Osepa inderdaad pastor onwaardig
Een voorbeeld daarvan zijn de namen van schepen die gebruikt werden tijdens de trans-Atlantische slavenhandel. In 1562 zeilde Sir John Hawkins van Plymouth naar West-Afrika. Zijn vlaggenschip was De Jezus van Lubeck’ en het was op deze reis dat slaven voor het eerst werden meegenomen door de Engelsen naar de Nieuwe Wereld. Op een andere reis kaapten Hawkins’ gevangenen een Portugees slavenschip en noemden het ‘De genade van God’.
Dat het heet is in die politieke keuken blijkt uit de brief d.d. 1 juni van minister Donner aan de Tweede Kamer: ,,Ik heb de afgelopen week geconstateerd dat de situatie op Curacao in toenemende mate zorgwekkend is, gegeven het feit dat de integriteit en het aanzien van de regering en van de Centrale Bank van Curacao en Sint Maarten in het openbaar debat in opspraak zijn geraakt.”
Elk normaal denkend mens zou zich in een hoekje gaan zitten schamen, maar de balk in eigen ogen belemmert de quasi vrome Osepa om naar zichzelf te kijken. Overigens is Osepa evenals de andere leden van het ‘pastechi-verbond’ dankbaarheid verschuldigd aan deze regering, nadat de rechtzaak rond de te betalen studieschuld van ruim 70.000 door partijgenoot en minister van Financiën werd stopgezet.
Ik hoop oprecht dat Osepa zich nooit meer voordoet als pastor want daarmee beledigt hij inderdaad deze nobele roeping. Schoenmaker blijf bij je leest en heb geen kapsones.
Omayra Leeflang, Curaçao