Maandag vond de crematie plaats van Johan Oldenboom, ex-hoofdcommissaris van het Korps Politie Nederlandse Antillen.
Dat deze in leven zo robuuste en krachtige persoonlijkheid door ziekte werd geveld en uiteindelijk kwam te overlijden, heb ik, die hem in zijn werkomgeving van nabij heb leren kennen, nog niet helemaal goed kunnen bevatten. De ervaring leert wel en ook hard genoeg dat op aarde niet alleen het leven echt vergankelijk is, maar dat ook de persoonlijkheden reeds op aarde transitoire fenomenen zijn.
Wijlen Johan Oldenboom is begin jaren 60 als jonge inspecteur bij het Korps Politie Nederlandse Antillen aangetreden, nadat hij was afgestudeerd aan het Rijksinstituut tot Opleiding van Hogere Politieambtenaren (RIOHPA) in Nederland. Hij heeft daarna diverse hoge functies bekleed bij de recherchedienst en bij de vreemdelingendienst van het politiekorps Curaçao; zijn laatste functie bij dat korps was die van hoofdinspecteur, chef justitiële- en vreemdelingendienst.
Hierna, in de jaren 70, werd hij aangesteld tot commissaris van politie, korpschef van de politie te Aruba. Daar heb ik als jonge inspecteur hem voor het eerst van nabij leren kennen, toen ik als chef geüniformeerde dienst direct onder hem kwam te werken. Een aantal jaren later werd ik wederom zijn naaste medewerker, toen hij hoofdcommissaris van het Korps Politie Nederlandse Antillen was en met zijn staf kantoor hield in Fort Amsterdam.
Ik heb Oldenboom leren kennen als een zeer kundige, zeer toegewijde, stoere en beroepstrotse politiechef, die een aantal professionele waarden en normen hoog in zijn vaandel droeg. Eén van die waarden stond ook gegraveerd op het korpsembleem van die tijd: vigilat ut quiescant (hij waakt opdat zij rusten). Hij was ook sociaal zeer waakzaam. Eind mei 1969 was hij met langdurige vakantie in het buitenland. ,,De rellen van 30 mei hadden niet plaats kunnen vinden als ik hier geweest zou zijn”, pochte hij daarna weleens.
Ook heeft hij zich altijd laten leiden door het algemeen belang. Wie in zijn ogen tekortschoot in het dienen van het algemeen belang, kon bepaald niet op zijn waardering rekenen, ook al was de betrokkene een notabele in de gemeenschap.
Dienstbelang stond bij hem ook voorop en in de lijn daarvan heeft hij het politiekorps zoveel mogelijk met uitrusting, vakcursussen, internationale contacten en imagobevordering, waaronder uniformering, steeds meer op een hoger plan van functionering trachten te brengen. Al heeft hij daarvoor niet altijd ten volle op het ministerieel beleid en de landskas kunnen rekenen. Discipline en regelgetrouwheid stonden ook voorop bij hem. Zijn medewerkers waren daarvan ook daadwerkelijk bewust.
Hij was ook een man van postuur. Zijn grote gestalte, indrukwekkende uniform en kritische uitstraling droegen bij aan de duidelijke manier waarop hij van zich deed spreken en waarop naar hem werd geluisterd. Van dat laatste was hij zich ook wel bewust, waardoor hij confrontaties niet uit de weg ging. Dat maakte hem ook enigszins controversieel en niet erg geliefd bij menigeen die tegen zijn ad remheid niet was opgewassen en morrend had moeten afdruipen.
Hij wist zich echter vanwege zijn brede bekwaamheden lange tijd te handhaven en hij heeft in die tijd zichzelf ook bewezen, al hadden sommige bestuurders enige moeite met hem.
Met het heengaan van wijlen Johan Oldenboom heeft het politiekorps een van zijn meest markante figuren uit zijn geschiedenis verloren, die, alles bij elkaar genomen, onmiskenbaar een goede stempel op het politiekorps heeft gedrukt.
Ook heb ik, als een van de weinigen, in hem de gevoelsmens leren kennen die achter zijn uiterlijke strakheid schuilging.
Wijlen Johan Oldenboom was de laatste tijd vóór zijn overlijden thuis heel erg ziek. Dat zijn echtgenote hem toen liefdevol en met veel toewijding heeft verzorgd is voor ons een grote troost geweest.
Ik ben er van overtuigd, Johan kennende, dat hij in den Here is ingeslapen en dat hij ruim daarvóór op een positieve manier virtueel de hand moet hebben toegestoken naar al degenen die in zijn leven dicht bij hem of ver van hem hebben gestaan en dat hij daarbij aan al die mensen zijn gevoelens van liefde, vrede en respect heeft betuigd. Laten wij allen virtueel die hand aangrijpen en warmhartig drukken.
Dat zijn ziel eeuwig in vrede moge vertoeven in het Rijk Gods.
Fred Wiel, oud-hoofdcommissaris van het Korps Politie Nederlandse Antillen
Curaçao