Eigen spelling
Hoewel Ank dé èr ès is, betreft dat niet een culturele of taalkundige opleiding, maar een universitaire opleiding tot Bedrijfskunde. Dan rijst toch de vraag waarop Anna haar kennis inzake onderwijs en met name ‘gramátika’ en ‘ortografia’ baseert. Van haar 23 politieke nevenfuncties is er maar één die een raakvlak heeft met onderwijs, namelijk lid van het bestuur voor een katholieke opleiding voor onderwijsgevenden.
Nu pretendeer ik niet dat ik alles van onderwijs afweet, maar op 13 maart 1987 werd mij door Frank Martinus Arion (zonder de hand te schudden) met een groot deel van de Bonaireaanse leerkrachten (die wel een hand kregen) op de patio van de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) een diploma uitgereikt, bij het beëindigen van de cursus ‘Papiamentu pa maestro di ensenañsa básiko lom i mok’, waaronder ook gramátika en ortografia vielen. Hoewel de grammatica in de jaren wel werd bijgesteld, stamt de oorsprong toch uit 1986.
Omdat ik in bezit ben van de onderwijsaktes 77a (1958), 44a en 44b (1962 en 1963) die nog stammen uit de Onderwijswet van 1920 en de oude kweekschool tot 1960, een paar bijakten en een diploma onderwijsorganisatie, denk ik dat ik na vier jaar onderwijzer en 30 jaar schoolhoofd te zijn geweest ook enigszins kan oordelen over de spelling die op Curaçao en Bonaire in principe werd vastgelegd door de toenmalige minister Jacques Veeris en de steeds gewijzigde spelling van de Nederlandse taal, die tot op heden de Nederlandse taal van niemand heeft verbeterd. Aangezien Nederland in 1962 van mij als schoolhoofd eiste (volgens de woordenlijst van de Nederlandse taal 1954) de kinderen aan te leren dat noten aan een noteboom hingen, maar later (1995) weer aan een notenboom en l’histoire se repète, meen ik dat Nederland en zeker Bijleveld zich liever niet moeten bemoeien met de (ei)landstaal Papiaments.
We hebben al een keer eerder mogen meemaken dat een onverstandige beslissing van minister van Onderwijs (Jacques V.) in 1980 bijna eerst de Bonaireaanse Scholengemeenschap aan de rand van de afgrond bracht en vervolgens Aruba en Curaçao liet kiezen voor een etymologische of fonologische spelling. Bonaire had echter geen keuze omdat de toenmalige gedeputeerde van Onderwijs Franklin Crestian tegen de zin van de Bonaireaanse auteurs (onder wie Carlos Nicolaas en Raymundo Saleh) uit financiële redenen voor de fonologische spelling koos.
Het lijkt mij wenselijk dat Nederland en in casu Bijleveld, alvorens te praten over een wijziging van de spelling, overleg gepleegd zou hebben met mensen uit het Bonaireaanse onderwijs en mogelijk ook met de autodidact Bòi Antoin die zich heeft toegelegd op de spelling van het Papiaments. Dat Bijleveld en Nederland de zegen krijgen van de huidige gedeputeerde van Onderwijs staat al vast, zeker als hem nog eens over het bolletje wordt gestreken.
Ik denk dat Bijleveld met de onnodige opmerking dat Bonaire als BES-eiland een eigen spelling er op na mag houden, een verborgen agenda heeft. Vooral nu vorig jaar op Curaçao al werd verwezen naar de ‘eigen’ taal van Friesland, die deel zou kunnen uitmaken van de in de Nederlandse grondwet. Voor Curaçao en Aruba bijna onmogelijk, wegens het verschil in de spelling. Voor Bonaire natuurlijk helemaal een verlies van de taal als de spelling gaat afwijken van Curaçao. Dan zijn er immers nog maar een kleine 10.000 mensen die, zij het voor een deel, een gebrekkige spelling beheersen. Twee jaar daarna is het Papiaments van de BES-eilanden nog slechts een grappig, maar ongewenst dialect.
Hubert Linkels, Bonaire