Dijkhoff stapt op bij Taalinstituut

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Directeur Marta Dijkhoff van het Nationaal Taalinstituut Curaçao (NTIC) is opgestapt. Ze voert ‘fundamentele en principiële meningsverschillen’ met de raad van commissarissen (RvC) over de koers en governance van de stichting aan als redenen voor haar besluit.

Al enkele weken gonst het van de geruchten over de bestuurlijke perikelen bij het NTIC. Ook het Antilliaans Dagblad heeft afgelopen maandag bericht dat er een breuk is in de top van het taalinstituut.
Dijkhoff benadrukt tegenover deze krant: ,,Naar aanleiding van recente berichtgeving en aantijgingen in de media over mijn NTIC-directeurschap, acht ik het noodzakelijk om de juiste context te verschaffen en hierbij enkele onjuistheden te corrigeren. Ik heb uit eigen overweging en op principiële gronden besloten mijn overeenkomst van opdracht met het taalinstituut op te zeggen. Mijn visie op de toekomst en het beheer van het taalinstituut, met name de wijze waarop het taalbeleid inhoudelijk en organisatorisch vormgegeven zou moeten worden in 2025, wijkt substantieel af van die van de raad. Dit verschil in inzicht heeft ertoe geleid dat een constructieve samenwerking, van mijn kant, niet langer mogelijk is.”
Verder verwijst Dijkhoff ook naar aangelegenheden met betrekking tot het personeel en de werkomgeving. Zo geeft ze aan dat de uitdagingen binnen het NTIC op het gebied van personeelsmanagement en interne verhoudingen goed bekend waren. ,,Deze zijn altijd transparant besproken met zowel de RvC als de vakbond. Ondanks bekende dynamieken heeft dit het functioneren van het taalinstituut nooit belemmerd. Onder mijn leiding werd er dan ook gewoon samengewerkt en werden de NTIC-kernactiviteiten zonder structurele verstoringen uitgevoerd. De suggestie dat er sprake zou zijn van een onwerkbare situatie of een ernstig verstoorde werkomgeving is dan ook misleidend.”
Ook haalt Dijkhoff haar financieel beleid aan. Ze benadrukt dat dit transparant en binnen de kaders is gebleven. ,,Ik accentueer dat alle financiële handelingen binnen de kaders van mijn functie én conform de geldende procedures en verantwoordingsmechanismen zijn uitgevoerd.”