Slachtoffers in de greep van de angst
Het is erg gewaagd om als gewoon mens, en nota bene ook nog als man, over een onderwerp te schrijven waarover wij, in onze kleine angstgemeenschap, het liever niet willen hebben. Laat staan dat slachtoffers het er over hebben, met alle vervelende individuele en persoonlijke gevolgen van dien. Want op dit onderwerp is onze gemeenschap spijkerhard en onthutsend asociaal. En het er niet over hebben betekent ‘dat het probleem er niet is en er dus ook geen probleem is’. En als er geen probleem is, waarom zouden wij er dan ook een probleem van maken?
Het is eigenlijk niet een onderwerp, maar een cluster van onderwerpen die betrekking heeft op de ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen op ons eiland. Het draait dus allemaal om macht en geld met ‘seks’ en ‘sekse’ als inzet. Geen seks, geen geld of een betaalde baan. Vanaf het moment dat je als vrouw ingaat op de door hem gewenste intimiteiten of seks met een man, dan zou je als vrouw meteen in de allerhoogste fase van alarm of <I>awareness<I> moeten klimmen. Maar dat doen vele van onze vrouwen helaas niet. Omdat zij denken, en hij zegt ‘dat hij echt van hen houdt’. En dus ‘houden zij van hem’. Want vrouwen willen graag dat er van hen gehouden wordt, vooral als hun ‘vent’ machtig is. Maar dat hij, naast jou, van veel meer vrouwen ‘houdt’, dat wordt te vaak vergeten, met alle voor (werkende) vrouwen vaak vervelende gevolgen van dien.
Al vanaf zijn jongste mannenjeugd houdt een man er niet van om afgewezen te worden, en vooral niet door een vrouw. Omgekeerd is het voor een ‘beetje man’ heel normaal en zelfs heel mannelijk, dat je een vrouw afwijst die ‘je niet meer blieft’. De vrouw, in het denken en doen van veel mannen, gereduceerd tot ‘wegwerpartikel’.
Het begint met de afwijzing door hun moeder. En dat is het ergste wat ieder klein ventje kan overkomen. Dat kleine ventje wil niets liever dan dat zijn moeder ‘van hem houdt’ en hem keer op keer prijst dat hij een ‘stoere, sterke en flinke jongen’ is. En als dat niet gebeurt gaan jongens, van kleins af aan, hun eigen ‘stoerheid’ en hun eigen ‘houden van’ organiseren. Om te voorkomen dat zij ‘afgewezen’ worden door hun moeder en later door hun vriendinnen en vrouwen, als plaatsvervangers van hun moeder.
Met een grote mond en het laten wapperen van hun handen, voeten, geld en beloofde banen ‘leren’ zij hun moeder en later andere vrouwen ‘van hen te houden’, te prijzen en hen te adoreren. En wee hun gebeente als zij niet ‘gehoorzamen’ of kritiek hebben op jouw doen, laten en nalaten als man. Kritiek wordt niet getolereerd, eerder afgestraft. En aldus ‘jong geleerd, oud gedaan’, zet dat patroon zich later in subtielere vorm voort. Als baas, werkgever of gezagsdrager. Maar ook als partner, en zelfs als vader.
En het is vreemd dat een Curaçaos politiek leider (Helmin Wiels van PS) met een professionele maatschappelijk werk-opleiding doet alsof hij dit niet weet, en zich vervolgens met droge ogen afvraagt ‘waarom slachtoffers geen enkele officiële weg willen bewandelen en in het roddelcircuit blijven hangen?’ En dat hij het vreemd vindt ‘dat zij niet naar het gerecht stappen’.
Die slachtoffers kijken wel uit, bang dat zij zijn om hun werk te verliezen of door hun familie en vrienden met de nek aangekeken te worden, omdat zij hun ‘schande’ (en die van de familie) openbaren, en hun ‘aardige’ superieuren aanklagen. Niets nieuws onder onze Caribische zon.
Teleurstellend is het, dat een politiek leider met deze sociaal-maatschappelijke achtergrond en ervaring, niet pal achter de slachtoffers gaat staan, en maatregelen aankondigt om dit soort ongewenste situaties per direct te beëindigen. Hij beperkt zich slechts tot ‘beschuldigingen die ongrijpbaar zouden zijn’. De waarschuwing van een ‘mijn volk’ politicus, aan slachtoffers, om het niet in hun hoofd te halen ‘WikiLeaks spelletjes’ te spelen. Om koste wat kost aan de macht te blijven.
Het is belangrijk dat slachtoffers zich realiseren dat zij niet alleen slachtoffers zijn. Zij zijn ook helden, die met hun kennelijk serieuze klachten, baanbrekend werk verrichten door de gemeenschap wakker te schudden. Er is meer mis dan wij denken en mogen weten in de verhouding tussen mannen en vrouwen. Tussen de macht van het geld, de politiek, de religie en de kwetsbare minder machtigen, zoals vrouwen en kinderen.
Als slachtoffer moet je het dus niet van je politieke leiders hebben. Ook al hebben zij, met opgeroepen emoties en tranen in de ogen, het over ‘mijn volk’.
Maar van wie moet je het dan hebben? Als slachtoffer sta je immers helemaal moederziel alleen, zeker wanneer de gelederen der machtigen zich tegenover jou sluiten. Daarom is het juist belangrijk dat slachtoffers, als groep, zich nadrukkelijk manifesteren om ‘onzichtbaar en ongrijpbaar’ gehouden, ongewenste zaken, duidelijk ‘zichtbaar en grijpbaar’ aan de kaak te stellen. In hun belang en in het belang van het algemeen.
Om voorgoed een einde te maken aan dit soort ongewenste zaken. Om voorgoed een einde te maken aan de Curaçaose ‘kultura di miedu’, de ‘cultuur van angst’. Door niets te zeggen wordt die cultuur in stand gehouden en gekoesterd door hen die de macht hebben en dat zo willen houden. Het is de sociale gemeenschap, die de plicht en verantwoordelijkheid heeft om als een blok achter de slachtoffers te staan, om zo een gezonde en evenwichtige samenleving te realiseren. Wellicht een vernieuwende, bevrijdende en interessante taak voor Kas di Kultura. De taak om nu af te rekenen met het aspect angst, minderwaardigheid en ondergeschiktheid in onze cultuur, die kennelijk door bepaalde mensen uit eigen belang graag in stand wordt gehouden.