Volgende week wordt in de Eerste Kamer gestemd over een motie die de regering verzoekt ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een sociaal minimum vast te stellen op basis van ijkbedragen voor het noodzakelijk levensonderhoud.
Minister Plasterk ontraadde de motie: ,,Het zal gevolgen hebben. Het zou bijvoorbeeld boven het minimumloon kunnen uitkomen, waardoor de hele arbeidsmarkt instort. Dan zou je kunnen zeggen dat je het minimumloon ook maar moet verhogen, maar dan stort de hele economie in”, aldus Plasterk.
De reactie van Plasterk op deze motie is kenmerkend voor de kramp waarin deze regering schiet als de armoedeproblemen in Caribisch Nederland (CN) ter sprake komen. De angst dat het minimumloon in een klap moet worden verhoogd tot een niveau dat iemand nodig heeft om te overleven, resulteert al vijf jaar in struisvogelpolitiek van de Nederlandse regering. Deze angst staat de vaststelling van een realistisch sociaal minimum in de weg, met het gevolg dat een effectieve aanpak van de armoede in CN tot nu achterwege is gebleven.
Een van de belangrijke oorzaken van de toegenomen armoede in CN is het experiment met een nieuw belasting- en premiestelsel in dit deel van Nederland. Het werd in 2011 ingevoerd en leverde op kasbasis ruim 42 procent meer op dan het oude stelsel in 2010 had opgeleverd. Geschrokken liet de regering door onderzoeksbureau Ecorys in 2012 een rapport schrijven waarin werd geconcludeerd dat deze enorme stijging van de collectieve lasten geen invloed heeft gehad op de koopkracht op deze eilanden. Een ongeloofwaardige conclusie gezien de cijfers in de bijlagen van het rapport, waaruit blijkt de collectieve lastendruk steeg van 26 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2010, naar 33 procent van het bbp in 2011. Mede door deze enorme stijging in 2011, stortte de lokale economie in. Plasterk waarschuwt nu dat de hele economie instort als er een realistisch sociaal minimum voor Caribisch Nederland wordt vastgesteld. Een gotspe, aangezien het geen beleid is dat iedereen in het jaar van vaststelling direct een inkomen moet krijgen op het niveau van het sociaal minimum.
De plannen van de regering om het sociaal minimum vast te stellen als percentage van het huidige minimumloon zijn een garantie voor blijvende armoede in CN. Het wordt tijd om de angst te overwinnen en op feiten gebaseerd meerjarenbeleid te maken om de armoede aan te pakken. Het begint met de vaststelling van een realistisch sociaal minimum. De regering zou daarna bijvoorbeeld kunnen beslissen om na het experiment met het nieuwe belastingstelsel in 2011, in 2017 een experiment te doen met een al dan niet gefaseerde invoering van een basisinkomen voor inwoners van 18 jaar en ouder. Met dit basisinkomen als aanvulling op het minimumloon van 800 dollar per maand, zullen werkenden binnen enkele jaren niet meer in armoede hoeven te leven en afhankelijk van de hoogte van het basisinkomen kan de prikkel om te werken blijven bestaan. De financiering van het basisinkomen kan budgetneutraal gebeuren. Minister Plasterk heeft eerder aangegeven dat Nederland jaarlijks een slordige 365 miljoen uitgeeft aan CN. Als de regering een plan zou maken om geleidelijk een kwart van de jaarlijkse uitgaven aan CN anders te besteden, komt er uiteindelijk jaarlijks 91 miljoen beschikbaar voor armoedebestrijding. Dat is 390 dollar per maand voor iedere inwoner van Caribisch Nederland die ouder is dan 18 jaar. Waar een wil is, is een weg. Angst is een slechte raadgever bij het zoeken naar oplossingen voor het armoedeprobleem in Caribisch Nederland.
Wietze Koopman,
Bonaire