Allereerst wil ik mijn oprechte medeleven betuigen aan de familie van Helmin Wiels, een man die altijd voor zijn volk (‘mi hendenan’ zoals hij zijn mensen placht te noemen) op de bres stond.
Helmin Wiels was de enige echte opvolger van Papa Godett, een dappere man die de definitieve stoot gaf tot de emancipatie van de donkergekleurde Curaçaose bevolking, een man die in de strijd voorop liep en ternauwernood ontsnapte aan de dood door de kogel.
Wat mij opvalt in deze tijd van verbijstering om de dood van Helmin Wiels is dat er plotseling vanuit alle hoeken en gaten ‘vrienden van Wiels’ opduiken die in allerlei programma’s zijn belangrijke rol voor de Curaçaose samenleving benadrukken in de meest versleten gemeenplaatsen.
Dat is wel eens anders geweest. Diezelfde mensen die nu ineens met het wierookvat zwaaien en hem op een voetstuk zetten hebben hem indertijd tot op het bot verguisd.
Ik prijs mezelf gelukkig dat ik Helmin Wiels altijd heb gezien als een man die veel voor zijn volk betekende. Ook als een intelligente man die door een minister van een vroegere regeringspartij (een partij die Wiels nu ‘een van de grootste leiders van onze gemeenschap’ noemt) ooit werd afgeschilderd als ‘dom’. Een bewering waarop ik meteen aversief heb gereageerd in de krant. Net zo aversief als ik heb gereageerd op de beledigende uitspraken waar Helmin Wiels, tot afkeer van velen, indertijd het monopolie op had.
Wiels was een kolkende rivier die soms te veel moeite had om in haar bedding te blijven. Het was niet leuk om hem tegen zijn mensen te horen zeggen dat Hollanders slavenhalers waren, zonder te vermelden dat ook de Arabieren, de Fransen, de Denen, de Portugezen, de Spanjaarden, de Engelsen en de Afrikanen zelf hun afgrijselijke partij in die geschiedenis hadden meegeblazen. Het was evenmin leuk om hem een van ‘zijn’ ministers een ‘domme neger’ te horen noemen. Het was ook niet leuk om hem tijdens een van de bijeenkomsten van de Partido Soberano te horen zinspelen op de onlusten van mei 1969 toen hij bij een van die gelegenheden eens zei dat ze wel eens zouden kunnen laten zien ‘waar een stelletje negers toe in staat is’ als dit of dat niet zou veranderen.
Maar opeens was daar die transformatie. Ik schreef dat Helmin Wiels een Staatsman was geworden. Zijn taal werd rustiger en zijn sociale profiel hoe langer hoe positiever. Wiels was geaccepteerd en werd eindelijk au sérieux genomen. Zelfs Telecuraçao besteedde aan die verandering aandacht in ‘Mòru bon dia’. Zo opvallend was het.
Wat ik voornamelijk in Wiels waardeerde was zijn niet aflatend streven om zijn mensen bewust te maken van zichzelf en hun politieke en sociale omgeving. Hij legde in ‘Konsenshi Sivil’ ‘de dingen’ op een begrijpelijke manier uit en raadde de mensen aan om zelf eens naar een bibliotheek te gaan en wat te lezen. In zijn Papiamentstalige programma zei hij dat ze dan met een makkelijk boekje moesten beginnen. En dan zouden ze er vanzelf wel meer zin in krijgen om verder te gaan en zichzelf op die manier te verrijken. Ontwapenend.
Daar was duidelijk een man aan het woord die anderen vooruit wilde helpen.
Als schakel in de emancipatieketen verdient Helmin Wiels alle lof.
Ook in de Nederlandse praatprogramma’s wordt er gesproken over de moord op de Curaçaose politicus. Het is gênant om de vele clichés die over hem worden uitgestrooid aan te moeten horen. Ronald Plasterk, onze sympathieke (ik meen dit) minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden is daar zeer sterk in. Ronald Plasterk is een heel intelligente, maar wat naïeve man die met een bewonderende uitdrukking op zijn gezicht bij <I>Pauw en Witteman<I> vertelde dat Wiels ook ‘BOEKEN LAS’. Je hoorde hem bijna denken: ,,Vind je dat niet knap voor zo’n donkere Curaçaoënaar?” Ik geef toe dat de gemiddelde Curaçaoënaar nauwelijks leest (mijn Curaçaose vrienden benadrukken dit keer op keer), maar dit ging toch wat ver. Als geneticus was professor Ronald Plasterk toch onvergelijkelijk veel beter dan als politicus.
De enige die in het programma zinnige dingen zei in verband met de moord op Helmin Wiels was de Antilliaanse documentairemaker Francisco. Maar die had moeite om aan het woord te komen. Zijn snaterende tafelgenoten vonden zichzelf veel belangrijker.
Een van de dingen waarmee ik met Wiels van gevoelens verschilde was zijn onverholen bewondering voor Hugo Chávez. Ik begreep wel waar die bewondering vandaan kwam. Natuurlijk. Ook Chávez kwam op voor de kleine man. Maar Wiels vergat wel ten koste waarvan allemaal.
Ook nu is Venezuela geen land om een voorbeeld aan te nemen. Vrienden uit Caracas schrijven me dat tijdens de verkiezingen aanhangers van Chávez/Maduro langs de stembureaus reden op hun brommers en met pistolen in de lucht schoten. Ook werden stemmers naar het stembureau ‘begeleid’. Sommige Venezolanen hadden per individu tientallen stembiljetten (‘cédulas’) bij zich en zelfs overledenen hadden gestemd voor de nieuwe president. Het Corte de Justicia (Hof van Justitie) lapte de grondwet aan zijn laars door de oude president niet eerst te laten aftreden, etc. etc..
Ik hoop dat de nieuwe Curaçaose regering verstandige besluiten gaat nemen en ervoor gaat zorgen dat de samenwerking met Nederland soepel verloopt. Ook de politie zou voor de veiligheid van het land de ter beschikking staande steun van Nederland met beide handen moeten aangrijpen. De Curaçaose politie kan het niet alleen. Er is geen mankracht, niet voldoende knowhow en er zijn geen middelen. De Nederlandse ondersteuners zouden zich bescheiden moeten opstellen, in de wetenschap dat ze van de taal en cultuur van Curaçao en de andere eilanden geen ‘kaas’ hebben gegeten. De heren Opstelten en Plasterk zouden het goede voorbeeld moeten geven en Papiaments gaan leren. En niet twee woorden, maar hele zinnen.
Laat men de nalatenschap van Helmin Wiels niet verkwanselen en werken aan een goede toekomst voor het land. Een goede toekomst betekent in de eerste plaats een goede toekomst voor de kinderen die recht hebben op goed onderwijs en een baan.
De nieuwe Gevolmachtigde minister van Curaçao in Nederland heet Roy Pietersz. Ik ken hem als een beschaafde, intelligente man die je geen knollen voor citroenen verkoopt.
Aan hem is een goede communicatie wel toevertrouwd.
Fred de Haas, Nederland


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.