‘Op verantwoorde wijze in particuliere handen brengen’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Curaçaose parlement doet een dringend beroep op de regering om de Centrale Bank (CBCS) te stimuleren verzekeringsmaatschappij Ennia ‘op een verantwoorde manier te verkopen’.
Om namelijk zo het gewicht dat op de bevolking van Curaçao drukt - door een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de oplossing van de Ennia-problematiek - weg te nemen.
Het staat in de laatste zin van de motie, waarmee de Staten in meerderheid steun geven aan het Hoofdlijnenakkoord Resolutie Ennia. Dit akkoord behelst de opzet van een resolutiefonds, waarmee de noodlijdende verzekeringsgroep gered wordt.
Zowel leden van de coalitie (MFK en PNP) als van de oppositie (PAR, MAN) stemden vóór het akkoord. Parlementariër Michelangelo Martines (van eenmansfractie KEM) stemde niet mee en Rennox Calmes (van de eveneens eenmansfractie TpK) stemde - als enige - tegen.
In verband met de gewenste verkoop van Ennia, formeel nu nog eigendom van de 96-jarige Amerikaan Hushang Ansary die de problemen ontkent en weigert de tekorten aan te zuiveren, wordt in de motie verwezen naar artikel 4.5 in het hoofdlijnenakkoord. Daarin gaat het over de ‘nieuwe structuur voor Ennia’: ,,Met de nieuwe structuur is Ennia (Nieuw) transparant georganiseerd en verschuift de eigendom naar Stichting Beheer, totdat Ennia (Nieuw) op een verantwoorde wijze in particuliere handen kan worden gebracht.”
Stichting Beheer en Ennia (Nieuw) zullen gericht zijn op waardebehoud van de gezonde delen van de Ennia Groep. Stichting Beheer zal er volgens haar statuten op toezien dat deelnemingen alleen worden verkocht indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan waaruit blijkt dat een verkoop vanuit zakelijk oogpunt opportuun is, namelijk een onafhankelijke waardering ter onderbouwing van de koopprijs en een opinie van een accountant.
De koopprijs die door Ennia Caribe Holding/ECH (Nieuw) wordt ontvangen in het kader van de uiteindelijke verkoop van een deelneming, zal via certificaten door het resolutiefonds worden aangewend voor de aflossing van de overheidskapitaalinjectie en vervolgens ter financiering van het tekort bij Ennia Caribe Leven/ECL (Oud).
Als het aan de Staten ligt wordt Ennia dus zo snel mogelijk verkocht. Het parlement vraagt de regering om elke vier maanden te worden geïnformeerd over de stand van zaken. In de motie wordt met zoveel woorden gesproken over ‘onregelmatige transacties door de grootaandeelhouder en aanverwante groepen’, doelend op onttrekkingen op grote schaal door Ansary en voormalige bestuurders en onder toeziend oog van commissarissen van Ennia.
De CBCS vecht dit momenteel uit voor de rechter (het Gerecht deed al uitspraak en veroordeelde Ansary met de zijnen; en in hoger beroep wees het Hof tot nu toe tussenvonnis met eveneens een veroordeling, red.), zo vervolgt de motie. Maar in de tussentijd moet het Land Curaçao (lees: de belastingbetaler) flink in de buidel tasten en gedurende tientallen jaren voor enerzijds een gecontroleerde afwikkeling van het slechte deel van Ennia en anderzijds een doorstart van het goede deel.
Deze gelden komen uit de Landsbegroting als een lening aan het resolutiefonds. Het parlement wil wel de vinger aan de pols houden, want het gaat om een aanzienlijke hoeveelheid gemeenschapsgeld.
De doorlopende kapitaalbijdrage wordt gefinancierd door middel van jaarlijkse bijdragen van Curaçao, Sint Maarten en de CBCS aan het resolutiefonds ter hoogte van de volgende bedragen die (nog) definitief zullen worden vastgesteld: Curaçao 30 miljoen per jaar gedurende 30 jaar, Sint Maarten 2,3 miljoen per jaar gedurende 30 jaar en de CBCS 15 miljoen per jaar gedurende zelfs 50 jaar.
Dit legt een enorm beslag op de overheidsbegroting en dat dus meerjarig. Vandaar de dringende oproep van de Staten er alles aan te doen opdat de Centrale Bank erin slaagt Ennia van de hand te doen, wat de druk voor de Curaçaose bevolking zal moeten doen verlichten, zo is de gedachte.
‘Toezicht CBCS moet beter’
Tegelijkertijd wil het parlement beter toezicht door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Gewezen wordt op de debacles met Girobank en Ennia en dan is het volgens een Statenmeerderheid ‘evident’ dat de wijze waarop het toezicht nu is geregeld wordt geëvalueerd. Zoals wat er staat in het Centrale Bankstatuut en of dit nog altijd voldoet aan de criteria zoals onafhankelijk, transparant en democratisch verantwoord.
Tien jaar geleden, in 2014, werden na een onderzoek van PwC vijftien aanbevelingen gedaan met betrekking tot het functioneren van de CBCS op dat moment. Volgens het rapport van augustus dat jaar laten de statuten te veel ruimte voor (eigen) interpretatie.
De verdeling van de bevoegdheden tussen de raad van bestuur (RvB), de raad van commissarissen (RvC) en de Landen/vermogensgerechtigden (lees: regeringen) brengt voortdurende discussie met zich mee, merkt een door de Staten aangenomen motie op.
Het kabinet wordt gevraagd een gedetailleerd evaluatieproces in gang te zetten en met voorstellen te komen die tot doel hebben het toezicht en de controle te verbeteren. In dat kader wordt verzocht de CBCS-statuten te vergelijken met die van de Centrale Bank van Aruba (CBA) en van De Nederlandsche Bank (DNB) en ‘best practices’ te identificeren en in te voeren.
Ook dringen de Staten aan op de mogelijkheid van het instellen van een garantiefonds om te voorkomen dat in de toekomst opnieuw een beroep moet worden gedaan op de bevolking van Curaçao om op te draaien voor de gevolgen van onregelmatigheden bij financiële instellingen; én om hierover zo spoedig mogelijk verslag uit te brengen aan het parlement.
Ook deze motie kreeg de steun van zowel regeringsfracties (MFK en PNP) als oppositiefracties (PAR en MAN), waarbij het opvalt dat KEM-lid Martines niet stemde/afwezig was en TpK-lid Calmes - als enige - tegen was.