Pers in Colombia pakt de kwestie ook op
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Statenlid Gwendell Mercelina (PNP) stelt vragen bij het overlijden van de Colombiaanse vrouw op 2 oktober op luchthaven Hato. Hij vraagt zich af of hier mogelijk sprake is van schending van mensenrechten.
In een brief aan de Justitieminister Shalten Hato (MFK) schrijft hij: ,,Met grote bezorgdheid over de impact op het imago van ons land, hebben wij kennisgenomen van het overlijden van Leana Carbonell Alvarado op 2 oktober 2024. Dit incident, waarbij een vrouw van Colombiaanse nationaliteit onder verdachte omstandigheden is overleden onder toezicht van onze autoriteiten op Curaçao, roept serieuze vragen op over de procedures en het optreden van de betrokken departementen, mogelijke schendingen van mensenrechten, en de mogelijke gevolgen voor de inspanningen van Curaçao om hoger te scoren in de ‘Tier 2 Watch List’ van het Trafficking in Persons (TIP) Report van de Verenigde Staten (VS).”
Mercelina stelt dat uit verschillende bronnen en media duidelijk is geworden dat Carbonell Alvarado, nadat haar toegang tot Nederland werd geweigerd, werd vastgehouden op Curaçao. ,,Getuigenverklaringen suggereren dat haar gezondheid verslechterde tijdens haar detentie en dat haar verzoeken om medische hulp mogelijk niet adequaat zijn behandeld. Dit roept de vraag op of Carbonell Alvarado’s recht op leven en haar recht op gezondheid, zoals vastgelegd in internationale verdragen, zijn geschonden”, zo vervolgt het Statenlid.
Hij vindt dat de informatie over dit incident gekenmerkt wordt door een gebrek aan transparantie en proactieve communicatie van de autoriteiten. ,,Het duurde drie dagen voordat er een persbericht werd gepubliceerd, en dat gebeurde pas na herhaalde verzoeken van de media om meer informatie. Dit gebrek aan transparantie ondermijnt het vertrouwen van het publiek en bemoeilijkt de beoordeling of er sprake is geweest van mensenrechtenschendingen.”
Bovendien stelt Mercelina vast dat de ontvangen informatie in tegenspraak lijkt te zijn met het persbericht van het Korps Politie Curaçao (KPC) van 5 oktober 2024, waarin wordt verklaard dat de vrouw medische hulp ontving op de luchthaven. Het persbericht stelt dat er sprake is van een natuurlijke dood, maar er wordt niets gezegd over de oorzaak van haar overlijden, zo vindt het Statenlid. ,,Daarnaast wordt niet uitgelegd waarom Carbonell Alvarado op Curaçao werd vastgehouden en hoe haar gezondheid tijdens haar detentie werd behandeld”, zo beklaagt de PNP’er zich.
Als christendemocratisch parlementariër en lid van de Parliamentarians for Global Action, hecht hij naar eigen zeggen veel waarde aan de bescherming van mensenrechten. ,,Wij zijn ons bewust van de grote inspanningen die het ministerie van Justitie levert om het imago van Curaçao te verbeteren op het gebied van mensenhandel en mensenrechten, met name via het preventieplan tegen mensenhandel, Path. Echter, dit incident roept de zorg op dat de huidige praktijken van bepaalde justitiedepartementen de vooruitgang die wij nastreven in de weg kunnen staan”, aldus Mercelina. Hij verwijst naar de Raad voor de Rechtshandhaving en Amnesty International die hebben geconcludeerd dat de behandeling van vreemdelingen door justitiepersoneel bij Immigratie en het KPC te wensen overlaat.
Daarom heeft Mercelina wat vragen opgesteld die hij graag beantwoord ziet door de Justitieminister. Een greep uit de lange vragenlijst: ,,Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat dit incident een negatieve impact heeft op de voortgang van het Path? Waarom duurde het drie dagen voordat er een persbericht werd gepubliceerd? Waarom heeft de politie niet vanaf het begin volledige informatie verstrekt over de omstandigheden waaronder Carbonell Alvarado werd vastgehouden? Kan het ‘natuurlijk overlijden’ worden toegeschreven aan nalatigheid van justitie? Waarom werd een vreemdeling die geen visum nodig heeft, vastgehouden in een detentiecentrum? Hoe lang verbleef de vrouw op Curaçao voordat ze een vlucht naar Nederland nam? Wat zijn de exacte medische resultaten van de autopsie, en hoe sluiten deze aan bij de getuigenverklaringen over haar verslechterende gezondheid tijdens haar detentie? Wat voor soort ‘natuurlijke omstandigheden’ veroorzaakten haar dood? Geeft de autopsie aan dat de ontvangen (of ontbrekende) medische zorg bijdroeg aan haar overlijden? Welke medische zorg ontving Carbonell Alvarado daadwerkelijk tijdens haar verblijf op Curaçao, inclusief tijdens haar detentie? Waarom werden de verzoeken om medische hulp (indien die inderdaad plaatsvonden) genegeerd? Is de minister bereid een onafhankelijk onderzoek te starten naar dit incident, inclusief de rol van de betrokken autoriteiten en mogelijke mensenrechtenschendingen?”
Ook de Colombiaanse media hebben de dood van de Colombiaanse opgepakt. In de krant El Tiempo wordt verslag gedaan van het overlijden van de Colombiaanse Leana Consuelo Carbonell Alvarado en daarin wordt ook ongenoegen geuit. Zo werd zij vastgehouden op de luchthaven op een plek waar illegalen in bewaring gesteld worden. ,,Hoewel dit niet op haar van toepassing was, omdat ze gedeporteerd was vanuit Polen”, zo schrijft de krant. Het verslag vervolgt met te stellen dat zij volgens getuigen niet de benodigde zorg kreeg toen ze tekenen van ziekte vertoonde. Ook is ongenoegen geuit over het moment waarop de familie in kennis is gesteld van het overlijden, namelijk ‘pas’ op 4 oktober. Volgens het Colombiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is door het consulaat op Curaçao op 7 oktober een officieel verzoek ingediend bij de migratie- en politiediensten om een rapport over de gebeurtenissen te ontvangen. ,,We wachten op de informatie van de autoriteiten van Curaçao”, zo wordt het consulaat geciteerd.
De Colombiaanse vrouw werd naar Curaçao gedeporteerd omdat ze in Polen geen retourticket kon tonen en niet over voldoende financiële middelen beschikte voor haar verblijf. Ze was vanuit Colombia op weg naar Polen en moest een tussenstop maken op Curaçao en Nederland. Tot haar verrassing werd ze bij aankomst in Warschau gedeporteerd naar Curaçao vanwege dus het ontbreken van een retourticket en onvoldoende financiële middelen.