Statenleden hechten minder aan het economisch belang
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De wet luchtkwaliteit moet een verbetering inhouden voor de inwoners van Curaçao. Daar zijn de meeste Statenleden het wel over eens.
Vooral Sheldry Osepa (PNP) bracht naar voren dat de regering met deze wet moet kunnen garanderen dat er geen doden meer vallen als gevolg van de luchtvervuiling van de raffinaderij maar in de toekomst ook van mogelijke andere vervuilende bronnen.
,,Kan de overheid garanderen dat er geen slachtoffers meer vallen en dat bewoners van de wijken onder de rook geen groene smurrie meer krijgen op hun muren en hekken?” aldus Osepa. Hij wijst op het eeuwige spanningsveld tussen de economische belangen en de gezondheid van mensen. Toch vindt hij dat in dit geval de gezondheid van mensen moet prevaleren. Zeker als teruggeblikt wordt, moet er sprake van een verbetering zijn. ,,We veroordelen nu de straf die Tula kreeg in alle toonaarden. Maar dat is omdat we naar de wijze waarop en de gruwelijkheid daarvan kijken met de kennis van nu. In die tijd zijn ook in Nederland personen op dergelijke gruwelijke wijze om het leven gebracht. Net zo, permitteert onze wereld van nu geen vervuiling meer, zeker niet op het niveau van vroeger. Toen hadden, zoals overal ter wereld, bepaalde machtige bedrijven het voor het zeggen. Maar het accent komt nu steeds meer te liggen op de gezondheid van mensen.”
Ook Fergil Brownbill (MFK) vindt dat de bescherming van de samenleving belangrijk is. En hij wijst erop dat de wet niet alleen over de raffinaderij gaat. ,,De wet moet ook gaan over andere vervuiling, van de flora en fauna bijvoorbeeld, maar ook over de illegale dump Dam Pretu en de mensen die daar last hebben van de rook omdat deze in brand staat. Maar ook de uitstoot van auto’s moet gemeten worden”, aldus het MFK-Statenlid. En Ana-Maria Pauletta (PAR) doet hier een schepje bovenop: ,,We moeten ook aan de kwaliteit van het water werken, zowel zoet water als zeewater. En de bodem mag niet vervuild raken. De wet mag dus niet alleen gaan over hoe we de raffinaderij kunnen bedienen.”
Daarnaast heeft ze nog een kritische opmerking over de zinsnede in de wet ‘dat de vervuiler betaalt’. Ze geeft als voorbeeld de tijdelijke maatregel van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), die Landfill Malpais wil openstellen voor gratis vuildump om zo na te gaan of dan het aantal illegale vuilstortingen afneemt. ,,De vervuiler wordt hier beloond. Die hoeft niet op te draaien voor de illegale stort, wordt niet gesommeerd de boel weer schoon te maken en dus niet verantwoordelijk gesteld voor zijn daden. Wie kan mij garanderen dat als straks niet voldaan wordt aan de normen in de wet, dat er dan goede handhaving en controle komt en dat de vervuiler ook daadwerkelijk gaat betalen?” Ze geeft het voorbeeld van de schade aan het koraal in Boka Samí: ,,We horen niemand zeggen dat de veroorzaker van de schade hiervoor moet opdraaien.”
Statenlid Giselle Mc William (MAN) wil vooral weten hoe dichtgetimmerd de wet is. Ze wijst op de dreiging van de milieuorganisaties dat ze een rechtszaak aanspannen, als de wet blijft zoals die nu is.
Smoc en Julianadorp nog horen
Tijdens de Statenvergadering heeft Brownbill zijn excuses aangeboden aan de milieuorganisatie Smoc die niet uitgenodigd was voor de eerder gehouden technische briefings. De organisatie had zich hierover beklaagd. En volgens het Statenlid is ook de organisatie van Julianadorp niet gehoord. Daarna volgde er discussie of deze partijen alsnog gehoord moeten worden. Eduard Braam (MFK) vindt van niet, omdat hij niet denkt dat deze organisaties nog iets toevoegen aan de presentaties van de partijen die wel in de Staten aanwezig zijn geweest. Osepa stelt echter dat de Staten bij uitstek open moeten staan om de luisteren naar de bevolking. Hij vindt dat als Smoc - die zich jarenlang geroerd heeft rondom de Isla-raffinaderij - en Julianadorp alsnog gehoord willen worden, de Staten hier altijd ruimte voor moeten vrijmaken. Hoe dit moet gebeuren is ook nog bediscussieerd, namelijk in een informele setting of weer in een centrale commissievergadering. Volgens Pauletta is dat om het even, en kunnen de groepen ook gehoord worden, terwijl het wetgevingsproces gewoon doorgaat.