Nederland was met corona en Girobank ‘lender of last resort’

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De problemen bij de Girobank en verzekeringsgroep Ennia tonen aan dat het toezicht van de Centrale Bank CBCS deficit was, maar ook dat de rol van de CBCS als ‘lender of last resort’ beperkt is. Dit stelt econoom Rob van den Bergh in een bijdrage aan het jaarverslag 2023 van de Raad van Advies (RvA) van Curaçao.

Deze cases laten volgens hem zien dat indien financiële instellingen in de problemen geraken, de rekening bij de vermogensgerechtigden (de Landen, red.) terechtkomt.
,,Ervaringen tonen aan dat Nederland in het kader van de coronasteun en van de Girobank voor een belangrijk deel functioneerde als ‘lender of last resort’. Dat benadrukt de toegevoegde waarde van onderdeel te zijn van het Koninkrijk der Nederlanden”, schrijft de econoom.
,,Evenwel, wie ook de ‘lender of last resort’ moge zijn, en naarmate de grenzen van de financiële zorgplicht opgerekt worden, uiteindelijk zijn het de burgers en private sector van Curaçao die voor de kosten opdraaien. Dit stelt grenzen aan de reikwijdte van de zorgplicht van de overheid.”

Zorgplicht overheid
Dat is ook de titel van zijn bijdrage: ‘De reikwijdte van de zorgplicht van de overheid’ met als ondertitel: ‘Overheidssteun aan het Curaçaose bedrijfsleven’. Van den Bergh is van mening dat de reikwijdte van de zorgplicht van de lokale overheid voor de private sector ‘op het gebied van de financiële steun in bijzondere gevallen iets, onder strakke voorwaarden en heldere criteria, opgerekt kan worden’.
,,Maar belangrijker is dat, in die sectoren waar reeds een zorgplicht of -intentie bestaat, een duidelijk en transparant beleid geformuleerd wordt, de overheid hierop de bestaande wet- en regelgeving aanpast aan de werkelijkheid van 2024, en zorgdraagt voor een goed inspectie-apparaat dat een eerlijk, transparant, efficiënt en effectief toezicht houdt en de regels handhaaft.”
Hij wijst erop dat er geen overheidsbeleid is voor financiële steun aan bedrijven ter stimulering van in het beleid vastgestelde prioriteitssectoren en voor steun aan bedrijven in nood. ,,Beleid in dezen is wenselijk evenals een fonds om als Curaçao economische kansen op te pakken en economische tegenvallers te pareren.”

Reserve
Tijdelijke steun aan het bedrijfsleven tijdens en na een ramp, zoals de coronacrisis, is - mits goed geregeld en uitgevoerd - voor baanbehoud en voorkoming van een faillissementsgolf ‘meer dan gerechtvaardigd’. ,,Het is daarbij wenselijk dat Curaçao als autonoom land een reserve creëert om de klappen op te vangen.”
Voor individuele bedrijfssteun ligt dat genuanceerder, vervolgt de deskundige. ,,In een vrijemarkteconomie is een bedrijfssluiting of faillissement onderdeel van een normaal organisch proces, waar de overheid zich afzijdig van behoort te houden.” Slechts in bijzondere gevallen, daar waar sociale grondrechten in het geding zijn en louter indien er goede en verifieerbare criteria en normen zijn om een bedrijf financieel te ondersteunen dat levensvatbaar is, zou de overheid kunnen ondersteunen.

‘Flinke onderhoudsbeurt nodig’...

Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.