Op 12 mei besprak het Antilliaans Dagblad onder ‘Rechter in Isla-vonnis nogal losjes’ een artikel van de juristen Rogier en Frielink over het vonnis in het kort geding (november 2015) dat door onder andere Smoc en CAE was aangespannen tegen het landsbeleid inzake de Isla. Hun juridische kwalificatie van het mij destijds met afgrijzen vervullend optreden van de zich rechter noemende Peter van Schendel, was een verademing. Deze Van Schendel was, Rogier en Frielink sommen op: ,,(1) Summier en selectief in de weergave van de feiten waarop de verzoeken van eisers zijn gebaseerd; (2) liet feiten weg met betrekking tot het spoedeisend belang; (3) veronachtzaamde dat de overheid gebonden is aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat in het vonnis zelfs onvermeld bleef en (4) negeerde feiten en onderzoeksmateriaal dat grote gezondheidsschade door de raffinaderij aantoont.” Hierdoor verviel de basis onder de belangrijke vorderingen en werden deze afgewezen met het argument dat het Land ‘goed op koers’ ligt bij de reductie van de overlast.
Rogier en Frielink concluderen dat het vonnis ‘nogal losjes’ is. Mij dunkt dat die kwalificatie zelf ook nogal losjes is, maar als dat de in de juristenwereld gebruikelijke uitdrukking is voor ‘schandalig en de rechtspraak onwaardig’, kan ik er mee leven.
Goed op koers. Deze politieke stroop werd door de overheid opgevat als groen licht om voortaan elke kritische rapportage door milieubeweging en het AD af te doen als een complot tegen Curaçao. Premier Whiteman hoor je er bijna wekelijks over.
Goed op koers. Daar kan ik wel wat mee bij de milieutop straks in Parijs, dacht milieuminister Camelia-R?mer en onthulde in de Amigoe haar gedachten: ,,De grote landen vervuilen het meeste, maar de kleine landjes lijden de grootste schade door noodweer, zoals we afgelopen zaterdag met het noodweer op Curaçao hebben gezien. We moeten daarvoor gecompenseerd worden” (03122015). Je moet er maar op komen en je moet het lef maar hebben om bij het hoogste internationale milieuforum als minister van een land dat per capita tot de top vijf meest lucht vervuilende landen ter wereld behoort, compensatie te eisen voor de effecten van de zooi die Isla tegen alle regels in, maar door jou gedoogd, dagelijks over de wereld uitstort! Curaçaose overheid goed op koers. Ja, naar de status van gekke Henkie van het milieudenken. Droevig eiland, droevig volk, schreef Cola Debrot.
Goed op koers. Toen ik ruim tien jaar geleden in Charo ging wonen, wist ik al vijftig jaar dat je er bij heel verkeerde wind last hebt van de Isla. Soms wat stank dus. That’s all. Toen kort na carnaval de wind heel verkeerd stond, daalde echter niet alleen stank, maar voor het eerst in Charo ook groene smurrie neer. Als in een week of wat zo veel groene smurrie neerkomt als op mijn buitendeur terechtkwam, hoe groen zijn dan wel niet de longen van diegenen die binnen het reguliere uitstootgebied van de Isla wonen?
Premier Whiteman speelde Pilatus. Terwijl Charo groen kleurde, liet Whiteman weten dat hij de eed van Hippocrates heeft afgelegd en ‘dus’ nooit de gezondheid in gevaar zou brengen. Hij begrijpt niet dat een arts niet met woorden naar die eed verwijst, maar met daden die de (volks)gezondheid dienen en als de mogelijkheid zich maar even voordoet, met politieke moed om moordmachines aan de wet te houden.
Rogier en Frielink schreven hun artikel voor de University of Curaçao. Boeiend, heel boeiend zelfs, want een van de landsadvocaten en wel degene die op zitting met hemeltergende arrogantie in zijn stoel hing en zo ook zijn tegenpartij bejegende, was Wilfred Flocker, voorzitter van de Raad van Toezicht van die universiteit.
Op 10 september 1979 eindigde gouverneur Leito zijn toespraak bij de officiële opening van de Universiteit van de Nederlandse Antillen als volgt: ,,Het college van curatoren, docenten, studenten en medewerkers aan dit voor ons land zo uiterst belangrijk instituut van hoger onderwijs, wens ik visie, enthousiasme en werkkracht toe, opdat zij (...) mogen bijdragen tot het geluk en het welzijn van de gehele bevolking (...).”
Geluk. Dat was misschien wel overvraagd. Vermoedelijk was de gouverneur - Shell kon er immers ook wat van - met schone lucht al heel tevreden geweest. Eerder verwees hij namelijk naar Curaçaoënaar Dr. Ir. Percy Henriquez, voormalig directielid van Unilever, die eerder in 1979 in het NRC Handelsblad had gewezen op mogelijke initiatieven waarbij de Nederlandse Antillen worden bestemd tot een internationaal ingebed wetenschappelijk onderzoekscentrum voor alternatieve energie, zoals windenergie, oceaan thermische energie, golfenergie en zonne-energie. Dat was 1979. Die visie betrof dus duurzame energie ‘avant la lettre’ en bij de ontwikkeling daarvan werd de UNA een plaats toegedacht. Wat een droomperspectief voor UNA en Land.
Dat nu na 37 jaar - wat gezien de achttien vroegtijdige Isla-doden per jaar neerkomt op in totaal 666 doden - de voorzitter van de Raad van Toezicht van diezelfde universiteit meehelpt om honderd jaar petrochemische vervuiling te continueren is een regelrechte nachtmerrie en doet weer denken aan Debrot.
Hans van Hulst,
Curaçao