordiging voor te lichten.
Laten wij de zaken in de juiste proporties plaatsen, de heer Tromp heeft gedurende decennia de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen zeer vakkundig geleid waardoor hij een grote rol heeft gespeeld in het duurzaam evenwichtig houden van de (monetaire) economie. Tot ver over de grenzen geniet deze directeur ontzag voor zijn professionalisme en materiedeskundigheid. Dit vergt een ambachtelijk referentiekader dat wel heel ver af staat van het uiterst beperkte bestuurlijke denkraam waarmee de heer Wiels begiftigd lijkt te zijn. Het gemak waarmee deze betweter het standpunt van onze top monetaire expert als onzin afwimpelt is kenmerkend voor de instelling van mensen die smachtend op zoek zijn naar intellectuele erkenning en dit doen door werkelijke experts af te kraken.
Deze tot voor kort volstrekt onbekende en onbeduidende sociaal werker meet zich thans ook de allure aan van monetair expert. Over deze, voor menig financieel expert nog moeilijke materie van de dollarisatie, heeft hij meteen een standpunt ingenomen, geen dollarisatie want: (1) de dollar is internationaal in verval en (2) het is toch prachtig om onze eigen munten te hebben met onze eigen helden daarop afgebeeld. Over dat eerste punt zijn de monetaire experts het nog niet met elkaar eens daar aan het onderwerp een uiterst complexe materie kleeft. Het tweede punt is nauwelijks de moeite waard om op te reageren. Om een dergelijk zwaarwegende monetaire keuze te laten afhangen van een dweepzieke behoefte aan historisch eerbetoon is natuurlijk volstrekt krankjorum.
Maar voor de zoveelste keer blijkt dat de heer Wiels zowel regering als parlement in zijn greep heeft en dat iedereen naar zijn pijpen moet dansen. Hierdoor komen de desastreuze gevolgen van de funchi-revolutie met zijn ‘kouch’i boulo- kultuur’ (knoeierige en aftandse prutscultuur) voor rekening van hem en voor rekening van premier Schotte die de Wiels-terreur immers alle ruimte verschaft om dit nieuwe land om zeep te helpen.