Die beschamende onzin die de heer Edward Joseph als de voorman van de politieke partij Pueblo Soberano uitkraamt over de motie van de Tweede Kamer over de Isla-raffinaderij is een duidelijk voorbeeld waarom het politieke lot van ons eiland niet aan bepaalde eigen politici kan worden overgelaten. Op momenten als deze prijs ik ons gelukkig dat wij nog deel uitmaken van een groter staatsrechtelijk verband met een constitutionele structuur die corrigerend optreden mogelijk maakt wanneer lokale politici zoals de heer Joseph enorme schade aan ons land en/of aan onze bevolking trachten toe te brengen. Foeteren tegen Nederland is blijkbaar belangrijker dan de behartiging van het welzijn van onze burgers, het is naar mening van de heer Joseph blijkbaar onze eigen zaak indien wij onze burgers willen laten verpieteren onder vervuilde Isla-uitstoot, Nederland heeft zich daar niet tegenaan te bemoeien. Het bevredigen van minderwaardigheidscomplexen staat voorop, alle andere belangen, inclusief het welzijn van onze bevolking, moeten daarvoor wijken en moet worden opgeofferd voor dit steeds maar weer negatieve en destructieve fenomeen van diepgewortelde wrok tegen een koloniaal verleden, ondanks dat die periode eeuwen geleden is afgebouwd en ondanks dat de ex-kolonisator vandaag de dag medeverantwoordelijk is voor de hoge mate van welvaart waarin dit land verkeert. Ons volk moet maar lijden onder de Isla-rook omdat de heer Joseph worstelt met zijn onderbuikgevoelens. Ontstellend gewoon. Ook al zou het Nederlands parlement daadwerkelijk blijk hebben gegeven van onterechte bemoeizucht (wat beslist niet het geval is) weegt het belang van de gezondheid van het Curaçaose volk dan niet op tegen die vermeende constitutionele brutaliteit? Hoe liggen de prioriteiten van de heer Joseph? En wordt het Koninkrijk niet zelf hiertoe gedwongen omdat de lokale regering zelfs nauwelijks iets doet aan het oplossen van het milieuprobleem? Moet het Koninkrijk achterover gaan leunen en wachten totdat meneer Joseph en zijn partij het goed vinden energie te stoppen in het beschermen en het redden van de eigen lokale bevolking? Dat zal voorlopig dan niet snel gebeuren, zo druk heeft men het immers met vingerwijzingen naar die o zo schuldige Shell en met het kritiekloos in bescherming nemen van de o zo voorbeeldige PdSVA. Castillo heeft gelijk, het grootste gevaar dat ons land bedreigt zijn minderwaardigheidscomplexen. Daarnaast erger ik mij mateloos aan de rare neiging om steeds maar weer eigen fouten goed te praten door te wijzen op de fouten van anderen. De heer Joseph meent de milieuvervuiling die thans door de PdVSA wordt veroorzaakt goed te kunnen praten door te verwijzen naar de vervuilende rol die de Shell niet alleen op Curaçao, maar blijkbaar ook wereldwijd heeft gespeeld. Alsof de huidige milieuvervuiling die door de PdVSA wordt veroorzaakt, daarmee goed wordt gepraat. Een zeer oneigenlijke manier van denken, maar laat ik toch daar even op ingaan om hetgeen de heer Joseph stelt, te relativeren.
