De economie van Venezuela stort langzaam in elkaar vanwege zijn afhankelijkheid van olie (95 procent van het GDP, bbp). De prijs van olie is sinds vorig jaar met zo’n 60 procent gedaald (van 115 dollar naar 47,43 dollar vandaag). President Maduro van Venezuela is op het moment koortsachtig op zoek naar oplossingen voor dit probleem. De rijen voor melkpoeder en toiletpapier in zijn land worden met de dag langer en langer. Van China heeft Venezuela inmiddels een lening van 20 miljard dollar gekregen, met de strikte conditie dat het alleen voor interne investering gebruikt mag worden. Het blijft de vraag of de andere Opec-landen, net als China, hun ‘vriend’ in nood zullen bijstaan.
Inmiddels heeft het Multidisciplinaire Team dat met Venezuela moet onderhandelen over de toekomst van Isla-raffinaderij, ook zijn pijlen gericht op China. Er is nu zelfs sprake van een delegatie die binnenkort naar China af gaat reizen om te kijken of zij daar de ontbrekende derde partij, die de nodige 3 miljard dollar wil investeren voor de renovatie van de Isla-raffinaderij, kunnen vinden.
Wat men klaarblijkelijk niet uit het oog mag verliezen is dat China met haar astronomische bevolking, zo’n 1,4 miljard monden te eten heeft te geven en jachtig, in de wereld, op zoek is naar consumptiegoederen. Wat betekent dat China alles verorbert wat er te consumeren valt. En als men klaar zijn trekken ze weer verder.
We moeten goed oppassen dat we niet van de regen in de drup terechtkomen.
Het verbeteren van de milieuaspecten speelt een centrale rol bij de modernisering van de Isla-raffinaderij. In China zelf wordt er weinig gekeken naar de consequenties van de economische groei op het milieu. Beijing is een van de meest vervuilde steden in de wereld. Bepaalde regio’s van het land ondervinden grote problemen met de toevoer van water, wat lijdt tot volksgezondheidsproblemen onder de druk van de opkomende economie. Ieder jaar worden er meer baby’s doodgeboren en hebben meer mensen structurele problemen aan hun luchtwegen.
Een van de voorwaarden bij de renovatie van de raffinaderij op Curaçao is dat deze moet voldoen aan internationale milieunormen. Op het moment is dat niet het geval. Te veel koolmonoxide (Curaçao staat op de tweede plaats in de wereld voor wat betreft uitstoot van koolmonoxide, per hoofd van de bevolking) en zwaveldioxide (de levensgevaarlijke grens van 500 microgram aan zwaveldioxide wordt nu veel te vaak overschreden) wordt momenteel door de Isla-raffinaderij in de lucht gepompt.
De oplossing voor de ‘nieuwe’ raffinaderij moet daarom gestoeld worden op het verbeteren van de milieucondities voor alle bewoners van Curaçao en niet alleen op het verkrijgen van een partner met een grote pot met geld.
Want uiteindelijk, is en blijft het ‘welzijn’ van alle eilanders het allerbelangrijkste. En niet de ‘welvaart’ van een klein groepje die dankzij hun kennis van zaken of stevige portemonnees, profijt kunnen halen uit een goed geoutilleerde raffinaderij.
De volgende uitspraak van oud-burgemeester van Bogota, Colombia, Enrique Penalosa, geeft dit naar mijn oordeel goed weer: ,,A developed country is not a place where the poor have cars. It’s where the rich use public transport.”
Orlando Meulens, Curaçao