Regering wil strenge aanpak mensenhandel
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De overheid wil het mensenhandelaren onaantrekkelijk maken om actief te zijn op Curaçao. Dit staat in het Plan van Aanpak Mensenhandel Curaçao 2022-2026 dat op de nieuw gelanceerde website staat van het mensenhandel-preventiecentrum Path (Prevenshon di Abusu i Trafikashon di Hende).
Hoewel het plan in november 2022 door de ministerraad is goedgekeurd, is het nu pas openbaar. In het plan staat dat de mensenhandelaar moet weten dat de Curaçaose autoriteiten actief en agressief de strijd tegen de mensenhandel aangaan en dat mensenhandelaren aldus gezien en bestraft gaan worden. Daarvoor zullen verschillende instrumenten ingezet worden. Maar, zo wordt er ook aan toegevoegd, het plan van aanpak is ‘een levend document’ en ‘raamwerk’, dat gaandeweg met de opgedane ervaring bijgesteld wordt. Het plan is opgesteld op verzoek van de Curaçaose minister van Justitie in oktober 2021 en is geïnitieerd door de coördinator mensenhandel in samenwerking met de liaison officer van de Nederlandse Politie en het managementteam van het Korps Politie Curaçao (KPC). De vormen van uitbuiting die verwacht worden plaats te vinden op Curaçao zijn volgens de opstellers voornamelijk seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting (en/of diensten) en criminele uitbuiting.
De eerste prioriteit, zo staat in de inleiding, is het gestructureerd verzamelen en veredelen van informatie in het reeds bestaande permanente ‘themaregister mensenhandel’. ,,Dit teneinde een adequate analyse mogelijk te maken en inzicht te krijgen op de mensenhandelaar die nu actief is. Na de analyse direct overgaan tot de opsporing van de daders”, zo wordt vervolgd. Het themaregister mensenhandel bij het KPC, is in 2020 geïmplementeerd en een onderdeel van het politieregistratiesysteem Actpol.
Het nadenken over een efficiënte vorm van aanpak van mensenhandel is door meerdere partijen gebeurd, zo staat in het rapport. ,,We zagen vele pieken en dalen in de aanpak en bestrijding van mensenhandel in de laatste tien jaar. Nu echter is een standpunt ingenomen. ‘Wat je krijgt is wat je ziet’ is de uitgangspositie hoe we gaan werken aan mensenhandel. We gaan halen in plaats van afwachten, omdat het als niet moreel wordt gezien dat we toestaan dat mensen in een uitbuitingssituatie blijven en daders zich rijkelijk kunnen blijven bevoordelen.”
Wat bedoeld wordt met ‘wat je krijgt is wat je ziet’ en ‘halen in plaats van afwachten’ betekent concreet ‘dat mensenhandel dient te worden beschouwd als een haaldelict, daar slachtoffers bij deze delictsvorm vaak niet uit zichzelf naar buiten treden’. ,,Dit wordt veelal gevoed door schaamte dat ze in deze positie terecht zijn gekomen, uit angst voor de dader(s), uit angst voor de overheid omdat ze wellicht een niet legaal verblijf hebben en uit angst voor stigmatisering”, zo wordt nader uitgelegd.
Veel partijen betrokken
Uit het plan van aanpak blijkt dat er veel betrokkenen zijn. De opsporingsinstanties, maar ook overheidsinstellingen en zelfs bedrijven en organisaties in de private sector.
Daarom wordt in het plan een pleidooi gehouden voor samenwerking maar ook voor een geïntegreerde aanpak op de informatieverzameling, -verdeling en -verstrekking. ,,Per direct zou het KPC, bij voorkeur drie, maar minimaal twee mensen beschikbaar moeten stellen om mensenhandel-informatie te verzamelen in het themaregister mensenhandel. Overige diensten die in aanraking komen met signalen van mensenhandel waaronder het KPC, kustwacht, Koninklijke Marechaussee (KMar), Recherche Samenwerkingsteam (RST), Interpol, douane, en verschillende ministeries en overheidsorganisaties moeten minimaal één informatierechercheur ter beschikking stellen die informatie doet toekomen aan de informatiecoördinator van het KPC. Gelet op de status van het fenomeen mensenhandel is dit geen verzoek maar een must.”
Niet alleen samenwerking is essentieel, er wordt ook gesproken van een ‘geïntegreerde aanpak in de operatie’. Het belang hiervan wordt nader toegelicht. ,,KPC doet andere onderzoeken dan bijvoorbeeld het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW). SOAW doet primair onderzoeken naar illegale arbeid. Die illegale arbeid kan plaatsvinden onder erbarmelijke omstandigheden, waardoor het neigt naar mensenhandel. Hierbij zou het KPC aanvullend van dienst kunnen zijn om daarin de collega’s bij de andere organisaties juridisch te leren mensenhandel te onderkennen en te duiden. Hierbij ontstaat de noodzaak dat aansluitend beide organisaties samenwerken om te komen tot een in eerste aanleg strafrechtelijk onderzoek. Aansluitend kunnen bevoegdheden worden toegepast zoals economische sancties die toebedeeld zijn aan het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) en SOAW en/of bestuurlijke maatregelen.”
Overigens zijn de opstellers van het plan zich ook bewust van de betrokkenheid van externe partners. ,,Mensenhandel is een criminaliteitsvorm die ook veel externe partners raakt. Partners belast met bestuurlijke handhaving, slachtofferorganisaties, het Actiecentrum Ondermijning Curaçao (Acoc), diverse vergunningverstrekkers, inspecties, gezondheidszorg, woningbouwcoöperaties, verhuurders en de toelatingsorganisatie.”
De opstellers van het plan zijn zich tot slot ook bewust van het personeelstekort en stellen voor dat overwogen kan worden dat mensen die aangesteld worden voor de informatie-inwinning, nadat de eerste informatieslag is gemaakt, ook toebedeeld worden aan het operationele team.