Op de eerste plaats heeft de Shell vanaf de oprichting van de raffinaderij in 1915 gedurende zeventig jaren tot 1985 ons milieu vervuilt. Dat is een vaststaand feit. Het is eveneens een feit dat de milieunormen die thans in acht moeten worden genomen pas in de jaren negentig wettelijk werden ingesteld, dus NA het vertrek van de Shell. Desalniettemin zou men kunnen betogen dat ook toentertijd, alvorens de invoering van het normenstelsel en de bewaking op de naleving daarvan, de Shell beter had moeten weten, feit is dat die problematiek toen echter niet speelde, toen niet aan de orde werd gesteld noch werd aangekaart (vergelijkbaar met het probleem over het roken van tabak). Wat de vervuiling door de Shell in Nigeria betreft moet erop worden gewezen dat die milieuschade voornamelijk werd veroorzaakt door de lokale bevolking die keer op keer de pijpleidingen vernielde om olie af te tappen waardoor de ruwe olie rijkelijk over grote gedeelten van het Ogoniland en de Niger Delta vloeide. De Shell heeft zelf veel schade geleden van deze door derden moedwillig gepleegde beschadigingen aan haar pijpleidingen, maar draaide toch voor de gevolgen daarvan op. De Shell heeft uiteindelijk aan Nigeria een aanmerkelijke schadevergoeding moeten betalen daartoe veroordeeld door een Nederlandse rechtbank. Belangrijk is om erop te wijzen dat deze milieuschade niet werd veroorzaakt door onverantwoordelijke bedrijfsvoering, met de gebouwde installaties was immers niets aan de hand. Daarentegen is dat wel het geval bij de PdVSA. De huidige raffinaderij bestaat uit verouderde installaties die niet meer voldoen aan de huidige normen in de olie-industrie, dat is dan ook een van de redenen waarom deze raffinaderij haar eindproducten ook bijna niet meer kwijt kan op de wereldmarkt. Dat brengt mij op het punt van de PdVSA. De heer Joseph maakt de Shell met de grond gelijk, maar rept met geen woord over de huidige exploitant van onze raffinaderij, die moet blijkbaar in bescherming worden genomen. Toch is het zo dat sedert het vertrek van de Shell in 1985, deze voormalige exploitant te Bullenbaai technische voorzieningen heeft achtergelaten die tot doel hadden om het gebruik van schone brandstof (LPG- en LNG-gassen) mogelijk te maken. Gedurende de 30 jaar dat PdVSA verantwoordelijk is geweest voor de exploitatie van de raffinaderij (middels haar werkorganisatie Isla) heeft dit bedrijf van die achtergelaten voorzieningen geen moment gebruikgemaakt, er is nimmer opslagruimte voor deze gassen gecreëerd noch werden er ooit gasleidingen aangelegd naar de stookplaatsen. PdVSA heeft doelbewust uit oogpunt van kostenbesparing ervoor gekozen om door te gaan met het stoken van de raffinaderij met ‘pitch’, een afvalproduct van de raffinage van zware ruwe olie. Het is deze pitch die zorg draagt voor onze milieuschade. De PdVSA heeft dus 30 jaar lang, om puur financiële redenen, er doelbewust voor gekozen om ons milieu te vervuilen. Daarover hoor ik de heer Joseph niets zeggen. Als wij er vanuit gaan dat PdVSA aan netto-inkomsten een bedrag van tussen de 300 en 400 miljoen dollar per jaar heeft gegenereerd dan leert een eenvoudig rekensommetje ons dat de PdVSA gedurende de 30 jaar een bedrag van meer dan een triljoen(!) dollar aan deze raffinaderij heeft verdiend en dit met minimale investeringen gezien de verroeste hoop schroot die er thans van de installaties over is. Onbegrijpelijk is dat binnen dat astronomische bedrag geen ruimte heeft bestaan voor de investeringen in schone brandstof. Ook al zou een dergelijk project tientallen miljoenen hebben gekost zou een dergelijke investering maar een fractie behelzen van het bedrag dat PdVSA tot op heden aan de raffinaderij heeft verdiend. Triest is ook de gedachte dat een groot deel van dat geld terecht is gekomen bij zakkenvullers binnen de uiterst corrupte Venezolaanse regeringen onder Chávez en Maduro. In een persconferentie die op 22 augustus 2013 in Caracas werd gehouden hebben twee voormalige Venezolaanse ministers, Hector Navarro en Jorge Giodani, uit de school geklapt dat een derde deel(!) van de triljoen dollar die Venezuela aan olie-inkomsten heeft verdiend gedurende de tienjarige periode tot 2013, tot op dat moment niet kon worden verantwoord. Hector Navarro werd in 2014 de laan uitgestuurd en Giodani was reeds afgetreden, tot op heden wordt door hun gepleit om een onderzoek te doen naar de verdwenen 300 miljard dollar.
Deze brave, door de PS in bescherming genomen PdVSA heeft dus met de grootste minachting voor ons volk grof geld aan onze raffinaderij verdiend, geld waarvan een aanmerkelijk deel bovendien op volstrekt verkeerde of onduidelijke plekken terecht is gekomen. Zeer triest als men bedenkt dat met onze gezondheid tevens het gelag is betaald van personages die ook het Venezolaanse volk gewetenloos bestolen blijken te hebben.
Maar dat zal de heer Joseph en zijn partij worst wezen, belangrijk is om de Nederlandse bemoeizucht in te tomen, dat geldt als prioriteit nummer een! Met dit soort van benepen independistas gaat het eiland dus beslist naar de bliksem.
George Lichtveld,
Curaçao


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.