Sint Maarten heeft andere vragen dan Curaçao
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) heeft onlangs de reeks informatiesessies over de invoering van de Caribische gulden (XCG) succesvol afgerond in diverse buurtcentra op Curaçao.
Volgens de bank zijn de sessies ‘zeer goed bezocht’ en hebben ze geleid tot een groeiende belangstelling van verschillende instanties en bedrijven, maar ook scholen, banken en serviceclubs, met het verzoek om ook daar presentaties te verzorgen. ,,Tijdens de sessies in de buurtcentra is er sprake geweest van veel interesse en positieve reacties onder het publiek. Deelnemers vonden het vooral leuk dat ze zelf een biljet in handen kregen en samen alle echtheidskenmerken konden ontdekken. Na afloop konden ze alle bankbiljetten en munten bekijken, vasthouden en fotograferen. Er werden volop selfies gemaakt, wat de sessies extra bijzonder maakte”, aldus de CBCS.
Opmerkelijk is dat, ondanks de bewondering voor ‘de ultramoderne echtheidskenmerken’ van het nieuwe papiergeld, de animo tijdens de sessies op Sint Maarten lager was dan op Curaçao. Volgens de CBCS heeft dit te maken met het feit dat op dit eiland over het algemeen meer in Amerikaanse dollars (USD) wordt betaald en de XCG minder onder de bevolking leeft. Vragen die op Sint Maarten door bezoekers zijn gesteld, gingen dan ook voornamelijk over de wisselkoers die winkeliers hanteren ten opzichte van de USD.
Daarentegen gingen de meest gestelde vragen op Curaçao vooral over het terugkomen van de 1 cent, het gebruik van de Nederlandse taal op de bankbiljetten en of winkeliers contante betalingen in Nederlands-Antilliaanse guldens (NAf) mogen weigeren. Volgens de CBCS ‘is de bank verplicht om een munteenheid te laten slaan als daar vraag naar is’. Hoewel er eerder een voorstel is gedaan om de 1 cent af te schaffen, werd dit niet ondersteund door de minister van Financiën, Javier Silvania (MFK), die zich zorgen maakte over mogelijke nadelige gevolgen van prijsstijging voor de consument. Gezien de verplichtingen van de bank heeft de CBCS nu echter besloten om de 1 cent-munt van de Caribische gulden te bestellen. Wat betreft de Nederlandse tekst op de bankbiljetten en munten, benadrukt de CBCS dat zowel Curaçao als Sint Maarten in de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel heeft afgesproken dat de Nederlandse taal op de betaalmiddelen moet komen te staan. Hierdoor was er geen keuze. Om consistentie te waarborgen, is besloten om het Nederlands ook op het nieuwe briefgeld te handhaven. Bovendien is Nederlands een van de officiële talen op beide eilanden. Het toevoegen van meerdere talen op de biljetten zou volgens de bank te veel ruimte innemen, gezien de al aanwezige teksten. Naar aanleiding van de gestelde vragen, geeft de CBCS ook nog aan dat de NAf tot en met 30 juni een wettig betaalmiddel blijft. Echter kan de bank winkeliers niet verplichten om een bepaalde betaalmethode te accepteren. De CBCS: ,,Sommige winkels en instanties kiezen er zelfs voor om helemaal geen contant geld meer aan te nemen, wat een eigen keuze is van de desbetreffende ondernemers.” Al met al stelt de CBCS ‘dat met de effectieve en informatieve sessies de basis is gelegd voor bewustwording over de Caribische gulden, waardoor de gemeenschap goed is voorbereid op de introductie van de nieuwe munteenheid’.
