Ex-top CBCS veroordeeld

Tot terugbetaling gelden die zij zichzelf of aan elkaar hebben toegekend

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Emsley Tromp en Jerrald ‘Jerry’ Hasselmeyer, respectievelijk voormalig president en oud-directeur van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), zijn veroordeeld tot betaling aan de CBCS van verschillende bedragen die zij in het verleden aan zichzelf of aan hun medebestuurder hebben toegekend.

Het gaat daarbij om vergoedingen van advocaatkosten, bonussen in het kader van de Girobank-noodregeling, een verhoging van de eindejaarsuitkering en meer. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak waarin de CBCS van de twee voormalige bestuurders (terug)betaling heeft gevorderd.
Het gerecht verklaart voor recht dat Tromp aansprakelijk is voor de schade die de CBCS lijdt vanwege de aan Hasselmeyer betaalde Girobank-bonussen ten bedrage van 203.463 gulden; veroordeelt hem tot betaling aan de CBCS van de volgende bedragen: 1.162.979,84 aan te veel ontvangen gratificatie; 30.036 bruto aan te veel ontvangen eenmalige uitkering; 177.437,50 in verband met voor hem betaalde kosten van advocaten en fiscalisten; 310.103,19 in verband met voor hem betaalde Aqualectra-rekeningen; 300.870,82 in verband met aan zijn woning aangebrachte zonnepanelen.
Dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2020. Tromp is ook veroordeeld in de proceskosten van de CBCS van alles bij elkaar zo’n 18.000 gulden en dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen alsmede dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald. Het gerecht verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit laatste geldt ook voor Hasselmeyer. Het gerecht verklaart voor recht dat Hasselmeyer aansprakelijk is voor de schade die de CBCS lijdt vanwege de voor Tromp betaalde advocaatkosten en kosten voor fiscalisten voor een bedrag van 177.437,50 en veroordeelt Hasselmeyer tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2019 tot aan algehele voldoening. Voorts is Hasselmeyer veroordeeld tot betaling van 203.463,62 vermeerderd met de wettelijke rente en proceskosten van circa 16.000.