Enquêtecie: 9 ministers en 10 Staten onvoldoende ingegrepen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Negen ministers, tien regeringen en tien verschillende samenstellingen van de Staten hebben zich met het project van het nieuwe ziekenhuis Hospital Nobo Otrobanda (HNO, nu Curaçao Medical Center, CMC) beziggehouden.
Dat blijkt uit de gegevens in het rapport van de Enquêtecommissie HNO dat overigens op 21 augustus in de Staten besproken zal worden. Dat maakt dat de ‘checks and balances’ onvoldoende werkten. De onderzoekscommissie is van oordeel dat de respectievelijke ministers en de Staten onvoldoende grip hadden op het project en dat zij onvoldoende afdoende ingrepen tijdens het proces. ,,Het traject werd beïnvloed door de frequente wisselingen in het bestuur. Iedere nieuwe minister en ieder nieuw kabinet moest zich opnieuw verdiepen in het dossier en belangrijke beslissingen nemen, terwijl zij geconfronteerd werden met een zwakke constante factor: het ambtelijk apparaat. Opeenvolgende ministers hebben het ambtelijk apparaat onvoldoende betrokken bij het proces en hebben te veel vertrouwd op externe adviseurs”, zo concludeert het rapport.
En verder: ,,Met name de Staten kwamen onvoldoende op voor het budgetrecht en het ambtelijk apparaat (de vierde macht) was onvoldoende in staat om tegenwicht te bieden aan de verschillende kabinetten en ministers.” Dat de Staten onvoldoende gebruikmaakten van hun budgetrecht had ook te maken met ‘de manier waarop ministers zich verantwoordden’.
De commissie is van oordeel dat het budgetrecht van de Staten is geschonden, maar de meeste respectievelijke premiers en ministers van Financiën en andere ondervraagden zijn van mening dat het budgetrecht niet ‘echt’ is aangetast, zo staat in het rapport. De commissie over de mening van de politici: ,,Hoewel er soms uitgaven moesten worden gedaan die achteraf aan het parlement werden gemeld vanwege de aard van een dergelijk groot bouwproject, was het parlement altijd op de hoogte en heeft het inderdaad soms achteraf goedkeuring verleend. Er was ook weinig tegenstand vanuit de Staten, vinden de meesten. Wel werd opgemerkt dat wijlen Statenlid Amerigo Thodé (MFK) meer dan eens kritiek heeft geuit tijdens Statenvergaderingen. De conclusie is dan ook dat het budgetrecht van de Staten is geschonden en dat de Staten het budgetrecht onvoldoende hebben verdedigd.”
Uitgelegd wordt dat zonder een door de Staten goedgekeurde begroting er voor de minister geen grondslag bestaat om uitgaven te doen. Om de controletaak goed uit te kunnen oefenen heeft het parlement informatie nodig. Immers, over het algemeen zijn financiën een vereiste voor een groot deel van het overheidsbeleid. ,,Ook voor het HNO-project gold dat de ministers de Staten vooraf op de hoogte moesten houden van de uitgaven, opdat er geen uitgaven zouden plaatsvinden zonder expliciete, voorafgaande goedkeuring van de Staten. Dit gold eveneens voor tussentijdse uitgaven. De wet schrijft voor dat begrotingswijzigingen gedurende het jaar zo veel mogelijk plaats moeten vinden via suppletoire begrotingen”, zo wordt nog eens benadrukt. En zo wordt vastgesteld: ,,Er zijn toezeggingen gedaan door ministers en de Raad van Ministers zonder budget en zonder adequate begroting. Het traject van de bouw van het nieuwe ziekenhuis had wel voortdurend de aandacht binnen het parlement, volgens de griffier, maar vaak achteraf. Dan is het al te laat om te interveniëren. Het kon eigenlijk niet anders omdat er haast was aangezien Sehos ook aan het afbouwen was. Als de 625 miljoen gulden vooraf was goedgekeurd, zou er geen discussie zijn geweest over uitholling van het budgetrecht van het parlement.”
‘HNO moest coûte que coûte af’...
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.