Door Wim Statius Muller
Zelden, en misschien nooit, zal het in de geschiedenis van de diplomatie zijn voorgekomen dat een verklaring tot ‘persona non grata’ van een afgevaardigde met zoveel tevredenheid in zijn land van herkomst is begroet als die van de Venezolaanse ex-generaal Hugo Carvajal door het driemanschap Maduro, Cabello, Jaua, dat in ons buurland aan de macht is.
De regering van Venezuela hechtte zo ontzettend veel aan het beletten van de uitlevering van Carvajal aan de Verenigde Staten, dat zij - toen hij naar huis mocht - nauwelijks aandacht besteedde aan de gelijktijdige beslissing van Nederland hem voorgoed uit het grondgebied van ons Koninkrijk te bannen.
Een opgeluchte president Maduro liet achteraf weten anderszins bereid te zijn geweest ‘de zone te destabiliseren’. Van het persona non grata geen onvertogen woord. Het was de parlementsvoorzitter, Diosdado Cabello, die onder meer in een interview voor de Russische televisie had gesproken over ruwe-olieleveranties aan Curaçao ‘op een laag pitje’. Ook hij had het niet over het non grata verklaren van Carvajal. Minister Jaua van Buitenlandse Zaken, wien woede als vorm van expressie niet vreemd is, was zelfs in staat met een stalen gezicht te verklaren dat Venezuela nimmer ‘met chantage’ had gedreigd en ‘geen druk’ had uitgeoefend.
Venezuela hoefde ten slotte geen daden bij dreigingen te voegen, maar Curaçao, dat met de arrestatie van Carvajal toevallig helemaal niets te maken had gehad, heeft wel tijdens de crisis rekening moeten houden met een beperking van de levering van ruwe olie, een beperking die een dramatische invloed op vrijwel alle aspecten van ons dagelijks bestaan zou kunnen hebben uitgeoefend.
Nu er toch moet worden gepland voor de toekomstige voorziening van onze energie, hebben wij met deze episode wel iets leerzaams ervaren.
De rol die de Verenigde Staten hebben gespeeld, rechtstreeks naar het kwetsbare Aruba toe, en ogenschijnlijk zonder ruggenspraak met Den Haag, roept vraagtekens op; zeker omdat er al maanden geleden in ‘Amerikaanse kringen’ in Nederland buiten de Tweede Kamer met parlementariërs in negatieve zin over Carvajal was gesproken.
Het is geruststellend dat Nederland in de driehoek van landen die voor ons de essentie zijn van ons buitenland, nog altijd ook ons Koninkrijk is. Voor het bepalen van wat wij van plan zijn met onszelf te doen, is er gelukkig nog even tijd.
Wim Statius Muller is medeoprichter van de Veiligheidsdienst Nederlandse Antillen (VNA), voorloper van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC). Ook al gepensioneerd, heeft hij nog altijd grote belangstelling voor de geopolitieke verhoudingen van de ABC-eilanden en in het bijzonder hun relatie met het Koninkrijk, buurland Venezuela en de Verenigde Staten.