Hof: Partijen moeten onderling tot oplossing komen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Land heeft in Hoger Beroep wederom de zaak die tegen het Kadaster was aangespannen verloren. En dus kan het Land geen aanspraak maken op de winst die bij Stichting Kadaster gemaakt wordt.
In een korte samenvatting wordt nog eens herhaald waar het over gaat: ,,De Stichting is in 2002 opgericht bij de privatisering van de Dienst Kadaster en Hypotheekwezen. Volgens de jaarrekening van de Stichting bedroeg het cumulatief saldo van haar baten en lasten aan het einde van 2018 ruim 21 miljoen gulden. In deze rechtszaak heeft het Land betaling van dat bedrag gevorderd, met rente, en een bevel om vanaf 2019 jaarlijks opgave te doen van het saldo van baten en lasten, en indien het saldo batig is, dat te betalen aan het Land.” Het Gerecht zowel in eerste aanleg, als nu in Hoger Beroep deze vorderingen afgewezen.
Het Land heeft aangevoerd dat er bij Kadaster sprake is van ‘ongerechtvaardigde verrijking’ en dat de vordering gebaseerd is op ‘redelijkheid en billijkheid’. Ook is gesteld dat volgens de publiekrechtelijke wet- en regelgeving er geen grondslag is voor het standpunt dat de door de Stichting geïnde gelden tot het vermogen van de stichting zijn gaan behoren.
Het Hof stelt dat volgens de Statuten van de stichting, het gevormde vermogen aan de stichting toekomt. En bij deze bepaling is het Land zelf betrokken geweest toen de Dienst Kadaster en Hypotheekwezen overging in de Stichting Kadaster en het Kadasterbesluit 2000 werd ingevoerd dat in 2006 gewijzigd werd.
En het kan wel zo zijn dat, zoals Prof. Van Rijn in zijn legal opinion schrijft, de taken van de Kadasterlandsverordening 1938 niet uitgeoefend behoren te worden door een privaatrechtelijke rechtspersoon, maar dat neemt niet weg dat de stichting een feit is. En, zo voert het Hof aan: ,,Zijn op pagina 11 samengevatte conclusies houden niet in dat het vermogen dat op de voet van de statuten van de stichting is gevormd aan het Land toekomt. De vorderingen van het Land zijn dus bij gebrek aan deugdelijke grondslag terecht afgewezen.”
De rechters merken verder nog op dat het aan partijen is om nader mondeling overleg te voeren en dat daarbij geen rol van het gerecht is weggelegd. Hof: ,,De mondelinge behandeling heeft wellicht bijgedragen aan een bereidheid van partijen om overleg te voeren over de vraag in hoeverre het wenselijk is dat bij reserveopbouw van de stichting afdracht aan het Land plaatsvindt. Het Hof ziet geen aanleiding om de Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab) te verzoeken (nader) advies uit te brengen aan het Hof.”
De hele rechtsgang heeft het Land een behoorlijke duit gekost. Zo moeten in elk geval de salariskosten van de advocaat betaald worden wat al neerkomt op een bedrag van 27.000 gulden.