‘Hof heeft trias politica geschonden’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Den Haag - Dat het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, waarin vorig jaar op 6 december geconcludeerd werd dat de uitsluiting van het huwelijk voor personen van gelijk geslacht - in de volksmond vaak ‘homohuwelijk’ genoemd - in strijd is met het discriminatieverbod en daarom onwettig is, bij de Landen Curaçao en Aruba niet in goede aarde is gevallen, is bekend.
In het kader van het door beide Landen aangetekende cassatieberoep, hielden alle betrokken partijen vrijdag hun pleidooi voor de Hoge Raad in Nederland.
Gezien de complexe materie, is de procureur-generaal voornemens om op 19 januari zijn advies uit te brengen aan de Hoge Raad. Op een daarna vast te stellen datum zal de Hoge Raad vervolgens uitspraak doen.
Het pleidooi van Chester Peterson, die als advocaat namens Curaçao het woord voerde, kende verschillende redenen om cassatie af te dwingen. Op de eerste plaats benoemt hij dat in hoger beroep de rechter de trias politica, ofwel de scheiding der machten, opzij heeft gezet en op de stoel van de wetgever is gaan zitten.
,,Het schuift advies, debat en inbrengrondes opzij. Afweging van belangen door onze volksvertegenwoordiging, onze hoge colleges van advies, onze ambtelijke adviseurs en onze bestuurlijke besluitvorming rondom het wetgevingsproces worden buitenspel gezet”, aldus Peterson. Hij vervolgt: ,,Juist omdát het om een maatschappelijk zeer belangrijk en omstreden kwestie gaat is het van belang dat het systeem van wetgeving wordt geëerbiedigd.”
Verder wijst hij erop dat het Land tijd nodig heeft ‘om zich aan te passen aan nieuwe trends’. Een vaststaand feit is volgens Peterson dat de landen binnen het Koninkrijk niet (altijd) gelijk optrekken als het om mensenrechten gaat. ,,Het Land is thans simpelweg niet toe aan de invoering van het huwelijk voor een paar van hetzelfde geslacht en zeker niet klaar voor een implementatie van een - nota bene door de rechtsprekende macht - opgelegde wijziging van wetgeving”, zo zegt de namens Curaçao pleitende advocaat.
Zoals bekend speelt ook religie een rol binnen het standpunt van het Land Curaçao. De advocaat draagt aan dat 72 procent van de bevolking rooms-katholiek is en een conservatief, op de bijbel gebaseerd, gedachtegoed heeft. ,,Het punt van het Land is dat voorkomen moet worden dat enkel op basis van voornamelijk westerse denkbeelden het huwelijk voor personen van gelijk geslacht wordt opengesteld in Curaçao”, aldus Peterson.
Andere argumenten die de advocaat aanvoert, verwijzen onder meer naar het koloniale aspect en de aanname dat het openstellen van het huwelijk van personen met hetzelfde geslacht ook andere trauma’s zou kunnen oproepen.
Tegen het einde van het pleidooi namens Curaçao, komt ook de verkiezingsuitslag van 2021 aan bod. Peterson vermeldt dat de huidige regeringspartijen zich in hun campagnes duidelijk hebben uitgesproken tegen het homohuwelijk. Hun ‘monsterzege’ is volgens hem een duidelijk mandaat van de kiezer naar de zittende regering toe.
Petersons pleidooi werkt toe naar één duidelijke slotsom: ,, Om alle voorgaande redenen staat het Land voor het houden van een volksraadpleging op dit punt. Dit onderwerp is té belangrijk om het alleen aan de wetgever en al helemaal niet de rechterlijke macht over te laten.”
Het pleidooi namens Aruba, gevoerd door advocaat Jan-Paul Heering, volgt in grote lijnen dezelfde argumentatie - op het gebied van de vermeende schending van de trias politica - als het pleidooi van zijn Curaçaose collega. Volgens Heering is het Hof onder meer te ver gegaan in zijn interpretatie. Ook zou de lagere rechter bepaalde delen van de wet hebben genegeerd.
Net als Peterson is Heering van mening dat de rechter op de stoel van de wetgever is gaan zitten. ,,Die stoel blijkt niet te passen, want de aanpassing van de wet om het huwelijk open te stellen is veel complexer en omvattender dan het Hof voorstelt”, aldus de advocaat namens het Land Aruba.
‘Sloop muur van ongelijkheid’
Namens de organisaties en individuen die voor openstelling van het huwelijk voor personen van gelijk geslacht zijn, werden de pleidooien gevoerd door de advocaten Freerk Vermeulen, David Wever en Mirto Murray. Zij spraken onder meer namens de eisers Fundacion Orguyo Aruba en Human Rights Caribbean Foundation op Curaçao.
,,Deze zaak gaat over de jarenlange systematische discriminatie van paren van gelijk geslacht in Aruba en Curaçao doordat zij in deze Landen van het Koninkrijk der Nederlanden niet met elkaar kunnen huwen”, zo trapten zij hun pleidooi af, waarbij benadrukt werd dat het huwelijk ‘de stabiele affectieve verbintenis tussen twee personen’ belichaamt en symboliseert.
Gewezen werd op de bredere discriminatie binnen de maatschappij, waarmee homoseksuele burgers volgens het advocatentrio te maken hebben. ,,Zo’n groep zou een overheid aan haar zijde moeten hebben die er in ieder geval voor zorgt dat paren van gelijk geslacht voor de wet gelijk zijn en niet worden gediscrimineerd. Helaas is het tegendeel in Aruba en Curaçao werkelijkheid.”
Niet alleen wordt in het pleidooi stilgestaan bij het huwelijk als ‘bekroning van de liefde’, maar ook bij de juridische gevolgen die ontstaan als men van de wet niet mag trouwen. ,,Heb ik wel iets te zeggen over mijn partner die in het ziekenhuis ligt of wordt onze relatie ontkend en wordt alleen naar mijn partners familie geluisterd? Is alles erfrechtelijk wel goed geregeld als ik overlijd?” Dit zijn enkele voorbeelden die worden genoemd.
Dat dit geen hypothetisch probleem is, blijkt wel uit de volgende passage van het pleidooi:...
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.