Eisen van Gerrit Schotte waren voor hem moreel onacceptabel
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Professor en kankerexpert Bob Pinedo was tijdens de parlementaire enquête over Hospital Nobo Otrobanda (HNO) verbitterd over hoe zijn plannen met een voor hem onmogelijke eis van de toenmalige premier Gerrit Schotte, van tafel zijn geveegd.
Aan het einde van de ondervraging gaf hij geëmotioneerd toe moeite te hebben gehad met de uitnodiging om zijn verhaal te doen. Schotte eiste dat Suzy Camelia-Römer en Etienne Ys vervangen werden in het bestuur van zijn stichting door twee door hem te benoemen personen. ,,We waren zo’n hecht team dat in hele korte tijd zoveel voor elkaar had gekregen. We hadden in één jaar tijd de tekeningen op tafel. Ik ben ervan overtuigd dat het mij gelukt zou zijn om ook de financiering rond te krijgen. Het team is het enige wat mij kon stoppen en net dat werd kapotgemaakt. Ik snap dat er andere redenen (politieke, red.) waren waarom het team moest veranderen. Misschien ben ik te naïef, maar ik sta ver van dat soort dingen en dat is toch gebeurd. We hadden een team dat heel intensief had samengewerkt. Ik heb dat nooit zo meegemaakt. Iedereen was zo betrokken. Ik kon mensen niet laten vallen, dat was voor mij moreel onacceptabel. Ons doel was om in 2013 een nieuw ziekenhuis te hebben. Dat zou in vier jaar tijd zijn, vanaf het bedenken van de plannen in 2009.”
Uit het relaas van Pinedo komt naar voren dat hij naar Curaçao gehaald is, in die tijd door minister-president van de Nederlandse Antillen Emily de Jongh-Elhage, speciaal voor een nieuw ziekenhuis. ,,Ik vond het een challenge en zag dat Curaçao het nodig had”, zo motiveert hij. In zijn stichting Fundashon Nos Hospital Nobo (NHN) zaten naast zijn persoon als voorzitter, ook Jaime Saleh, Camelia-Römer, Ys en ook een Nederlandse professor Geert Blijham. Toenmalige gedeputeerde voor volksgezondheid, Humphrey Davelaar, werkte ook mee. De professor legt uit dat hij toentertijd koos voor een stichting omdat hij daar in Nederland met het oprichten van een laboratorium ervaring mee had. Dat is een handige rechtsvorm voor de financiering.
De leden in de stichting hadden geen specifieke rollen. Ys was financieel deskundig, Camelia-Römer, Saleh en Ys hadden goede kennis van het reilen en zeilen op Curaçao waar Pinedo al heel lang geen actieve rol had gespeeld en Blijham was vooral expert op het gebied van de bouw van ziekenhuizen in Nederland. Pinedo had een heel netwerk en contacten tot aan de Nederlandse Gezondheidsminister aan toe en zou zorgen voor de financiering. Pinedo legt uit dat hij al veel gesprekken had gevoerd. Onder andere met de Europese Investeringsbank (EIB). Maar ook met pensioenverzekeraars, bankinstellingen en een Amerikaanse groep die hij kende van zijn professorschap bij de John Hopkins University in Baltimore. Met zijn persoonlijke contact met de Nederlandse Gezondheidsminister was hij ervan overtuigd dat het geld van de EIB rond zou komen. ,,Ik twijfelde er niet aan dat ik het geld zou krijgen”, zo concludeert Pinedo die vertelt dat ‘zijn’ ziekenhuisplan dat het Deventer-model is gaan heten, zou uitkomen op een bedrag van tussen de 400 en 500 miljoen gulden.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.