In memoriam Jacob Gelt Dekker
Door Marius Noort
Ruimdenkend, gefortuneerd, ijdel, bereisd, gedreven en uitgesproken. En in beperkter kring: uiterst hartelijk, ruimhartig en geïnteresseerd. Vooral ook: nergens bang voor, groot denken, creëren en problemen te lijf gaan. Tot zondag. Jacob wist dat hij de jarenlange strijd tegen kanker een keer zou gaan verliezen, was hierop voorbereid en had er vrede mee.jacob
Zijn komst naar Curaçao rond de eeuwwisseling kwam voor mij als journalist als een geschenk. Met toerisme in de portefeuille eindelijk een investeerder die zijn woorden met dadenkracht bijzette. Lekker tegendraads en excentriek, vaak goed voor zowel hard nieuws als een stevige mening.
Jacob dacht onnavolgbaar en snel. Had ongeduldige haast om dingen voor elkaar te krijgen.
Jacob geloofde oprecht in vooruitgang en welvaart voor Curaçao en juist dat deel van de bevolking dat het zo hard nodig heeft. Met zoals iedere ondernemer dat heeft geslaagde en minder geslaagde ideeën: Hotel Kurá Hulanda, slavernijmuseum, dialysecentrum, Desert Greenhouse, Peter Stuyvesantdorp, aardwarmte. Hij bemoeide zich evengoed met luchtvaart of de toekomst van de raffinaderij. Zijn netwerk was grenzeloos.
Jacob vond het ook prachtig om netwerken voor anderen tot stand te brengen. Zijn vrienden- en kennissenkring liet hij graag met elkaar kennis maken. De deur stond letterlijk altijd open.
Het leukst en meest bijzonder in mijn geval was de door hem opgezette ontmoeting met de vermaarde onderwaterwetenschapper Sylvia Earle. In de taxi naar Westpunt praten over de rijkdom en bedreigingen van de (diep)zee. En ter plekke het lokale onderwaterleven bewonderen. De boeiende dag leverde een bevlogen verhaal op. Dergelijk samenkomen zette hij vaak in gang. Een paar maanden geleden bij hem thuis in Amsterdam klopte ex-politicus Felix Rottenberg spontaan - ,,Even kijken of je thuis was” - aan. ,,Kom binnen. Rood of wit?” Voor Jacob volstrekt vanzelfsprekende relaties die werden gelegd. Jacob de gastheer, op talloze momenten.
Gesprekken gingen ook vaak over filosofische onderwerpen, andere beschavingen en culturen, geloof, religie, de oorsprong van criminaliteit, haat en liefde. Over de verloren strijd tegen drugs en waarom legalisering voor ieder weldenkend mens de minst kwade oplossing is, maar voor zittende machtsstructuren een onbespreekbaar taboe.
Van de doden niets dan goeds? Nee hoor, hij zou dat zelf ook niet anders dan kritisch hebben gewild. Hij was niet altijd even empathisch en begripvol over de Curaçaose politiek, ambtenarij en lokale elite. Hij kon Amerikaans hard zijn in zijn arbeidsethos, geloofde niet in poldermodellen en had geen medelijden met ‘eilandsdenken’ en ging bij aantijgingen vaak veel te kort door de bocht. De meeste westerse samenlevingen kunnen wel overweg met zo’n karakter, Curaçao niet en dat had hij kunnen weten. Jacob, ontwikkelingsdenker bij uitstek, had mensen hier - denk ik - meer zelf moeten leren vissen en wat minder het visgerei aanreiken om vervolgens boos te worden als het niet lukt.
Het was desondanks tekenend dat zijn inhoudelijk faire aanvallen vaak onder de gordel werden gepareerd. Uit onmacht, uit angst en onwil voor verandering.
De bij iedere (buitenlandse) investeerder spreekwoordelijke tegenwerking op het eiland ging in Jacobs geval erg ver. Als toonbeeld van deze tegenwerking en klein denken staat het voormalig gebouw van Domeinbeheer aan de Klipstraat in Otrobanda er al jaren troosteloos bij. Zonder die destructieve treiterij zou dat monument een gerestaureerde parel zijn geweest, geïncorporeerd in zijn Kurá Hulanda. Het is een van de vele gemiste kansen.
Jacob was allergisch voor de verouderde en starre denkbeelden en handelen in eigenbelang bij een deel van de lokale elite, die de vooruitgang van het eiland zo in de weg staan. Sterker, waardoor - zo schreef Boeli van Leeuwen voor eeuwig actueel - het eiland permanent naar de donder dreigt te gaan.
Daarmee heeft Jacob het gelijk - uiteraard - niet altijd aan zijn kant gehad. Maar zijn visie op bestrijding van armoede, de lessen die de historie bieden en duurzaam commercieel tot leven brengen van wat op sterven na dood is, stonden wat mij betreft als een schitterend licht versus de duistere corruptie en het nepotisme en isolationisme waar hij tegen vocht.
Wellicht is het Jacob ook verwijtbaar dat hij niet goed omging met het gebrek aan volwassenheid bij dwarsliggers en tegenstanders. Immers volwassenen hebben niet meer gelijk dan pubers. Rest wel de vraag wat we van hem kunnen leren. Of houden we liever goed geld en ideeën als bedreiging (van wat en wie eigenlijk?) buiten de deur?
Ruim daarvoor lieten Jacob en partner John Padget Curaçao gefrustreerd achter zich. Onbegrepen en ondergewaardeerd. In de hoop iets te hebben achtergelaten. Dat is gelukkig gebeurd. Het is al even schitterend om te zien hoe lokale ondernemers in Otrobanda als professionele vissers met eigen vistuig verder gaan met het laten herleven van dit stadsdeel, zoals recent weer werd gevierd met alweer de vierde editie van Kaya Kaya.
Vanaf zijn ziekbed schreef hij een jaar terug The Caribbean - ,,Je moet toch wat doen?” De essentie van het verhaal is niet een ontkenning van de koloniale slavenhandel - wel een sterke nuance door de feitelijke vermelding van wie daar allemaal bij betrokken waren en een nog sterkere nuance door het gegeven dat slavernij iets is van alle tijden en schrijnend genoeg ook van het heden en ook op Curaçao.
Een vriendschap tussen een (ex-)journalist en iemand die veel nieuwswaarde heeft, was en is voer voor gedoe. Wat kan ik daar verder over zeggen? Als iemand het niet nodig had media in te palmen was het de volledig onafhankelijke Jacob wel. Hij stond daar ver boven. Ik heb die pretentie ook. Voor mij was en is objectieve verslaggeving niet belangrijker of minder belangrijk dan oprechte vriendschap.
Jacob, iets voor het volk doen betekent niet dat je van het volk bent. Je streed op jouw manier tegen mensen die van het volk zijn en niets voor het volk doen. Je gaf het vertrouwen in anderen dat de basis vormt voor zoveel goeds en waar het vaak zo ernstig aan ontbreekt. Dank voor wat je neerzette, voor je altijd open deuren, dank voor wie je was. Tot ziens!

Voor Marius Noort, voorheen journalist op Curaçao en later woordvoerder/voorlichter van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Willemstad en tegenwoordig werkzaam bij de politie in Den Haag, was Jacob Gelt Dekker een ‘bijzondere vriend’ en bezocht hem vaker thuis. ,,Een paar maanden geleden nog in Amsterdam vlak voordat hij naar Florida vertrok voor de zoveelste behandeling.”

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.