Verschil van mening over de macht van het OM
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bij het niet invoeren van het nieuwe ontwerp Wetboek van Strafvordering (WvSv) vallen er slachtoffers vooral onder gedetineerden die met gebruik van het nieuw wetboek misschien niet vast zouden zitten. Dat is gisteren naar voren gebracht door advocaat Paula Janssen tijdens een technische briefing in de Staten over het nieuwe ontwerp WvSv.
Het ontwerp is volgens haar een sterke verbetering, maar behoeft op minstens zes belangrijke onderwerpen modernisering. Dat neemt echter niet weg dat er alles aan gedaan moet worden om nog meer vertraging te voorkomen in het invoeren van het nieuwe WvSv. Zij benadrukt: ,,We moeten in de praktijk dit nieuwe boek gaan gebruiken, want wat we nu hebben is oud. Hoe lang gaan we nog wachten, 3 of 5 jaar? Verdachten, getuigen, slachtoffers, rechters, het Openbaar Ministerie (OM) kunnen niet langer wachten. Er moet het maximale gedaan worden om geen vertraging meer op te lopen”, aldus Janssen.
Twee zorgpunten van de Statenleden zijn tijdens de vergadering naar voren gekomen. Zo maakt een Statenlid zich zorgen over te grote nadelen in het nieuwe WvSv en ten tweede is er de zorg over de macht van het OM. Daarover stelt de advocaat: ,,Ik zou willen zeggen dat het ontwerp voordeliger is, maar dat ook dit alweer kan moderniseren. Het heeft te lang geduurd voordat het ontwerp behandeld is in de Staten. Ik zou willen dat de Staten hier nu alle prioriteit aan geven. Er zijn geen nadelen aan de wet, maar er kunnen wel zaken aangepast worden.” Ten aanzien van het OM legt zij uit: ,,Het OM is het opsporingsapparaat dat bepaalde opsporingsbevoegdheden krijgt om het werk goed te doen. Ook bij de andere stakeholders (rechters, advocaten, slachtoffers en verdachten) zijn er verbeteringen aangebracht.” Daar is jurist Rutsel Martha, die ook aanwezig is in de Staten het overigens niet mee eens. Hij voert aan: ,,Deze wet is uit balans. Het OM krijgt veel macht, waar onvoldoende tegenover staat om de verdachte te beschermen. Nu worden mensen opgepakt en gevangengezet, in omstandigheden in de gevangenis waar zij niets meer kunnen regelen en moeilijk contact kunnen leggen met een advocaat. Het OM moet mensen meer in vrijheid laten totdat hun schuld bewezen is.”
Een ander punt van disbalans noemt hij de mogelijkheid van het OM om in hoger beroep te gaan. ,,Als een verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken en het OM in hoger beroep gaat, waarna de verdachte alsnog schuldig is bevonden, dan kan de verdachte niet meer in hoger beroep en alleen nog in cassatie. Maar in cassatie wordt de zaak niet meer opnieuw behandeld.”
En hij geeft nog een voorbeeld: ,,Het OM kan geld bieden aan een kroongetuige en daarmee wordt een getuigenis in feite gekocht. Is een gekochte getuigenis betrouwbaar, vraag ik mij af. Ik ken een zaak waar een kroongetuige heeft gezegd dat hij met Pretu gesproken heeft, op een dag dat Pretu al dood was (verwijzend naar de zaak van voormalig Financiënminister George Jamaloodin, red.).”
En tot slot vindt Martha dat ook bij een uitleveringsverzoek van het OM voor een verdachte in het buitenland sprake is van disbalans. ,,Het OM heeft bij zo’n verzoek de macht om een verdachte in het buitenland te laten oppakken en vastzetten, wat soms jaren kan duren, terwijl zo’n persoon dan niet beschermd is volgens de wetgeving van het land van waaruit het uitleveringsverzoek gedaan is.”
‘Enkele manco’s van WvSv’...
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.