Ons verhaal wordt vervolgd. Dit is deel twee van het drama van afval over het hele eiland verspreid. Nauwelijks had ik op 15 februari de pijnlijke ervaring met betrekking tot het afval bij het Parasasa-strand gepubliceerd, of onze wandelgroep werd op 22 februari in een enorme landfill gestort op de weg naar Playa Kanoa.
Men kan zich niet voorstellen hoeveel afval van allerlei soorten daar door mensen die geen greintje respect voor hun land hebben worden gedumpt. Vanaf het punt waar de weg langs landhuis Ronde Klip loopt tot ongeveer in de omgeving van de windmolens wordt men overvallen door afval en stank. Ik hoef niet in details te noemen wat er allemaal ligt, maar wij zagen daar onder andere afval van snackbars, van autospuitinrichtingen, bouwpuin, en verschillende types oude meubels. Om de autowrakken en dode beesten maar niet te vergeten. Voor mensen die tuinschoonmaakwerk verrichten is het de gewoonste zaak van de wereld dat men daar alle afval gaat dumpen. Enkele warawara’s zaten hongerig in de bomen te wachten op hun kans om zich op dode beesten te storten zodra die door vervuilers werden achtergelaten. Moedertje varken liep met haar zeven kleine biggetjes als kleine spaarpotjes achter haar aan te scharrelen naar wat te eten en helemaal achteraankwam vader varken die zijn eigen portie liep te zoeken. Als deze varkens op vier pootjes vrachtauto’s met hun lading afval zien aankomen denken zij: ,,Daar komen de varkens op twee pootjes weer. Misschien is er wat van onze gading bij.”
Dit lijkt op een leuk verhaaltje, maar het is in feite dramatisch en triest. Ik heb mijn vorig commentaar genoemd ‘Eindeloos verdriet’. Dit is nu ‘Eindeloos verdriet 2’. Een grote schande voor onze bevolking. Onze gemeenschap die steeds de ‘grootheid’ van ons land bezingt, een volk dat trots is op zijn zon en stranden. Ik vrees dat dit verhaal een soort ‘soapopera’ gaat worden; een verhaal waar wekelijks, pardon, dagelijks nieuwe hoofdstukken aan worden toegevoegd over afval, rotzooi die wij produceren en zonder enig schaamtegevoel dumpen. Wat het nog erger maakt is, dat delen van de natuur worden afgebrand of met loaders vernietigd alsof er niets aan de hand is. Nationaal bezit wordt op deze wijze nutteloos vernietigd. In de wet staan artikelen die dit soort daden strafbaar stellen en daar zijn sancties voor. Velen hebben al jarenlang hoofdstukken geschreven en schrijven nog steeds verhalen die aan dit ‘soapverhaal’ van vervuiling worden toegevoegd. We hebben nog steeds de formule niet gevonden voor een gedegen aanval op het afvalprobleem zodat het nooit meer de kop opsteekt. Het is een traject dat verschillende facetten omvat. Allereerst zien wij dat wij veel te veel producten, artikelen en materialen importeren die aan het eind van hun leven op de landfill terechtkomen. De formule omvat inventarisatie van de hoeveelheid en de samenstelling van het afval dat wij produceren, de wijze van inzamelen en afvoeren ervan, wie en wat wij nodig hebben om het op te halen en af te voeren naar een eindbestemming. Dit laatste, de stortplaats, moet op een verantwoorde manier beheerd worden die elke mogelijke overlast voor de gemeenschap uitsluit. Dit moet overduidelijk zijn voor de bevolking in het algemeen en in het bijzonder voor degenen die wat voor soort afval dan ook transporteren. Daarbij komen nog wettelijke maatregelen en niet te vergeten de financiële aspecten die continu verantwoord beheer van het hele traject mogelijk maken. Dan rest nog voortdurende informatie aan de gemeenschap betreffende de mogelijkheden die er zijn, wettelijke regelingen, gevolgen van vervuiling enzovoort. Dit weten Selikor en de overheid beter dan wie dan ook. Toch gaan er in het traject telkens vele zaken verkeerd.
