Hierbij een schrijven dat ik de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) doe toekomen. Door deze eerst aan haar voor te leggen, geef ik er blijk van dat ik in dezen niet van kwade wil ben. Het gaat erom dat de overheid (de minister) niet mag tolereren dat CPost onrechtmatig handelt tegen de bevolking. Indien geen reactie volgt, zal deze brief tweemaal 24 uur na aflevering bij het Openbaar Ministerie worden bezorgd.
Op grond van het doen en het nalaten vanwege de minister van VVRP, Mr. Suzanne Camelia-Römer, verzoek ik het OM, de minister in kwestie erop te attenderen dat:
1. gezien haar handelingen en ‘nalaten’, in verband met de plaatsing van zogenoemde ‘community-boxes’ door CPost, en dat daardoor CPost geen post meer aflevert bij huisadressen, zij Cpost hierin ondersteunt;
2. zij willens en wetens CPost toestaat om artikel 9 lid 1 van de Postlandsverordening te overtreden;
3. zij willens en wetens CPost artikel 2 lid 5 van de Ministeriële Beschikking (MB) met algemene werking van de 18de april 2012, ter uitvoering van artikel 9 van de Postlandsverordening 1998 (P.B. 1997), no. 319, laat overtreden;
4. zij willens en wetens het plaatsen van groepsgewijze postbussen (‘community-boxes’) voor de gehele bevolking ondersteunt terwijl artikel 2 lid 5 van de MB, slechts uitzondering toelaat voor het plaatsen van groepsgewijze brievenbussen in gevallen zoals genoemd in de MB onder artikel 2 lid 5 a en b, namelijk bij galerijflats en alle overige collectieve gebouwen;
5. zij niet optreedt conform het gestelde onder artikel 15 lid 1 Postlandsverordening om CPost een aanwijzing te doen toekomen doordat CPost tegen de Postlandsverordening en de MB handelt;
6. zij geen blijk van geeft tot een aanwijzing over te gaan en ook niet van het opleggen van de boete van 100.000 gulden conform het gestelde in artikel 15 lid 2 van de Postlandsverordening;
7. zij op grond van het gestelde in artikel 2:344 in dit geval voornamelijk art. 2:344 lid c en d en 2:345 van het Wetboek van Strafrecht Curaçao vervolgd kan worden door het Openbaar Ministerie met oplegging van genoemde strafmetingen in vermelde artikelen.
In geval de minister geen gehoor geeft, verzoek ik u na driemaal 24 uur over te gaan tot onderzoek om tot vervolging over te gaan op grond van de door mij aangehaalde artikelen van het Wetboek van Strafrecht.
Ik doe u toekomen een kopie van mijn brieven (juli 2015 en april 2016) aan het BTP&U (Bureau Telecommunicatie, Post & Utiliteiten), de Staten en de minister van VVRP samen. Tot heden heb ik geen antwoord ontvangen van niet één van de geadresseerden.
Ik heb een andere strategische invalshoek gekozen door het OM te benaderen met bovenstaand verzoekschrift, waardoor misschien nu wel een snelle reactie komt. Ik hoop dat u spoedig actie onderneemt ten aanzien van bovenstaande, doordat CPost met ondersteuning van de minister VVRP in geaccelereerde vorm overgaat tot plaatsing van de ‘community-boxes’.
Ten overvloede geef ik aan dat CPost zoveel ‘community-boxes’ kan plaatsen als deze wil. Maar conform de meergenoemde MB kan CPost niet stoppen met het afleveren van post aan, zoals de MB ze noemt, ‘huisadressen’. Cpost is reeds gestopt met het afleveren van post in de buurten rond het postkantoor te Groot Kwartier en Marchena, Wishi en omgeving.
Om de zaak concreet te maken; door het overtreden van de MB, overtreedt CPosttevens het gestelde onder artikel 9 van de Postlandsverordening. In artikel 9 van de Postlandsverordening krijgen de voorwaarden, definities en andere regelgevingen in de MB hun kracht.
Felix D. Pinedo, Curaçao