Mijn eerste dag op Curaçao na een afwezigheid van vier jaar was een ware gewaarwording. Ik haastte mij die eerste maandag naar de stad om het zo gemiste ‘Punda-gevoel’ weer te ervaren. Ik ontdekte dat het Monster van Pietermaai nu een parkeergarage was geworden. Wat mij met blijdschap vulde. ,,Die negatieve verhalen op Facebook zijn dus gedeeltelijk waar”, dacht ik. Ik parkeerde en ging de stad in. Het viel mij op dat er weinig mensen in Punda waren. Ik maakte een rondje door de binnenstad en besloot mijn oude collega's bij het departement waar ik vroeger werkte op te zoeken. Ik drukte op de bel aan het hek en de poort ging open en dus liep ik naar binnen. Vanuit het niets kwam plotseling een bewaker op mij af met een strenge blik en een hand uitstekende als indicatie dat ik moest stoppen. Ik schrok daarvan. ,,Wat heb ik nou verkeerd gedaan?”, dacht ik in mijzelf. ,,U kunt zo niet naar binnen meneer”, werd mij streng gezegd, wijzend naar mijn korte broek. Ik voelde mijn tenen tintelen van woede, maar ik hield mij in en antwoordde netjes met: ,,Ik werkte hier vroeger, ben nu met vakantie en wilde mijn oude collega’s even dag zeggen”; dit in de hoop dat hij iets zou zeggen in de zin van ,,Oh, oké, ik loop even met u mee.” Zijn strenge blik veranderde in angst. En hij reageerde met: ,,Ze hebben hier nu nieuwe regels ingevoerd.” Ik verliet het pand en ben niet meer daar naartoe gegaan, ook niet met lange broek. Dit verhaal zal zeker reacties oproepen, maar wat ik hiermee wil duidelijk maken is dat men op Curaçao zo vast is gelopen in zogenaamde tradities waardoor men geen enkel oog meer heeft voor alternatieven. Misschien was mijn korte broek niet geschikt voor een bezoek aan het departement, maar ik was niet op officieel bezoek en ik was geen choller die kwam bedelen of iemand die zich bewust kritisch opstelde. De bewaker zal ik het nooit kwalijk nemen. Hij deed gewoon zijn werk. Het was mij duidelijk dat hij geen inbreng had in zijn werk, anders had hij, weet ik zeker, geholpen om mijn vroegere collega’s te mogen groeten. Zijn angstige blik, toen ik zei dat ik daar vroeger gewerkt had, sprak boekdelen. 
Curaçao is vastgelopen in een systeem ontstaan uit oude tradities en oude kennis. Dit werd mij nogmaals duidelijk vorige week donderdag, toen de voltallige Staten koos voor modernisering van de Isla-raffinaderij. Een 100-jarige fabriek op een bijna compleet vervuilde grond in een tijd waar veel ontwikkelende landen op zoek zijn naar alternatieve energievormen en nieuwe economische paradigma’s. In Nederland werd diezelfde donderdag met veel bravoure de elektrische autofabriek Tesla geopend. Terwijl er een paar maanden daarvoor de Opel (benzine) autofabriek onder veel protest werd gesloten. In Saoedi-Arabië wordt er gewerkt aan een zero CO2-emissie stad: Masdar City. Een stad waar geen gebruik gemaakt zal worden van fossiele grondstoffen, maar van zonne-energie en windenergie. En dit in een land (Saoedi-Arabië) waar de verkoop van ruwe olie de belangrijkste inkomstenbron is. En wij op Curaçao willen op zoek gaan naar investeerders die bereid zijn drie miljard dollar te stoppen in onze 100 jaar oude oliefabriek.
Curaçao is vastgelopen in een systeem ontstaan uit oude tradities en oude kennis. We zijn daardoor blind geworden voor alternatieven. Wat juist ons eiland uniek maakt in de wereld. Dat in alternatieven denken, heeft een miljonair gestimuleerd om met eigen middelen een totaal verloederde binnenstad om te bouwen tot een luxe hotel. Of die zakenman die ook weer met eigen middelen een brug op vlonders bouwt om van de ene kant van de stad naar de andere kant te komen. Of dat verhaal van een man die een stuk verwaarloosd strand verandert in een toeristische attractie met dolfijnenshows. Een luxe restaurant in een oude chollerbuurt. Een miljoenen resort waar ooit een oude mijnfabriek stond. En ga maar door. Curaçao heeft potentie. En het zou veel meer potentie hebben als we collectief ‘out of die oude doos’ zouden gaan denken. Het hoeft niet weer overgelaten te worden aan een groep doorzetters die van die oude oliefabriek een duurzame wereldstad gaan maken. Aanvaard en omarm ‘for once and for all’ de grandeur van Curaçao...
Orlando Meulens, Nederland


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.