Alweer nucleaire transporten via de Caribische Zee
Deze transporten vinden al sinds medio negentiger jaren plaats, en steeds weer verzekeren geleerden en regeringsautoriteiten dat het een volkomen veilige zaak is. De laatste kernramp laat echter duidelijk zien hoe de Japanse wetenschappers en politici niet met het probleem weten om te gaan. Sterker nog, het blijkt dat de wetenschappelijke twijfel over de veiligheid van kernenergie al heel lang voor het publiek verborgen wordt gehouden. Ook de verzekering uit die kringen dat nucleair transport via onze wateren een veilige zaak is, komt hiermee op losse schroeven te staan. De veiligheid is bovendien nimmer aangetoond, want er worden immers geen metingen gedaan naar de effecten van deze verschepingen op mens en natuur in de Caribische regio.
Al sinds diezelfde tijd worden er in het Caribisch gebied grote protestacties gevoerd tegen deze nucleaire transporten. Een klein ongeluk kan immers in de hele regio grote gevolgen voor de bewoners en de kwetsbare natuur hebben. Op de Nederlands-Antilliaanse eilanden ondertekenden in die dagen zo’n 9.000 mensen een petitie van Amigu di Tera waarin stelling werd genomen tegen transport, opslag, productie of dumping van radioactief en gevaarlijk materiaal, en tegen kernwapens en nucleair aangedreven schepen. Scholieren voerden een intensieve mediacampagne om de bevolking van de gevaren van kernenergie bewust te maken. De Nederlands-Antilliaanse regering koos toen ook positie tegen deze transporten en bracht de Nederlandse regering hiervan op de hoogte, die op haar beurt de boodschap aan de Japanse regering doorgaf. De Caricom en verschillende Latijns-Amerikaanse landen hadden eerder al protest bij de Japanse regering aangetekend.
Amigu di Tera en Defensa Ambiental hebben vorige week de regering van het Land Curaçao verzocht om nu ook weer stelling te nemen tegen de nucleaire transporten en om dit niet enkel kenbaar te maken aan de koninkrijksregering, maar vooral ook om te bepleiten dat deze zich eindelijk eens keert tegen de nucleaire transporten via het Caribisch gebied. Dit zou niet alleen fatsoenlijk zijn in het belang van de bewoners en het milieu van ons eiland, maar ook die van Aruba en St. Maarten, en in het bijzonder ook van de BES-eilanden (Saba, Sint Eustatius en Bonaire), die nu nog nauwer aan Nederland verbonden zijn en waarvan de biodiversiteit sinds 10 oktober 2010 tot die van Nederland wordt gerekend.
Amigu di Tera en Defensa Ambiental herinnerden de regering verder aan hun brief van enkele maanden geleden waarin de verontrusting wordt uitgesproken over het uitblijven van metingen naar radioactieve straling op ons eiland. Al in 1994 hadden deskundigen een inventarisatie naar stralingsbronnen opgemaakt, en een wetsvoorstel werd in 1997 afgerond. Tot op heden is dit wetsvoorstel niet door de opvolgende regeringen behandeld. Het aantal stralingsbronnen is de afgelopen 17 jaar hoogstwaarschijnlijk toegenomen, maar aan welke gevaren de burger is blootgesteld, is volkomen onduidelijk. Bij de onduidelijkheid over deze stralingsbronnen op het eiland, komen dus nu ook de risico’s van het transport van nucleair afval. Dat, zoals eerder gezegd, de mogelijke straling in onze regio niet gemeten wordt, voegt alleen maar aan de ongerustheid toe.
Onze organisaties hopen dat er spoedig een nieuwe inventarisatie van stralingsbronnen wordt gemaakt, dat het wetsvoorstel wordt aangepast en behandeld wordt en dat er op dit terrein een effectief beleid in het belang van de gezondheid van onze burgers en de kwaliteit van het milieu wordt gevoerd. Ook hopen wij dat de regering krachtig stelling neemt tegen de voorgenomen nucleaire transporten via de Caribische wateren.
Yvette Raveneau (Amigu di Tera), Curaçao