Door Frits van de Sande
Onder het mom van bescherming van de lokale werknemer zijn de Staten ingestemd met de invoering van de 80/20 regeling. Niettegenstaande het feit dat het tegen de eigen staatsregeling en internationale verdragen indruist en bestaande wetgeving werkgelegenheid al afdoende beschermt, is het besluit er een van verregaande kortzichtigheid en opportunisme. Wederom slagen we er met vlag en wimpel in om een nieuwe hindernis op onze weg naar economische ontwikkeling te leggen.
De motivatie lijkt nobel en prijzenswaardig echter als je iets verder kijkt dan je neus lang is dan kun je alleen concluderen dat het besluit puur populistisch is, gericht op het winnen van electoraal voordeel door in te spelen op misplaatste sentimenten die gevoed worden door nationalistische sentimenten. Een stem tegen wordt in ons gepolariseerde land direct uitgelegd als een stem tegen de bevolking. De toekomst zal leren dat het tegendeel het geval is.
Wat is de werkelijkheid van de 80/20-regeling?
Het is in het voordeel van elke onderneming om zoveel mogelijk het personeelsbestand op te bouwen uit lokaal personeel. Het is simpelweg het goedkoopst. Dure voorzieningen met betrekking tot huisvesting, reisvergoedingen en loonbetaling naar internationale standaard zijn dan niet nodig en dus kostenbesparend.
De werkelijkheid is dat momenteel veruit de meeste bedrijven al voldoen aan deze norm. Los van het gegeven dat uitvoering en controle van deze wet heel complex zullen zijn is het gewoon zo dat zal blijken dat het volledig overbodig is. Men kan dan denken, waarom je druk maken over een wet waaraan toch al voldaan wordt door de meerderheid van de bedrijven?
De reden hiervoor is dat de wet wel degelijk verstrekkende gevolgen zal hebben. Het zal een enorm negatief effect hebben op investeringen en de mogelijkheden tot het aantrekken van hoogwaardige economische activiteiten en daardoor een desastreus effect hebben op de economische ontwikkeling van ons eiland. Uiteindelijk zal het leiden tot een verdere uitholling van de werkgelegenheid en concurrentiepositie van ons eiland in de Caribische regio.
Het volgende voorbeeld: een jonge lokale ondernemer heeft een geweldig idee. Met toepassing van moderne technieken en methodes heeft het een enorme potentie uit te groeien tot een sterke economische activiteit die niet alleen lokaal maar ook internationaal aan kan spreken. Deze jonge ondernemer werkt zijn plan uit, bekijkt hoe hij een en ander kan financieren en vind een gewillig oor bij investeerders en banken. Niets lijkt de opstart in de weg te staan. Dan wordt hij geconfronteerd met de 80/20-regeling, opgelegd door zijn eigen land. Het betekent simpelweg dat van elke 10 werknemers er 8 van Curaçao moeten zijn. Hij heeft een enorm probleem. De technieken en methodes die hij wil toepassen zijn dusdanig modern dat op Curaçao geen mensen te vinden zijn die hier ervaring mee hebben en kunnen toepassen. Door de kleinschaligheid zijn er ook geen opleidingsinstituten die aan zijn behoeftes kunnen voldoen. Zijn probleem zal onoverkomelijk zijn. Hoe een activiteit te ontwikkelen zonder mensen die weten hoe? Na lang afwegen zal er maar een conclusie mogelijk zijn. Afzien van het opzetten van de activiteit. In ieder geval lokaal, wellicht kan hij zijn idee op een ander eiland in de regio realiseren.
Bovenstaand voorbeeld illustreert perfect hoe desastreus de wetgeving kan en zal uitpakken. Nu zal door de politiek wellicht aangegeven worden dat er mogelijkheden zullen zijn af te wijken van de regeling, maar is het dan niet terecht te stellen dat de wetgeving bij voorbaat haar doel voorbijstreeft? En misschien dat een lokale ondernemer een weg vindt, wel of niet legaal, de wet te omzeilen. Dit zal zeker niet gelden voor internationale investeerders.
Buitenlandse bedrijven die vanwege de strategische ligging, infrastructuur en politieke stabiliteit overwegen zich op Curaçao te vestigen zullen zeer waarschijnlijk afhaken bij de verplichting 80 procent van haar werknemers lokaal te betrekken. En nogmaals niet vanwege het feit dat ze lokaal zijn maar simpelweg omdat zij hoogst waarschijnlijk de ervaring en know-how missen voor hun specifieke bedrijfsuitoefening. Denk hierbij aan hoogwaardige offshorebedrijven, technische productiebedrijven, distributiebedrijven die hier een hub willen vestigen et cetera, et cetera.
In plaats van een volstrekt misplaatste contraproductieve 80/20-regeling had het eiland er beter aan gedaan initiatieven te ontwikkelen waarbij investeerders verplicht werden on-the-job training te verzorgen. Opleidingsprogramma’s te initiëren die aansluiting verzorgen van de lokale werknemers bij de internationale economische behoeftes.
Helaas wij zullen het moeten doen met politici die zich op de borst kloppen en opscheppen wat ze wel niet hebben gedaan voor de lokale werknemer, hopende op hun stem bij de volgende verkiezing. Dat het tegendeel waar is, geen probleem, er is altijd wel iets of iemand die ze tegen die tijd de schuld kunnen geven.
De werknemers, wederom beroofd van hun kansen, zullen het gelaten over zich heen laten gaan, zich afvragende waarom er geen werk meer is.

<I>Auteur Frits van de Sande (1961) is sinds 1990 woonachtig op Curaçao. Hij is politicoloog/econoom en is ruim twintig jaar in diverse hoedanigheden werkzaam geweest in de scheepsreparatie. Van de Sande is naar eigen zeggen ‘politiek ongebonden, maar nauw en kritisch betrokken bij het welzijn van ons eiland’.<I>


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.