Toch blijft aandeel Curaçao in regio onveranderd 2%
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het belang en daarmee de afhankelijkheid van het toerisme is op Curaçao toegenomen van 8,1 procent in 2005 en 14,9 procent in 2015 tot circa 25 procent vandaag de dag.
Toch heeft het Curaçaose toerisme niet echt kunnen profiteren van de regionale groei, want het aandeel in de Caribische regio bedraagt al jaren onveranderd circa 2 procent.
Dat blijkt uit een presentatie die Candice Henriquez van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) onlangs hield voor de Dutch Caribbean Association of Economists, ofwel ‘Economenclub’, tijdens het symposium ‘ABC-islands: (too) dependent on tourism?’ Het Antilliaans Dagblad was erbij. Henriquez is hoofd Economic Analysis & Research Department.
Het toerisme op het eiland zit merkbaar in de lift. Momenteel is de toeristische industrie goed voor zeker een kwart van het Curaçaose bruto binnenlands product (bbp). Na de covidjaren is dit pijlsnel omhooggeschoten.
Volgens de berekeningen van Henriquez en haar team komt die 24,4 procent in 2022 overeen met 1,3 miljard gulden. Dat is als er rekening wordt gehouden met de zogeheten geschatte ‘import lekkage ratio’ van 58 procent (door het toerisme moet het eiland ook veel meer importeren, wat gecorrigeerd dient te worden op de inkomsten uit directe toeristenbestedingen). Als er gerekend wordt met een veel lagere ‘lekkage’ - bijvoorbeeld de helft - dan zou het toeristisch aandeel van het bbp een stuk hoger zijn; mogelijk wel 40 procent van het bbp.
Henriquez stelt na een calculatie dat de overheid in 2022 zo’n 330 miljoen opstreek aan omzetbelasting op goederen en diensten alsmede aan invoerrechten die direct en indirect aan het toerisme kunnen worden toegeschreven. Bijna een verdubbeling ten opzichte van de 175 miljoen in 2015. Het belang van het toerisme voor ‘s Landskas is hiermee toegenomen van 13 procent in 2015 tot 21,4 procent in 2022. Het gaat hierbij nog uitsluitend om ob en invoerrechten (en niet om andere belastingsoorten).
Zoals uit bijvoorbeeld loonbelasting. Want de CBCS-experts rekenden uit dat de hoeveelheid directe en indirecte aan toerisme gerelateerde banen is toegenomen van ruim 7.000 in 2005 tot 15.249 in 2015 en in 2023 minimaal 18.065.
Daarop volgt een vergelijking van Curaçao met de regio. Het gaat dan over verblijfstoeristen, waarbij is gekeken naar de data van de (ei)landen die lid zijn van de Caribbean Tourism Association (CTO). Het eerste wat opvalt is de vrij constante lijn die spreker Henriquez laat zien: ,,Zoals blijkt, ondanks de opmerkelijke groei die we sinds 2007 in het toerisme van verblijfsgasten hebben ervaren, schommelt ons marktaandeel rond de 2 procent. Daarom profiteren we niet veel van de groei in het Caribisch gebied.”
Vervolgens willen de CBCS-deskundigen aantonen dat een grotere afhankelijkheid van toerisme - zoals op Curaçao het geval is - niet correleert/samenhangt met een lagere economische groei.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.