De problematiek van de weg naar Playa Kanoa en de aanpak daarvan werden sinds de jaren tachtig in de Milieuraad besproken. Wijlen mevrouw Gladys van Dal was voorzitter, ik fungeerde als secretaris, en vertegenwoordigers van verschillende instanties hebben vele discussies over de aanpak gehad met verschillende gedeputeerden van het Eilandgebied Curaçao. We zijn nu meer dan dertig jaar verder en we staan nog steeds op hetzelfde punt. Eindeloos verdriet!
Ik vertel hier van een voorval uit de tijd dat ik buitengewoon agent van politie was om op te treden tegen vervuiling van openbare plaatsen en wegen. Ik was reeds op San Pedro en daar kwam een man met een pick-up met twee vrouwen voorin via Hato naar San Pedro rijden om een hele lading afval in de struiken te storten. Ik heb hem netjes daarover benaderd en al sprekende liet ik duidelijk merken dat het ernst was. Ik gaf hem twee opties waar hij één uit kon kiezen. Hij kon het afval storten en een proces-verbaal oplopen, of hij kon direct naar de landfill rijden en daar storten. Ik zou daar gaan controleren of hij daadwerkelijk op Malpais was wezen storten. Ik zei dat ik het nummer van zijn pick-up al had opgenomen. Als hij niet bij de landfill geregistreerd was, dan zou ik hem komen ophalen om hem een bekeuring te geven. Het enige wat hij kon doen was rechtstreeks naar de landfill rijden en doen wat ik hem had opgedragen. Hij is inderdaad daar gaan storten, bleek uit mijn controle. Op die manier is hij aan een bekeuring wegens illegaal afvalstorten ontsnapt, de hele juridische rompslomp is daarmee vermeden en het gebied is niet vervuild. Dat was preventief optreden met een win-winresultaat. Er zijn nog meer verhalen, maar die bespaar ik de lezer.
Deze dingen maken het noodzakelijk dat wij overal met open ogen rondrijden om te waken en direct in te grijpen. De bevolking klaagt wanneer er problemen zijn met de vuilophaal. Niemand wenst dat afval zich voor zijn deur ophoopt. Waarom dan vervuilt men zijn eiland dan zo? Bedoelt men hiermee dat wij ‘Dushi hende’ zijn die we pretenderen te zijn? Wel, dan moeten er hardere maatregelen worden genomen. Ik vraag me af: zijn wij het alleen die de vervuiling overal verspreid zien? Zijn wij de lastposten die constant over afval praten en schrijven? Gelukkig zijn er nog enkelen van een heel andere instelling. Ik wil hier toch een woord van waardering uiten richting dr. Alex Roose en de groep die telkens weer de ‘Kaya Tene Kòrsou Limpi’ bij Klein Hofje schoonmaakt. Petje af!
Waarom kunnen sommige landen wel het afvalprobleem de baas zijn en wij niet! Hier moet een fundamenteel antwoord op deze vraag komen. Ik hoop dat de commentaren van verschillende zijden daadwerkelijk een beweging op alle niveaus op gang brengen om dit afvalprobleem op dit eiland tot staan te brengen. Ik heb begrepen dat de overheid drones gaat inzetten om inspecties uit te voeren op de weg naar Playa Kanoa. Ik zeg dan weer: dit moet gepaard gaan met meerdere maatregelen en strategieën om het tot een honderd procent succes te maken totdat Curaçao eens en voor altijd schoon wordt en wij ons (wan)gedrag veranderen. Het milieu is een onderwerp van grote zorg van ons allemaal.
Naderhand volgen er meer commentaren en natuurlijk aanbevelingen. Met tranen in de ogen en een groot gevoel van walging neem ik afscheid van de weg naar Playa Kanoa en schrap het voorlopig definitief van mijn lijst van plaatsen die geliefd zijn als recreatiegebied. Eindeloos verdriet!
Sedney Jansen, Curaçao