Minister van Staat Liberia-Peters over Oryx-deal
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,In geen enkel geval kan binnen onze constitutionele structuur gerechtvaardigd worden om het parlement over te slaan”, zegt voormalig PNP-premier Maria Liberia-Peters over de Oryx-deal. Zij is oud-politicus, maar nog altijd wel minister van Staat.
,,De eigendommen behoren toe aan het volk en de overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) is destijds opgericht om het te beheren. RdK is níet de eigenaar. Het volk, dus de vertegenwoordigers van het volk, zijn de eigenaren”, zegt Liberia-Peters tegen het Antilliaans Dagblad in verband met het vorige week getekende leasecontract tussen RdK en Oryx Midstream in aanwezigheid van een grote groep ministers, met premier Gilmar Pisas (MFK) in de hoofdrol.
,,Vanuit het oogpunt van sociaal welzijn kunnen we zeggen dat in bijna elk huishouden op Curaçao minstens één persoon in onzekerheid leeft. Wat is de waarde van welzijn als een volk in angst voor zijn leiders leeft?”
Liberia-Peters - minister-president van de Nederlandse Antillen van 1984 tot 1986 en van 1988 tot 1994 - is niet te spreken over hoe het zittende kabinet-Pisas (MFK/PNP) de rol van de Staten, het Curaçaose parlement, te grabbel gooit. ,,Hoe is het mogelijk dat het parlement en de bevolking niet betrokken zijn bij de onderhandelingen met Oryx?” vraagt ze zich hardop af.
In de Papiamentstalige krant Èxtra zei ze zaterdag: ,,Waarom hebben we dan een ‘trias politica’?”, na kennis te hebben genomen van de ondertekening van het contract tussen RdK en Oryx. De trias politica, driemachtenleer of scheiding der macht is een vorm van staatsinrichting waarin de staat is opgedeeld in drie organen die elkaars functioneren bewaken.
Liberia-Peters zegt dat ze het eerst niet kon geloven toen ze hoorde dat de 21 gekozen volksvertegenwoordigers in de Staten niet bij het proces betrokken zijn geweest en dat de bevolking niet is geïnformeerd. Volgens haar was de regering op zijn minst een uitleg verschuldigd aan degenen die zich een tijd terug massaal hadden ingeschreven en hoopten op werk. Dat waren toen een paar duizend mannen (en vrouwen).
Zij vergelijkt de huidige situatie met de tijd waarin zijzelf medio jaren 80 de onderhandelingen met het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA initieerde om de raffinaderij van Curaçao, na de sluiting door Shell, open te houden. ,,Ik nam deze houding niet aan omdat ik premier was en verantwoordelijk was, maar omdat de belangen enorm groot waren; het ging om het belang van land én bevolking.”
De voormalige regeringsleider geeft aan dat zij toen oppositieleiders bij het onderhandelingsproces betrok omdat zij het onderwerp van de olieterminal bij Bullenbaai en de raffinaderij in Emmastad ‘van nationaal belang’ beschouwde. ,,Hoe is het mogelijk dat alleen de regerende partij erbij betrokken is en geen vertegenwoordigers van het volk of het volk zelf?” stelt ze kritisch de vraag.
Na bij herhaling te hebben beloofd ‘dat de raffinaderij weer zou opengaan’ om vervolgens nu te zien dat de raffinaderij niet herstart, maar brandstofproducten gaat ‘blenden’, vindt Liberia-Peters dat daarover gecommuniceerd had moeten worden met de bevolking.
,,Het gaat hier wel om families die lange tijd in hoop leefden; in de hoop dat zij te zijner tijd weer aan de slag konden bij de raffinaderij. Nu is die hoop omgeslagen in onzekerheid, want het blijkt om veel minder arbeidsplaatsen te gaan.”
In plaats van openheid te geven, is de huidige MFK-premier Pisas er kennelijk juist erg trots op dat hij alles tot op het laatst in het geheim heeft kunnen regelen. Hij gaf tijdens de ondertekening op 1 juli jongstleden toe dat, zoals de geruchten al hadden gesuggereerd, hij recentelijk in zijn eentje naar Londen was afgereisd om de afspraken met Oryx concreet te maken. Ook prees Pisas zijn ministers ‘voor het geheim houden’ van zijn reizen en plannen.
Dit is onbegrijpelijk voor minister van Staat Liberia-Peters, die juist groot voorstander is van meer openheid en het betrekken van de Staten - de gekozen volksvertegenwoordigers - bij dergelijke beslissingen en contracten die een nationale impact hebben.
‘Minister van Staat’ is een eretitel die, in uitzonderlijke gevallen, wordt toegekend aan politici of staatslieden die geen publieke functie meer vervullen. Ministers van Staat kunnen door de gouverneur worden geraadpleegd, bijvoorbeeld bij gecompliceerde staatsrechtelijke kwesties.