Per saldo
Nu wordt er een wet afgekondigd die voorschrijft dat de verhouding tussen beige en gele werknemers voortaan 80/20 moet zijn. Dus 80 procent beige en 20 procent geel. Mijn verhouding is dus scheef. Ik moet een gele ontslaan en een beige aannemen. Zo gezegd, zo gedaan.
‘Wacht eens even,’ zegt de nieuwe beige. ‘Ik werk niet voor 10 gulden per uur, ik wil 12 gulden. U moet mij aannemen, wet is wet.’ En gelijk heeft hij, wet is wet, en aan burgerlijke ongehoorzaamheid doe ik niet.
‘Akkoord,’ zeg ik.
‘Ho, ho, ho, wacht eens even,’ zeggen de andere zeven beiges. ‘Wij willen ook 12 gulden per uur.’ De twee gelen hebben de schrik nog in de benen en houden zich wijselijk koest.
Nu heb ik een probleem. Mijn loonkosten zijn niet meer 100, maar 116 gulden per uur en dat kan ik niet opbrengen. Wat moet ik doen? Ik kan de prijzen verhogen, maar dan daalt de omzet en ben ik nog verder van huis. Ik ontsla een beige wiens kleur toch al aan de gelige kant begint te worden. Maar ik ben er nog niet. De loonkosten zijn nog te hoog, namelijk 104, en ik voldoe niet meer aan de 80/20-regel. Dus ontsla ik een gele. De loonkosten dalen tot 94 gulden per uur en ik hou 6 gulden over. Nu moeten acht werknemers evenveel prullen produceren als vroeger tien. Dat houden zij niet lang vol. Wat doe ik? Ik investeer de 6 gulden die ik over heb in nieuwe technologieën, waardoor de productiviteit stijgt. Nu produceer ik meer prullen met minder mensen. Ik blij. Het resultaat is wel dat er per saldo drie mensen werkeloos zijn in plaats van één. Maar dat zal mij worst wezen.
Roy Evers, Curaçao