In vier moties ook regering gevraagd om actie
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de openbare Statenvergadering over de FKP zijn deze week vijf moties ingediend, waarvan er vier met algemene stemmen zijn aangenomen en eentje is afgewezen. Uit die moties blijkt dat het gewenst is dat de volkshuisvestingsstichting met de billen bloot gaat en zoveel mogelijk informatie beschikbaar stelt maar ook moet toestaan dat er binnen het instituut nader onderzoek wordt gedaan door de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC).
In de eerste motie staat dat de stichting in 2024 zoveel mogelijk jaarrekeningen op tafel moet leggen (de laatste goedgekeurde jaarrekening dateert van 2012, zo staat erbij geschreven) en ondertussen moet de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) onderzoek doen naar het functioneren van de FKP, met name het financieel beheer.
In de tweede motie staat dat de stichting elke zes maanden een verslag moet sturen naar de Staten waarin gerapporteerd wordt over het aantal huizen dat is gebouwd met publieke fondsen; het aantal verkochte volkshuizen en de ontvangen gelden uit de verkoop van deze huizen; hoeveel huur die FKP heeft ontvangen en het bedrag aan achterstallige huur en de huidige liquiditeitssituatie van FKP. Verder moet er een samenvatting komen van de huidige situatie van de jaarrekeningen van 2013 tot en met heden.
Niet alleen de FKP moet meer informatie geven, ook de regering wordt aan het werk gezet. Zo wordt gesteld dat het de taak van de overheid is om de subsidie van FKP volgens de overeenkomst te reguleren, zodat FKP de taken zoals beschreven in de beheersovereenkomst kan uitvoeren. Verder wordt de regering dringend verzocht om ‘al het mogelijke te doen om zo veel mogelijk van het gestorte bedrag van 19 miljoen gulden bij de Girobank terug te krijgen’. Komt dit geld los, dan moet dat gebruikt worden voor sociale woningbouw. Tenslotte wordt het Kabinet-Pisas II opgedragen om een programma te ontwikkelen om zo snel mogelijk aan de grote woningbehoefte te voldoen. Verwezen wordt naar programma’s in de regio zoals ‘Mi Casa Ya’, Juan Bosh en ‘My Home Assistent’. Ook moet er een ander registratiesysteem komen, niet meer een waarbij woningzoekenden punten krijgen, want dat blijkt niet te werken, zo staat in motie vijf.
Alle moties beginnen met overwegingen. In de eerste motie staat dat de FKP als doel heeft om te zorgen voor betaalbare woningen voor de bevolking en dat er veel zorgen zijn over het functioneren van FKP. Ook wordt aangevoerd dat sinds 2012 het Parlement het laatste geauditeerde jaarverslag van FKP heeft ontvangen. En, zo staat ook nog in de considerans: ,,De behoefte aan huizen neemt dagelijks toe. En de overheid heeft via FKP de plicht om onderhoud aan volkshuizen te verrichten.”
In de tweede motie staat dat de stichting de enige organisatie is die publieke fondsen ontvangt voor het beheer van huisvesting en dat FKP sinds de oprichting in 1979 het mandaat van de overheid heeft om de woningen te beheren en te onderhouden. Ook wordt geconstateerd dat er een verschil van mening is tussen het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) en FKP over de subsidie.
In de vierde motie staat dat FKP in de jaren 2017, 2018 en 2019 aanzienlijke bedragen van bij elkaar 19 miljoen gulden heeft gestort bij de Girobank. ,,Deze fondsen zijn van vitaal belang voor de realisatie van huisvestings- en woningvoorzieningsprojecten voor gezinnen die op een zeer lange wachtlijst staan. Het is noodzakelijk om deze fondsen te herstellen, rekening houdend met de acute behoefte aan huisvesting op Curaçao”, zo staat nog in de overweging.
In de vijfde motie wordt verwezen naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarin de woningnood ook benoemd wordt. De considerans: ,,De alarmerende vraag naar huisvesting heeft een directe impact op de kwaliteit van leven van onze burgers, met name studenten. Het huidige systeem van het opbouwen van punten biedt onze burgers geen reële kans om toegang te krijgen tot huisvesting. Er is behoefte aan meer diverse fondsen, naast huursubsidie en woningonderhoudssubsidie.”
Motie over Buurtcentrum Otrobanda
De oppositiepartij PAR heeft in een (niet aangenomen) derde motie nog aandacht gevraagd voor de situatie van buurthuis Otrobanda dat al sinds 1992 het centrum is voor gemeenschapsactiviteiten in die wijk. Onlangs is vastgesteld dat het buurtcentrum Otrobanda verplicht is om aan de huurovereenkomst met FKP te voldoen, ondanks eerdere afspraken. Dit impliceert dat er een maandelijks bedrag van 2.900 gulden betaald moet worden. Het buurtcentrum is geen winstgevend bedrijf en het voert taken uit zonder winstoogmerk. Dit betekent dat er geen financiële middelen zijn om deze huur te betalen. Bovendien, zo wordt in de motie aangevoerd, heeft het buurtcentrum meerdere keren met FKP overlegd. In de begrotingen van Curaçao voor 2018 en 2019 is vermeld dat er een overeenkomst zal worden gesloten met het buurtcentrum Otrobanda voor de herallocatie naar Landhuis Kortijn. In de daaropvolgende jaren is herhaaldelijk gesproken over deze overeenkomst.
In de motie wordt de regering verzocht te komen tot een overeenkomst met de FKP zodat er geen huur betaald hoeft te worden en het buurthuis kan blijven waar het nu gevestigd is in het gebouw aan de St. Maartensteeg.