Bewijs voor verband toerisme en extra goederenimport

Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Philipsburg - Elke dollar verdiend met internationaal toerisme op Sint Maarten maakt bijna 62 dollarcent aan extra import nodig, ‘waardoor de nettobijdrage van internationaal toerisme aan het eiland aanzienlijk lager uitvalt’. Aldus de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).

Voor Curaçao leveren de empirische resultaten niet hetzelfde bewijs. Hoewel er bewijs is voor een verband tussen de twee, lijkt het internationale toerisme geen extra goederenimport te veroorzaken.
Dit kan volgens de CBCS-experts verband houden met de grotere diversificatie van de economie van Curaçao en het type toeristen dat de eilanden bezoekt. In tegenstelling tot Sint Maarten is het toerisme op Curaçao niet gericht op winkelen, maar op belevenissen.
Op basis van de voorlopige bevindingen van hun onderzoek naar de reële bijdrage van toerisme aan de betalingsbalans van Curaçao en Sint Maarten doen Shekinah Dare en Christopher Rigaud de aanbeveling dat de landen ‘een gebalanceerde aanpak hanteren die zich richt op het verder ontwikkelen van andere (kansrijke) sectoren naast het internationale toerisme’, zoals de duurzame energiesector op Curaçao en de logistieke industrie op Sint Maarten. Daarover deed het Antilliaans Dagblad afgelopen zaterdag al verslag.
De CBCS organiseerde onlangs het symposium ‘Fostering the Right Balance’, dat zich richtte op de kwetsbaarheden van de betalingsbalans van kleine economieën.
Enkele kenmerken die Curaçao en Sint Maarten, maar ook Aruba, met elkaar gemeen hebben wat betreft de betalingsbalans zijn: alle drie de landen zijn relatief klein, hebben een hoge mate van handelsopenheid, hebben relatief hoge exportcijfers voor toerisme en zijn zeer afhankelijk van de import van goederen. Ook hebben alle drie de landen een structureel tekort op hun handelsbalans.
Aldus José Jardim, financieel-economisch directeur van de Centrale Bank CBCS. ,,De betalingsbalans biedt een belangrijk inzicht in de internationale positie van een land en weerspiegelt tevens de stand van de binnenlandse economie. Het laat zien hoe externe onevenwichtigheden worden gefinancierd, maar ook wat de oorzaken van die onevenwichtigheden zijn; ofwel zijn de particuliere investeringen hoger dan de binnenlandse particuliere besparingen, ofwel is het fiscaal beleid expansief. Dus als een land met externe onevenwichtigheden kampt, zijn ook de binnenlandse componenten niet in evenwicht”, aldus Jardim.
Gezien het voorgaande is de betalingsbalans van de Caribische landen van het Koninkrijk zeer kwetsbaar voor externe schokken. Daarom is het belangrijk dat de landen de kwetsbaarheden op de betalingsbalans aanpakken om de externe stabiliteit te handhaven.
Gezien het grote belang van deze kwestie voor het monetaire beleid, organiseerde de CBCS dit symposium met als doel meer inzicht te verschaffen en van gedachten te wisselen over de complexiteit en kwetsbaarheid van de betalingsbalans van met name de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten.

Een presentatie van de CBCS-deskundigen Candice Henriquez (foto) en Robert Hieroms richtte zich op de blootstelling van de betalingsbalans aan externe schokken, in het bijzonder olieprijsschokken en europrijsschommelingen.

Olieprijsschok kan lang negatief effect hebben...

Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.