Brief aan gouverneur
Met verbijstering heb ik kennis genomen van de artikelen in het <I>Antilliaans Dagblad<I> van 23 februari 2011 over de druk door de huidige regering uitgeoefend op de leiding van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC).
Nadat de huidige regering tot tweemaal toe getracht heeft het hoofd van de VDC weg te werken en daarbij tot tweemaal toe door de rechter terug werd gefloten, probeert de regering (nota bene in de persoon van twee ministers die geen wettelijke verantwoordelijkheid dragen voor de VDC) tijdens de afwezigheid van het diensthoofd druk uit te oefenen op zijn vervangers om een geschorste functionaris weer in dienst te nemen.
Deze gang van zaken kan ik niet los zien van wat zich afspeelde tijdens de screening van de huidige ministersploeg en ook niet van de manier waarop de huidige coalitie handelde in de zaak van het ‘sweepen’ van de fractiekamers in het Statengebouw op afluisterapparatuur.
De huidige regering geeft er blijk van zich blijkbaar niets aan te trekken van de regels van goed bestuur of rechterlijke uitspraken en blijft volhardend handelen op een wijze die de integriteit van het land en van het Koninkrijk in gevaar brengt.
Dit brengt mij als oud-premier van de Nederlandse Antillen en politiek leider van de grootste partij in de Staten van Curaçao ertoe om mede namens de fractie van de PAR in de Staten een dringend beroep op u te doen om stappen te ondernemen om niet alleen de integriteit van ons bestuur te waarborgen, doch ook om te voorkomen dat onze gemeenschap de schande moet ervaren dat er op grond van de artikelen 3 en 43 van het Statuut wordt ingegrepen en onze regering zo een brevet van onvermogen wordt opgelegd.
Emily de Jongh-Elhage (voormalig premier Nederlandse Antillen en thans leider oppositiepartij PAR), Curaçao